Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5062

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 28 december 2011

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Energie-intensieve industrie - Buurlanden - Voorkeurprijzen voor energie - Concurrentievervalsing

energieprijs
voorkeurprijs
industrieel verbruik
industriële onderneming
concurrentiebeperking

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
9/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-78

Vraag nr. 5-5062 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Frankrijk werd onlangs een Tarif réglementé transitoire d'ajustement du marché de l'électricité voor energie-intensieve bedrijven ingevoerd. De Duitse overheid voerde een compensatie in voor de elektriciteitsprijzen voor de nationale non-ferro metaalindustrie. Dat ruikt naar concurrentievervalsing en kan onze industrie zwaar benadelen en dus banen kosten. Mijns inziens is hier sprake van een mogelijke schending van de concurrentierichtlijn van de Europese Unie (EU). Ook in de Nederlandse tweede kamer zijn verschillende parlementsleden hierover bijzonder verontrust.

Graag had ik een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Wat is de opzet van het Franse Tarif réglementé transitoire d'ajustement du marché de l'électricité? Onder welke voorwaarden kunnen bedrijven gebruik maken van dit tarief en klopt de informatie dat het Tarif réglementé transitoire d'ajustement du marché de l'électricité, dat aanvankelijk zou aflopen in juni 2010, mogelijk langer beschikbaar zou blijven voor energie-intensieve ondernemingen?

2) Is het waar dat de Duitse overheid in 2009 financiële compensatie heeft betaald aan de nationale non-ferro metaalindustrie, ter compensatie van de hoge elektriciteitsprijzen?

3) Kunnen alle bedrijven, dus ook bedrijven buiten genoemde EU-lidstaten, gebruik maken van deze Franse, respectievelijk Duitse regeling? Zo neen, is hier naar de mening van de minister geen sprake van een mogelijke schending van de EU-concurrentierichtlijn? Is hij bereid aan te dringen op een onderzoek door de bevoegde Europese commissaris naar de mogelijke schending van het level-playing-field-beginsel?

4) Naar verluidt heeft ook de Noorse regering 3,3 miljard dollar uitgetrokken voor een langetermijnprogramma van goedkope energiecontracten voor de energie-intensieve industrie. Klopt deze informatie en zo ja, is hier wederom geen sprake van concurrentievervalsing? Staat dit programma ook open voor bedrijven die niet in Noorwegen gevestigd zijn?

5) Ziet hij in het licht van al deze protectionistische maatregelen mogelijkheden om de kwetsbaarheid van de in ons land gevestigde energie-intensieve industrie voor protectionistische energiesubsidies in het buitenland te verminderen? Zo ja, kan hij dit uitvoerig toelichten?

6) Wat vindt hij van de suggestie om steun te geven in het kader van de intensivering van programma's gericht op het verhogen van de energie-efficiëntie? Bestaan zulke programma's? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan hij de uitgetrokken budgetten en het aantal betrokken projecten uitvoerig toelichten en dit volgens orde van grootte?

7) Kan hij uitvoerig overlopen of hij klacht zal indienen voor mogelijke concurrentievervalsing? Zo ja, bij welke instanties (Europese Commissie, Wereldhandelsorganisatie, de betrokken landen)? Kan hij dit uitvoerig toelichten en aangeven of dit gebeurt in nauw overleg met de belangrijkste spelers en/of de federaties van de betrokken industrie?

Antwoord ontvangen op 9 februari 2012 :

 Ik heb de eer om het volgende te antwoorden op de vragen van het geachte lid. 

  1. In Frankrijk maakt het ‘Tarif Réglementé Transitoire d’Ajustement au Marché (Tartam)’, het mogelijk voor de ondernemingen die gekozen hebben voor de mededinging en bijgevolg voor een leveringscontract van elektriciteit tegen marktprijs, om te genieten van een door de staat vastgelegd tarief. Dit tarief werd ingesteld in januari 2007 en tweemaal verlengd ondanks de bindende aanwijzingen van de Europese Commissie. Sedertdien heeft de wet houdende nieuwe organisatie van de elektriciteitsmarkt deze duurtijd verlengd tot aan de effectieve instelling van het dispositief genaamd ‘Accès régulé à l’électricité nucléaire historique (ARENH)’. In Frankrijk hebben de overheden een besluit gepubliceerd dat de modaliteiten bepaalt inzake de evolutie van de gereglementeerde elektriciteitstarieven. Die tarieven worden nog steeds  betwist door de diensten van de Europese Commissie.  

  1. Met deze financiële compensatie wenste Duitsland de  milieuvriendelijke productie van non-ferro metalen (industrieën van aluminium, koper en zink, die zouden kunnen worden gedelocaliseerd), aan te moedigen of op zijn minst in het land te houden.  

Dit actieplan werd door Duitsland betekend aan de Europese Commissie (aangezien dit veel lijkt op een Staatssteun). 

Op het moment dat ik je antwoord, kan ik niet zeggen of de Commissie een beslissing genomen heeft of niet.  Ik wacht nog op hun antwoord. 

  1. Het is duidelijk dat deze twee voorbeelden aantonen dat er op het Europese niveau eventuele distorsies van de mededinging kunnen ontstaan. De diensten van de Commissie zijn bijzonder oplettend  inzake deze eventuele distorsies die strijdig zijn met het Europees Verdrag en de regels van de Interne Markt. Het behoort mij niet toe om deze Europese partners ”met de vinger te wijzen”, maar deze gevallen worden dikwijls geëvoceerd tijdens contacten, die soms moeizaam zijn, met de diensten van de mededinging van de Commissie. Het is laatstgenoemde die belast is met de naleving van de communautaire regels. 

  1. In Noorwegen betreft het een soort van staatssteun die wordt verleend door de regering om langetermijncontracten te waarborgen voor de grote energieverbruikende ondernemingen (metaalnijverheid, chemie, hout, enz.). Ook in dit geval moeten deze regels compatibel zijn met deze van de Europese Economische Ruimte. Deze stelsels zijn louter nationaal van aard en zijn niet toepasselijk op ‘buitenlandse’ ondernemingen’. 

  1. Wat kan worden gedaan tegen deze protectionistische maatregelen ? Het slechtste antwoord zou er ongetwijfeld in bestaan om op dezelfde wijze te handelen. Dit zou op termijn het einde van Europa inhouden. Ik herhaal dat het aan de Commissie toebehoort om de communautaire regels te doen naleven die de 27 (en zelfs de 27 +) zichzelf hebben gesteld.  

  1. De gewesten en de federale overheid hebben sedert jaren programma’s ontwikkeld ten voordele van de energie-efficiëntie, die de absolute prioriteit blijft inzake energiebeleid. De gewesten zijn hiervoor bevoegd, de federale overheid kan enkel ondersteunen, via fiscale beleidsvormen, normen (ecodesign), enz. In de verschillende gewesten bestaan er brancheakkoorden inzake energie-efficiëntie die aanleiding geven tot bepaalde voordelen, waarvan het voornaamste de positionering is in termen van concurrentievermogen. De energiekost (en bijgevolg hun energie-efficiëntie) is een van de voornaamste factoren van dit concurrentievermogen. De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (Creg) volgt de prijzen die worden gehanteerd bij de grote industriële verbruikers van dichtbij op.  

  1. Zie hierboven