Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-501

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 december 2010

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten - Thuiskopieën - Opbrengsten - Gebruik van een deel voor de schepping van werken - Samenwerkingsovereenkomst met de gemeenschappen

auteursrecht
artistieke schepping
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
begrotingsfonds
reproductie

Chronologie

3/12/2010Verzending vraag
9/2/2011Herkwalificatie
23/2/2011Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-576

Vraag nr. 5-501 d.d. 3 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Artikel 58 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (Auteurswet) geeft de gemeenschappen en de Federale Staat het recht om te beslissen dat dertig procent van de opbrengst van de vergoedingen voor thuiskopieën ter beschikking gesteld kan worden voor de aanmoediging van "de schepping van werken ".

Tot nu toe bleef dat artikel een dode letter, vermits het noodzakelijke samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen ontbreekt. Sinds 2002 bestaat er wel al een samenwerkingsakkoord tussen de drie gemeenschappen waarin onder meer de onderlinge verdeelsleutel is vastgelegd. Ik heb dat akkoord als toenmalig minister van Cultuur zelf afgesloten. Nu is het dus wachten op een initiatief van de federale overheid.

De geachte minister beoordeelde zulk samenwerkingsakkoord echter als onnodig, zolang het koninklijk besluit van 28 maart 1996 over de vergoeding voor de thuiskopie niet werd aangepast (zie hiervoor het verslag van de commissie voor het Bedrijfsleven van 8 oktober 2009). Ondertussen gebeurde deze aanpassing en het nieuwe besluit trad in werking op 1 februari 2010. In dit verband kreeg ik van de geachte minister graag een stand van zaken over de uitvoering van artikel 58 en het concretiseren van de mogelijkheden voor ondersteuning van creaties die hierdoor worden geboden.

Ik heb hierbij de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister mij een stand van zaken geven over de uitvoering van artikel 58 van de Auteurswet? Is er inmiddels al een samenwerkingsakkoord afgesloten met de gemeenschappen, of lopen er onderhandelingen? Zo nee, waarom gebeurde dat nog niet? Wanneer plant hij hieromtrent een initiatief te nemen?

2) Hij vermeldde in een vorig antwoord het spijzen van een Fonds, om nadien een akkoord af te sluiten en de middelen te verdelen. Kan hij mij het bedrag meedelen dat ondertussen in dit Fonds werd verzameld? Kan hij mij bevestigen dat de gemeenschappen hiervan 30 % zullen ontvangen? Wanneer mogen de gemeenschappen de eerste middelen verwachten?

Antwoord ontvangen op 23 februari 2011 :

  1. Artikel 58, paragraaf 2, van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, hierna “Auteurswet” genoemd, voorziet in de mogelijkheid om dertig procent van de opbrengst van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik te gebruiken ter aanmoediging van de schepping van werken.

    In dit verband moet er aan herinnerd worden dat het door de wetgever nagestreefde doel van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik, voorzien in artikel 55 van de auteurswet, erin bestaat het verlies aan inkomsten te compenseren dat de rechthebbenden lijden ingevolge de reproductie van beschermde werken in privékring. Dit werd onlangs bevestigd in het arrest C 467/08 van het Europese Hof van Justitie van 21 oktober 2010, waarin onder meer wordt aangegeven: “Wat in de eerste plaats de rol betreft die het criterium van de door de auteur geleden schade speelt bij de berekening van de billijke compensatie, blijkt uit de punten 35 en 38 van de considerans van richtlijn 2001/29 dat die billijke compensatie tot doel heeft de auteurs „naar behoren” te vergoeden voor het gebruik dat zonder hun toestemming van hun beschermde werken wordt gemaakt” (overwegende 39). (…) “Vanuit die invalshoek bezien, moet de billijke compensatie worden beschouwd als de vergoeding van de door de auteur geleden schade” (overwegende 40). “Artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 moet aldus worden uitgelegd dat het tussen de betrokken personen te vinden “rechtvaardige evenwicht” impliceert dat de billijke compensatie moet worden berekend op basis van het criterium van de schade geleden door de auteurs van beschermde werken als gevolg van de invoering van de uitzondering voor het kopiëren voor privé-gebruik” (Punt 2) dictum arrest.

    Wat nu de concrete stand van zaken betreft over de uitvoering van artikel 58 Auteurswet, kan ik melden dat in 2006, tijdens de vorige federale en gemeenschapsregeringen, de tekst van het samenwerkingsakkoord werd aangepast op basis van het advies van de Raad van State.

    Intussen, werd het koninklijk besluit van 28 maart 1996 betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken in december 2009 aangepast en gemoderniseerd om rekening te houden met de huidige technologische realiteit.

    Om effectief in werking te kunnen treden moet er een akkoord zijn over de tekst van het samenwerkingsakkoord, en moet dit nog formeel worden goedgekeurd door de bevoegde ministers en vervolgens worden bekrachtigd door de verschillende parlementen. Rekening houdend met de situatie van de lopende zaken, werd vanuit de federale overheid op dit ogenblik nog geen nieuw initiatief genomen tot het sluiten van een samenwerkingsakkoord.

  2. Het woord “fonds” dat ik gebruikt heb in het antwoord op vraag nr. 14 764 tijdens de commissie voor het bedrijfsleven van 8 oktober 2010, is een algemene term om de inkomsten aan te duiden die voortvloeien uit de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik die worden geïnd door Auvibel, en die gedeeltelijk zouden kunnen verdeeld worden onder de federale overheid en de gemeenschappen voor de aanmoediging van de schepping van werken. De eerste gelden zullen aan de gemeenschappen kunnen worden overgemaakt indien en van zodra het samenwerkingsakkoord tot uitvoering van artikel 58 van de auteurswet door alle betrokken partijen formeel zal zijn goedgekeurd.