Politie - Attitude - Rapport Comité P - Klachten - Bijscholing
politie
gemeentepolitie
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten
23/12/2011 | Verzending vraag |
26/10/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3882
Het Comité P rapporteert dat er in 2010 meer klachten over een onaanvaardbare attitude van politiemensen werden geformuleerd dan over onduldbaar geweld door de politie.
Hierover de volgende vragen:
1) Beaamt de geachte minister dat een onaanvaardbare attitude van de politie het grootste aandeel vormt van het totaal aantal klachten over politieoptreden? Hoe definieert zij in dit verband een onaanvaardbare attitude?
2) Beaamt zij de analyse van dit rapport, die wijst op een grote nood aan bijscholing en een veel betere organisatie van het onthaal, onder andere bij het noteren van klachten?
3) Op welke wijze zal zij concrete gevolgen geven aan deze vaststellingen? Hoe en wanneer zal de bijscholing van politiemensen hieromtrent verbeteren?
4) Welke maatregelen zal zij treffen om het onthaal van de politie, expliciet met betrekking tot het registreren van klachten rond de politie, beter te organiseren?
Vragen 1 en 2.
Noch de conclusies van het rapport van het Comité P van 2010 , noch de definiëring van de “onaanvaardbare attitude” die het comité P hanteerde, trek ik in twijfel. Sindsdien werden echter al verscheidene maatregelen doorgevoerd in de schoot van de politiediensten om tegemoet te komen aan de resultaten van dit rapport.
Vraag 3.
Tijdens de basis- en voortgezette opleidingen wordt veel aandacht besteed aan de deontologie, de principes van ‘excellente politiezorg (EPZ)’, de attitude en de voorbeeldfunctie van het politiepersoneel. De deontologie en de attitude werden beschouwd als prioriteiten in de opleidingsplannen 2010 en 2011. De politiediensten hebben een specifieke actie ondernomen in 2011 door de publicatie van strips rond integriteit en deontologie via internet.
Vóór de aanvang van de basisopleiding wordt een exemplaar van de deontologische code overhandigd aan elke aspirant.
Vraag 4.
Elke politieambtenaar moet de gerechtelijke overheden in kennis stellen van de misdrijven waarvan hij kennis neemt, hierin begrepen deze waaraan een collega/agent van politie of politieambtenaar zich schuldig maakt. Daarenboven dient ook het comité P ingelicht te worden van deze feiten. Alle politieambtenaren worden veelvuldig op deze plicht gewezen tijdens hun opleiding. Hoe de korpschefs van de lokale zones dit integreren in hun lokale beleid is uiteraard eigen aan elke zone en elk dossier (bv. voor effectieve misdrijven wordt de dienst intern toezicht onmiddellijk ingelicht die vervolgens de volledige zaak naar zich toetrekt, overname van het dossier door een naburige zone om belangenvermenging te vermijden, voor kleinere dossiers kan het inlichten van de dienstoverste volstaan, enz.).