Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4878

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Bestrijding van de armoede - Eenoudergezinnen - Alimentatiefonds - Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) - Werking - Evolutie - Tekort

armoede
eenoudergezin
alimentatieplicht

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
30/10/2013Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3615

Vraag nr. 5-4878 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het alimentatiefonds is een uiterst belangrijk middel in de bestrijding van armoede. Hierdoor verwerven onder andere eenoudergezinnen een ondersteuning die hen helpt om te kunnen overleven. De werking van het alimentatiefonds blijkt echter nog steeds niet optimaal te functioneren.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe evolueerde de jaarlijkse omvang van het alimentatiefonds sinds haar oprichting in 2003?

2) Hoe evolueerde het aantal jaarlijkse vorderingen bij het alimentatiefonds sinds de oprichting ervan? Hoeveel vorderingen werden jaarlijks niet toegekend?

3) Wat is het jaarlijks tekort van het alimentatiefonds om haar taken optimaal uit te voeren? Welke inspanningen heeft de geachte minister geleverd om dit alimentatiefonds optimaal te laten werken?

Antwoord ontvangen op 30 oktober 2013 :

1. tot 3. De Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) werd opgericht bij de wet van 21 februari 2003 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 2003). Deze dienst heeft als opdrachten:

Om de betaling van de voorschotten te verzekeren, werd een begrotingsfonds, genaamd “18-2 Fonds betreffende de betaling van voorschotten inzake alimentatievorderingen”, opgericht (zie art. 45 van de Programmawet van 11 juli 2005 (Belgisch Staatsblad van 12 juli 2005)). Het is dit fonds, het alimentatiefonds, dat het voorwerp uitmaakt van de vragen.

De volgende ontvangsten worden aan het begrotingsfonds toegewezen:

Omdat de ontvangsten niet voldoende waren om de uitgaven (in casu de uitbetaling van de voorschotten) te dekken, werden jaarlijks in de Algemene Uitgavenbegroting de nodige maatregelen genomen om de DAVO toe te laten de voorschotten te betalen. Meer concreet werd het begrotingsfonds gemachtigd een bepaalde debettoestand in vastlegging en in vereffening te vertonen en werd voorzien in een variabel krediet op basis waarvan de voorschotten werden uitbetaald. Het Fonds werd opgeheven door artikel 74 van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad, 30 december 2011). Deze opheffing ging in op 1 januari 2012. Sindsdien worden de variable kredieten rechtstreeks op de begroting voorzien en ESR-matig aangerekend.

Andere acties situeren zich op het vlak van de bekendmaking van de dienst bij de bevolking. Naast de vermelding van de opdracht en de gegevens van de plaatselijke DAVO-diensten in de gerechtelijke uitspraken, worden de brochure en de folder jaarlijks bijgewerkt en verzonden. Bovendien werden, in het kader van het Federaal Plan Armoedebestrijding, vanaf september-oktober 2013, 18 960 folders en 3 410 brochures naar de OCMW’s verstuurd om ze te verdelen onder hun klanten.

In de tabel gaat een overzicht, per jaar, van het variabel krediet, de toegelaten debettoestand, de bedragen van de uitbetaalde voorschotten, de ingevorderde bedragen die als ontvangsten aan het alimentatiefonds werden toegewezen evenals het aantal voorschottendossiers en het aantal begunstigde kinderen van deze voorschotten.