Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4850

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Federale Politie - Commissaris-generaal - Selectie-examen - Klachten

politie
aanstellingsexamen

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
25/7/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3538

Vraag nr. 5-4850 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent vonden de selectieproeven voor commissaris-generaal van de Federale Politie plaats. Een deel van deze selectie, namelijk de mondelinge proef, werd over twee dagen verspreid (de helft van de kandidaten per dag). Na afloop bleek dat van de vijf kandidaten die op dag één werden bevraagd er drie als ongeschikt werden verklaard, van de vijf kandidaten die op dag twee verschenen slaagden er vier.

Anonieme bronnen, afkomstig uit de vakbonden die als getuigen bij de selectiegesprekken aanwezig waren, stellen dat de kandidaten - of een aantal van hen - van dag twee al geïnformeerd werden over de vraagstelling, zodat het verrassingseffect van deze vragen niet meespeelde en daardoor het antwoord positief beïnvloedde.

Hierover de volgende vragen:

1) Is de geachte minister op de hoogte van de beschuldigingen die werden geuit met betrekking tot de mondelinge proef voor de selectie van commissaris-generaal van de Federale Politie? Hoe evalueert of duidt zij deze beschuldigingen?

2) Hoe verklaart zij dat - ongeacht of deze beschuldigingen op de waarheid berusten - dat de organisatie van zulk belangrijke en uiterst gevoelige selectieproef zulke beschuldigingen plausibel maakt? Beaamt zij dat de organisatie van deze proef zich daardoor onnodig gevoelig maakte voor allerlei kritieken en daardoor deze selectie eveneens onnodig belast met zwemen van twijfel?

3) Zal zij naar aanleiding van dit feit de verantwoordelijken voor deze proef wijzen op deze fout?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2012 :

1) Natuurlijk is het voor een kandidaat die niet geslaagd is voor een examen verleidelijk, om deze mislukking te verklaren door de eigenaardigheden van het examen die ongunstig waren voor hem of door daarentegen de betere omstandigheden die de kandidaten die wel slaagden voor dit examen in te roepen in plaats van zich vragen te stellen bij de kwaliteit van zijn eigen kandidatuur of zijn eigen presentatie voor de jury. Er moet worden toegegeven dat de spreiding van eenzelfde examen over twee dagen dergelijke speculaties zeker kan voeden. Het is overigens een van de middelen die voor de Raad van State, door een van de kandidaten die ongeschikt verklaard werden tijdens de selectie voor de betrekking van commissaris-generaal van de federale politie, werd ingeroepen. Sta mij dus toe om het oordeel over het geloof dat gehecht moet worden aan een dergelijke bewering over te laten aan de wijsheid van het hoger rechtscollege. 

2) Het is niet mijn gewoonte om over de gevolgen van iets wat momenteel slechts waarschijnlijk is positie te kiezen. Zoals reeds gezegd is de hier aangevoerde klacht tegen de procedure ingediend bij de Raad van State. We zullen zien of de Raad van State al dan niet zal oordelen dat deze gegrond is.  

3) De hier veronderstelde « fout » moet nog worden aangetoond en pas dan kan de verantwoordelijkheid voor het voorkomen ervan eventueel bekeken worden.