Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4924

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Nationale Loterij - Sponsoring - Lottowielerploeg

beroepssport
Nationale Loterij
beschermheerschap

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
26/1/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3147

Vraag nr. 5-4924 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent besliste de Raad van Bestuur van de Nationale Loterij om aan de Lottowielerploeg een eenmalige en extra dotatie te geven van twee miljoen euro.

Hierbij de volgende vragen.

1) Waarom besliste de Raad van Bestuur van de Nationale Loterij om de Lottowielerploeg een extra eenmalige dotatie te verstrekken van 2 miljoen euro? Op basis van welke argumenten, overwegingen, motieven, assumpties, analyses, enz. kwam deze beslissing tot stand?

2) Waar komt deze extra eenmalige dotatie van twee miljoen euro vandaan? Wordt deze dotatie afgeroomd van andere dotaties? Zo ja, ten koste van welke ondersteuningsmechanisme of begunstigden? Gaat het hier over nieuwe middelen zonder dat bestaande stromen worden belast? Zo ja, hoe ruim is het vrije speelveld van de Nationale Loterij hiervoor?

Antwoord ontvangen op 26 januari 2012 :

Na de beëindiging van de samenwerking met Omega Pharma, werd geen onmiddellijke cosponsor gevonden. Daarom heeft de directie van de Nationale Loterij de raad van bestuur van de Nationale Loterij tijdens de raad van september gevraagd om een tijdelijke extra waarborg van 2,8 miljoen euro te verstrekken voor de indiening van de licentieaanvraag bij de UCI, in afwachting van andere sponsors waarvan de bedragen in mindering zullen gebracht worden. Inmiddels werd een bijkomende sponsor aangetrokken.

Met deze budgetverhoging wordt niet op andere sponsorbudgetten bespaard. De extra visibiliteit die de Lotto-wielerploeg zal hebben met enkel Lotto als hoofdsponsor, past in de belangrijke herlancering van Lotto en de verhoogde marketinginspanning ingevolge de toenemende concurrentie in 2012.

Het geachte lid wordt tevens gewezen op de antwoorden die werden gegeven op de samengevoegde vragen van mevrouw Minneke De Ridder over “de verhoogde subsidie voor de Lotto-wielerploeg” (nr. 6163) en van de heer David Geerts over “de uitbouw van de Lotto-wielerploeg” (nr. 6170) opgenomen in het verslag van de Kamercommissie voor Financiën en de Begroting van 26 oktober 2011.