Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5118

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 30 december 2011

aan de minister van Justitie

Eergerelateerd geweld - Seksuele diversiteit - Nederlandse studie - Beleidsimplicaties

gendermainstreaming
huiselijk geweld
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
seksuele minderheid
gearrangeerd huwelijk
positie van de vrouw
gebruiken en tradities
gelijke behandeling van man en vrouw
misdaad tegen de personen

Chronologie

30/12/2011Verzending vraag
14/5/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2758

Vraag nr. 5-5118 d.d. 30 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens recent Nederlands onderzoek is er in de aanpak van eergerelateerd geweld nog onvoldoende aandacht voor seksuele diversiteit. Dat staat in de nieuw uitgebrachte factsheet "Eergerelateerd geweld en diversiteit" van de Nederlandse organisatie MOVISIE. Om eergerelateerd geweld vanwege geaardheid te kunnen voorkomen, moet er bij de aanpak van huiselijk geweld aandacht zijn voor seksuele diversiteit.

Lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgenders uit traditionele culturele kringen staan onder grote druk. In een cultuur waar de familie-eer hoog in het vaandel staat, wordt het openlijk uitkomen voor een andere seksuele voorkeur gezien als een schending van de eer.

Om die eer te beschermen kan geweld worden toegepast. Veel holebi's leiden een dubbelleven en verbergen hun seksuele voorkeur. Wanneer echter uitlekt dat iemand uit traditionele kringen een homo- of lesbische relatie heeft, kan dat leiden tot geweld. Het gaat om psychische druk, verstoting of mishandeling, maar ook om een genezingsritueel, opsluiting of een gedwongen huwelijk. Soms wordt zelfs gedreigd met moord.

Graag had ik de minister dan ook volgende vragen voorgelegd.

1) Is er in ons land voldoende aandacht voor seksuele diversiteit binnen de aanpak van eergerelateerd geweld en huiselijk geweld? Zo ja, hoe wordt hiermee rekening gehouden in de richtlijnen voor het openbaar ministerie en voor de politieagenten op het terrein?

2) Hoe houdt u binnen uw bevoegdheid rekening met seksuele diversiteit bij de aanpak van eergerelateerd geweld en huiselijk geweld?

3) Klopt het dat de aandacht voor seksuele diversiteit in de aanpak van eergerelateerd geweld nog onvoldoende is? Zo ja, waar blijkt dat uit en waar ziet u ruimte voor verbetering?

4) Hoe reageert u op de vaststelling dat een kwart van de jongeren die hulp zoeken bij de Nederlandse holebi-organisaties te maken heeft met eergerelateerd geweld? Beschikt u over cijfers en/of indicaties voor ons land en zo neen, bent u bereid dit te laten onderzoeken?

5) Bent u van mening dat seksuele diversiteit als aandachtspunt opgenomen moet worden binnen de aanpak van huiselijk geweld en/of eergerelateerd geweld? Zo ja, kan ervan worden uitgegaan dat de actoren op het terrein die hiervoor verantwoordelijk zijn hier voldoende aandacht aan gaan besteden? Zo nee, waarom niet?

6) Moet de opvang en de indiening van klachten van homo's, lesbo's, bi's en transgenders die slachtoffer zijn van eergerelateerd geweld structureel worden georganiseerd? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 14 mei 2012 :

1. en 2: Op heden gaat er binnen de aanpak van huiselijk geweld geen aandacht uit naar de seksuele diversiteit. Dit fenomeen wordt op het vlak van eergerelateerd geweld in België nog bestudeerd. Ik ben er mij weliswaar van bewust dat deze problematiek aspecten omvat die gelinkt zijn aan discriminatie op basis van de seksuele geaardheid. De dienst voor het Strafrechtelijk beleid heeft onlangs een verkennende studie gepubliceerd omtrent eergerelateerd geweld waarin een bepaald aantal aanbevelingen zijn opgenomen. Bovendien hebben de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken en het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen onlangs een eerste wetenschappelijke studie over eergerelateerd geweld in België gepubliceerd. Ook hierin worden aanbevelingen gegeven. Deze studie kan op de internetsite van het Instituut worden geraadpleegd.

3: In België bestaat er nog geen echte globale aanpak van eergerelateerd geweld. Op het terrein zijn er twee pilootprojecten: het ene in Verviers en het andere in Mechelen. Het spreekt voor zich dat de discriminatiekwestie omwille van de seksuele geaardheid een essentieel element inzake eergerelateerd geweld is.

4: Voor België beschik ik niet over dergelijke cijfers. Op heden bestaat er in België immers geen systeem waarmee kwantitatieve gegevens omtrent eergerelateerd geweld kunnen worden verzameld. Dit geldt bijgevolg ook voor geweld tegen “holebi’s”. Het opzetten van een systeem waarmee kwantitatieve gegevens omtrent eergerelateerd geweld kunnen worden verzameld is als aanbeveling in het verslag van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid opgenomen. In het Nationaal Actieplan ter bestrijding van partnergeweld en andere vormen van intrafamiliaal geweld 2010-2014 wordt dit ook onder de door de FOD Justitie te implementeren maatregelen vermeld.

5: Binnen de aanpak van eergerelateerd geweld is de seksuele diversiteit een fundamenteel punt waarmee rekening moet worden gehouden. Aangezien het beleid ter zake nog in de beginfase zit, zijn de terreinactoren nog niet bewust gemaakt voor eergerelateerd geweld in het algemeen. Het is in dit kader dan ook moeilijk hen op het aspect van de seksuele diversiteit te wijzen.

6: Neen, eerder dan nieuwe opvangstructuren voor elke specifieke problematiek op te zetten, is het bij het opstellen en uitwerken van een welbepaald strafrechtelijk beleid, belangrijk om de terreinactoren in functie van de verschillende, vaak met elkaar verwante problematieken (in dit geval de discriminatie op basis van de seksuele geaardheid en eergerelateerd geweld) te sensibiliseren en op te leiden. Hierin schuilt vandaag de moeilijkheid van de werkzaamheden op het terrein. Deze vergen een steeds snellere reactiviteit en een steeds grondiger en meer verregaande kennis in alle domeinen waarmee niet enkel de feiten maar ook de context kan worden gevat.