Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4943

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Landsverdediging

Zelfmoord - Personeelsleden Belgisch leger - Cijfers - Evolutie - Maatregelen

zelfmoord
officiële statistiek
krijgsmacht
militair personeel

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
26/1/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3824

Vraag nr. 5-4943 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zelfmoord (sommigen prefereren zelfdoding) blijkt een dramatisch maatschappelijk fenomeen dat zich in alle geledingen van de samenleving manifesteert. België behoort bij de internationale koplopers inzake het aantal zelfmoorden.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel zelfmoorden bij personeelsleden van het Belgisch Leger stelde men jaarlijks vast in de periode 2006-2010? Bestaan er hierbij opvallende verschillen naargelang het onderdeel van het leger, de militaire rang of het geslacht?

2) Hoe evolueerde dit aantal en welke conclusies, duidingen of hypotheses kan men bij deze ontwikkelingen plaatsen?

3) Wijkt het fenomeen zelfmoord bij het Belgisch Leger af van wat men maatschappelijk gemiddeld vaststelt? Zo ja, welke afwijkingen en met welke oorzaken?

4) Bestaan er bijzondere maatregelen om zelfmoorden bij het Belgisch Leger te voorkomen?

5) Bestaan er bijzondere maatregelen om collegae in deze tragische gevallen bij te staan en te begeleiden?

Antwoord ontvangen op 26 januari 2012 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De onderstaande tabel biedt een overzicht van de zelfdodingen per regionale antenne van de sociale dienst. Elke antenne komt overeen met een of twee provincies. Er bestaan geen cijfers voor 2006 en 2007.

 

Zelfdodingen per regionale antenne van de sociale dienst van Defensie

Brugge

Leopolds-
burg

Neder-over-
Heembeek

Namen

Luik

Marche-en
Famenne

Bergen

2008

Vrijwilligers

1

2

0

0

0

1

0

Onderofficieren

1

2

0

0

0

0

3

Officieren

0

0

0

0

0

0

0

Burgers

0

0

0

0

0

0

0

2009

Vrijwilligers

1

4

1

1

1

1

0

Onderofficieren

1

1

1

0

0

0

1

Officieren

1

2

0

0

0

0

0

Burgers

0

0

0

0

0

0

0

2010

Vrijwilligers

3

4

2

1

1

1

1

Onderofficieren

1

2

0

1

1

0

0

Officieren

0

0

0

0

0

0

0

Burgers

0

0

0

0

0

0

0

2011(1)

Vrijwilligers

0

1

0

0

1

0

0

Onderofficieren

0

2

0

1

0

2

1

Officieren

0

0

0

0

1

0

0

Burgers

0

0

1

0

0

0

0

(1) : cijfers tot 30 november 2011

De cijfers in deze tabel zijn afkomstig van de sociale dienst van Defensie die sinds 2008 manueel anonieme data bijhoudt. Deze data laten een verdere opdeling per geslacht of legeronderdeel niet toe. Een performanter registratieprogramma wordt actueel ontwikkeld.

2. en 3. Besluiten over de evolutie van de cijfers zijn niet mogelijk zonder een systematische, wetenschappelijke studie van de aantallen en de context.

In 2005 is een interne commissie voor de preventie van zelfdoding tot de conclusie gekomen dat er geen significante verschillen waren tussen de zelfdodingscijfers van Defensie en die van de rest van de bevolking.

4.en 5. Defensie neemt talrijke maatregelen om de psychosociale belasting van het personeel te verminderen. Ze beogen echter niet specifiek de preventie van zelfdoding.

a. Bij de selectie worden de kandidaten geëvalueerd op hun geschiktheid voor het militaire beroep.

b. In de voorbereidingsfase van een operatie volgen de militairen een training om ze met de psychologische en sociale uitdagingen van zendingen te leren omgaan. 

c. Militairen met geestelijke gezondheidsproblemen nemen niet deel aan langdurige opdrachten tot ze opnieuw geschikt worden bevonden. Deze militairen kunnen doorverwezen worden naar het Centrum voor Geestelijke Gezondheid waar ze opgevangen en begeleid worden door specialisten. Dit centrum stelt ook een brochure ter beschikking van de militairen en hun collega’s die geconfronteerd worden met een poging tot zelfdoding.

d. Defensie werkt momenteel een psychosociale risicoanalyse uit als onderdeel van het dynamisch risicobeheersingssysteem. De registratie van incidenten van psychosociale aard maakt deel uit van deze risicoanalyse.

e. De sociale dienst van Defensie levert eerstelijnshulp onder de vorm van informatie, advies, en psychosociale ondersteuning. De sociale dienst stelt 67 personen te werk waarvan 31 maatschappelijke assistenten.

f. Defensie stelt een netwerk in plaats van honderd lokale vertrouwenspersonen tot wie het personeel zich kan wenden voor problemen van psychosociale aard. Ook de arbeidsgeneesheren kunnen tussenkomen om in overleg met andere diensten naar oplossingen te zoeken.

g. Bovendien staan 8 centrale bemiddelaars/vertrouwenspersonen in voor de behandeling van klachten. Deze personen hebben allen een vorming genoten om voortekenen van zelfdoding te leren herkennen.

h. Een officier psycholoog van de Defensiestaf neemt deel aan een nieuw NATO-studieproject over de preventie van zelfdoding.

i. In vijf regio’s (Leopoldsburg, Marche-en-Famenne, Brussel, Brugge en Namen) komen de terreinactoren van de psychosociale diensten periodiek bijeen, in de schoot van de psychosociale teams, om aan intervisie en casusbespreking te doen.

j. Momenteel wordt onderzocht hoe de psychosociale hulp toegankelijker kan gemaakt worden met een preventie- en informatiecampagne.

k. Het psychosociaal platform dat de belangrijkste actoren van het psychosociaal domein periodiek verenigt, zal nagaan hoe men het aantal gevallen van zelfdoding kan doen dalen. Het verbeteren van de betrouwbaarheid van de registratie schijnt zich hiervoor op te dringen.

l. Los hiervan wordt nagedacht over een nauwere samenwerking met civiele organisaties die aan zelfmoordpreventie doen.