Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4927

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Landsverdediging

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie - Lidstaten - Defensiebudgetten - Status-quo - Synergieën - Smart defence

NAVO
defensiebegroting
defensiebeleid

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
25/1/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3336

Vraag nr. 5-4927 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Anders Fogh Rasmussen, chef van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), riep de Noord-Atlantische bondgenoten op hun defensiebudgetten te schermen tegen bijkomende besparingsoperaties. Hij begrijpt dat deze budgetten niet kunnen stijgen, maar beklemtoont hun uitzonderlijk belang. Tegelijkertijd pleit hij sterk voor een smart defence, waarbij veel meer synergie tussen landen zorgt voor meer efficiëntie.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe reageert de geachte minister op dit verzoek van de NAVO-chef? Beaamt hij de stelling dat de defensiebudgetten eigenlijk minder besparingen moeten ondergaan dan andere onderdelen van de overheidsbegroting, bijvoorbeeld op het vlak van sociale zekerheid, volksgezondheid, mobiliteit enz.? Zo ja, waarop baseert de minister zijn conclusie?

2) Vindt hij een meer doorgedreven samenwerking tussen NAVO-leden noodzakelijk, dit om dubbel gebruik en allerlei overlappingen te vermijden en dus efficiënter te kunnen werken? Zo ja, welke onderdelen moet ons leger afstoten omdat andere ze beter kunnen waarborgen en welke onderdelen moet het Belgisch leger met veel meer prioriteit invullen? Op basis van welke argumenten steunen de antwoorden van de minister?

3) Vindt hij een doorgedreven synergie binnen de NAVO prioritair aan bijvoorbeeld een meer Europese defensieaanpak of een samenwerking binnen de United Nations Organisation (UNO)? Zo ja, waarom is een NAVO-omgeving prioritair aan andere?

Antwoord ontvangen op 25 januari 2012 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Tijdens de vergadering van de ministers van Defensie van 5 en 6 oktober 2011 te Brussel heeft Secretaris-generaal Anders Fogh Rasmussen zich uitgesproken over de context van de steeds verminderende defensiebudgetten in Europa maar ook in de Verenigde Staten. De ervaringen van het laatste decennium hebben duidelijk aangetoond dat veiligheid geen vanzelfsprekendheid is. In de toekomst zal de NAVO paraat moeten blijven om operaties uit te voeren voor het verzekeren van de veiligheid. Zonder capaciteiten kunnen echter geen operaties worden uitgevoerd. De recente NAVO-acties in Libië en de lopende operatie in Afghanistan hebben aangetoond dat de NAVO voor bepaalde capaciteiten, zoals verkenning door middel van onbemande vliegtuigen en de brandstofbevoorrading in de lucht, voornamelijk op de Verenigde Staten een beroep moet doen. De Verenigde Staten hebben echter al aangegeven dat dit in de toekomst niet meer vanzelfsprekend zal zijn. Dit heeft Secretaris-generaal Rasmussen er mede toe aangezet na te gaan hoe de Alliantie haar behoeftes zou kunnen invullen.

Het Belgische defensiebudget is tussen 2000 en 2011 gedaald van 2 505 miljoen naar 2 179 miljoen constante euro (basis 2000). Aan het departement van Defensie werden in 2010 en 2011 bijkomende coupures van respectievelijk 131 en 35 miljoen euro opgelegd. Deze budgettaire beperkingen hebben mede geleid tot een opeenvolging van hervormingsplannen, waarvan het laatste, “Voltooiing van de Transformatie” genaamd, in volle uitvoering is.

2. Zoals de Secretaris-generaal al stelde, komt het er niet op aan om meer uit te geven, maar wel om dit op een meer doordachte of rationele manier te doen. De nodige prioriteiten moeten worden bepaald en dubbele uitgaven dienen vermeden te worden. Zo neemt Defensie thans al deel aan een aantal belangrijke samenwerkingsverbanden, zoals de intensieve samenwerking met Nederland binnen de Marinecomponent voor de opwerking, het onderhoud en de inzet van onze schepen, alsook in de schoot van de Luchtcomponent met Frankrijk voor de opleiding van de piloten.

3. Het Europese Pooling and Sharing-initiatief, uitgewerkt op mijn voorstel tijdens de informele vergadering van de ministers van Defensie in Gent, werd gevolgd binnen de NAVO door het gelijkaardige Smart Defence-initiatief van Secretaris-generaal Rasmussen. Deze initiatieven hebben tot doel een antwoord te bieden op de paradox tussen de stijgende operationele behoeften enerzijds en de dalende defensiebudgetten anderzijds. De nood aan samenwerking is door de lidstaten erkend en aanvaard. Beide initiatieven en organisaties situeren zich voor België op hetzelfde niveau. Onze nationale capaciteiten kunnen dus ingezet worden ten voordele van deze beide structuren.