![]() |
![]() |
Aanvullende pensioenen - Pensioensparen - Belastingverminderingen - Fiscale kostprijs
aanvullend pensioen
spaartegoed
fiscaliteit
belastingaftrek
30/12/2011 | Verzending vraag |
2/2/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-615
Graag had ik een overzicht gekregen van de netto fiscale kostprijs van de belastingverminderingen voor de verschillende vormen van aanvullende pensioenen en pensioensparen, en dit voor de laatste tien jaar.
De aanvullende pensioenen waarnaar het geachte lid verwijst, kunnen worden opgebouwd in het kader van de tweede en derde pensioenpijler.
De tweede pensioenpijler omvat de beroepsgebonden aanvullende pensioenstelsels. Voor werknemers omvat de tweede pensioenpijler onder andere de collectieve pensioentoezeggingen, beheerd door groepsverzekeraars en instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. Deze worden hoofdzakelijk gevoed met werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming en in mindere mate met persoonlijke bijdragen.
- De werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn, onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen, aftrekbaar als beroepskost. Ter zake bestaat er geen specifieke code op de belastingaangifte. Bijgevolg beschikt de fiscale administratie niet over statistieken betreffende de bovenbedoelde bijdragen.
- De persoonlijke bijdragen van werknemers en bedrijfsleiders worden daarentegen wel afzonderlijk vermeld in de fiscale aangifte. De geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering voor het lange termijnsparen met betrekking tot deze persoonlijke bijdragen en premies is opgenomen in de onderstaande tabel.
Inhoudingen voor aanvullend pensioen - Gewone bijdragen en premies + individuele voortzetting |
|
Aanslagjaar |
Geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering (in miljoen euro) |
2001 |
86 |
2002 |
91 |
2003 |
89 |
2004 |
88 |
2005 |
88 |
2006 |
90 |
2007 |
93 |
2008 |
100 |
2009 |
105 |
2010 |
108 |
Zelfstandigen beschikken binnen de tweede pensioenpijler over de mogelijkheid om een pensioenovereenkomst af te sluiten in het kader van het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen. Binnen bepaalde grenzen vormen die bijdragen eveneens een aftrekbare beroepskost die niet specifiek in een code op de belastingaangifte voorkomt, zodat ook hier geen statistische gegevens beschikbaar zijn.
De derde pensioenpijler omvat de stelsels van pensioenopbouw die voor elk individu toegankelijk zijn, ongeacht het professioneel statuut. Het gaat daarbij om individuele pensioenspaarvormen, waarvoor het initiatief uitgaat van de betrokkene zelf. De belangrijkste vormen van pensioenopbouw die tot de derde pensioenpijler worden gerekend, zijn het pensioensparen en de individuele levensverzekering.
De volgende tabel geeft de statistieken aangaande de geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering voor het lange termijnsparen voor individuele levensverzekeringscontracten weer.
Premies van individuele levensverzekeringen die in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor lange termijnsparen |
|
Aanslagjaar |
Geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering (in miljoen €) |
2001 |
191 |
2002 |
200 |
2003 |
208 |
2004 |
210 |
2005 |
212 |
2006 |
212 |
2007 |
215 |
2008 |
224 |
2009 |
225 |
2010 |
223 |
Wat betreft de betalingen voor pensioensparen, zijn de betreffende statistieken opgenomen in de onderstaande tabel.
Betalingen voor pensioensparen |
|
Aanslagjaar |
Geraamde budgettaire kost van de belastingvermindering (in miljoen euro) |
2001 |
235 |
2002 |
259 |
2003 |
279 |
2004 |
290 |
2005 |
304 |
2006 |
389 |
2007 |
433 |
2008 |
470 |
2009 |
498 |
2010 |
532 |