Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4857

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Co-ouderschapregeling - Kinderen - Identiteitskaart

echtscheiding
hoederecht
identiteitsbewijs
kind

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
30/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3639

Vraag nr. 5-4857 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij gescheiden ouders in een co-ouderschapregeling gebeurt het wel eens dat er problemen ontstaan met de unieke identiteitskaart van de kinderen. Deze bevindt zich uiteraard steeds bij één van de ouders. Bij het wijzigen van ouder, zeker bij kleinere kinderen, vergeet men wel eens deze kaart mee te geven. Soms gaat het ook over pestgedrag van een ouder. Zo gebeurt het soms dat een kind niet op een geplande vakantie kan geen met één van de ouders, omdat de andere ouder de identiteitskaart achterhoudt.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de minister zich bewust van deze problematiek en onderschrijft hij de relevantie ervan voor het dagelijkse leven van duizenden ouders en kinderen? Heeft de minister al iets ondernomen om deze problematiek te verhelpen?

2) Onderzocht men reeds de piste om een tweede identiteitskaart (eventueel met verschillende domicilieadres) aan de ouders in co-ouderschapregeling te verstrekken? Wat zijn daarbij de mogelijke knelpunten? Zijn er andere alternatieven onderzocht om deze problematiek te verhelpen en welke zijn deze?

Antwoord ontvangen op 30 maart 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

  1. Ik ben mij zeker bewust van deze problematiek. In de naar de gemeenten gestuurde omzendbrief de dato 31 januari 2007 betreffende de afgifte van identiteitsbewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar werd hiernaar uitdrukkelijk verwezen. In deze omzendbrief wordt verduidelijkt dat het kind houder is van de Kids-ID, wat dan ook betekent dat dit identiteitsdocument het kind dient te volgen bij een tijdelijk verblijf bij de andere ouder. Ook wordt in deze omzendbrief gesteld dat in de gevallen dat de ene ouder de Kids-ID toch niet doorgeeft aan de andere ouder, dit voor de gemeente geen aanleiding mag zijn om aan de andere ouder een tweede Kids-ID af te leveren voor hetzelfde kind. Zoals aangehaald in de omzendbrief, is het in dergelijk geval niet de taak van de gemeente om tussen te komen in echtelijke betwistingen met betrekking tot de uitoefening van het ouderlijk gezag. Indien tussen de ouders geen overeenstemming kan worden bereikt omtrent de afgifte van de Kids-ID, kan de gemeente niet meer doen dan de betrokken ouders door te verwijzen naar een organisatie die bevoegd is inzake gezinsbemiddeling of naar de jeugdrechter.

  2. Artikel 16sexies, §3, van het koninklijk besluit (KB) van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar bepaalt dat een Belgisch kind onder de twaalf jaar in geen geval houder mag zijn van meer dan één identiteitsdocument.

    Op dit verbod kan geen afwijking worden toegestaan en dit zeker niet wanneer één van de ouders weigert zijn/haar verplichtingen na te komen.

    Indien één van de ouders blijft weigeren om de Kids-ID te bezorgen aan de andere ouder wanneer deze laatste met zijn kind op reis wenst te gaan, dient deze laatste de tussenkomst van de gezinsbemiddeling in te roepen of desgevallend de jeugdrechtbank vragen ten einde de andere ouder te dwingen tot het meegeven van de Kids-ID.

    Naast de mogelijkheid om een Kids-ID aan te vragen voor reizen naar het buitenland (de Kids-ID is slechts geldig in de Europese landen en enkele toeristische landen buiten Europa), kan men ook steeds een paspoort aanvragen.