|
|
Politie - Achtervolging - Procedures
politie
politiecontrole
beroepsopleiding
mentale spanning
gemeentepolitie
| 23/12/2011 | Verzending vraag |
| 5/9/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3388
In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag (5-2765) verwijst de geachte minister naar een werkgroep die momenteel een ontwerpnota samenstelt over het narijden van voertuigen.
Hierover de volgende vragen:
1) Hoe is deze werkgroep samengesteld en sinds wanneer werkt hij aan deze opdracht? Wanneer wordt deze nota afgeleverd? Kan ik hiervan een kopie krijgen?
2) Wat is de status en bedoeling van deze ontwerpnota? Gaat het hier om louter aanbevelingen of zal deze leiden naar nieuwe procedures en modus operandi?
3) De geachte minister stelt dat de opleiding geweldbeheersing een aantal instructies en bedenkingen wordt gegeven. Acht zij het weergeven van "een aantal instructies en bedenkingen" een voldoende voorbereiding voor de echte en ongetwijfeld stresserende ervaring van een achtervolging? Deze nota zou uit 2007 dateren. Wordt dit enkel verstrekt aan agenten in opleiding of krijgen de in dienst zijnde politieagenten hierover ook een bijscholing?
4) Beoordeelt zij het ontbreken van een algemeen kader voor het narijden van voertuigen als een mankement? Zo ja, engageert zij zich om hier met spoed werk van te maken? Zo neen, met welke argumenten verdedigt zij deze (non-)beleidskeuze?
Binnen de federale wegpolitie bestaat er een werkgroep “Achtervolging en interceptie”, waarvan de werkzaamheden momenteel zijn opgeschort. Deze werkgroep is samengesteld uit leden van de federale wegpolitie en werd opgericht begin 2008.
Pas sinds 2011 buigt deze werkgroep zich over de in uw vraag vernoemde problematiek. Tussen 2008 en 2011 heeft deze werkgroep de problematiek van de spookrijders, de geplande statische controles, … bestudeerd.
Momenteel bestaat er een ontwerpnota met betrekking tot de achtervolgingen. Deze blijft in ontwerpfase staan in afwachting van het resultaat van een ander werkgroep met betrekking tot “De sturing en coördinatie van deze supralokale evenementen” waarvan het voorzitterschap wordt waargenomen door de directie van de operaties inzake bestuurlijke politie.
De ontwerpnota wordt uitgevaardigd als interne richtlijnen inzake achtervolgingen voor de federale wegpolitie.
De nota uit 2007 is een officiële opleidingsbrochure, die als basis dient voor het verstrekken van instructies, goede raad en beschouwingen aan de politiemensen.
In de basisopleiding geeft de federale school geen opleiding aan de aspirant politie-inspecteurs, maar wel aan de aspirant-hoofdinspecteurs en de aspirant-commissarissen. In de laatst bedoelde opleiding wordt informatie gegeven over het narijden en stoppen van voertuigen op basis van die brochure ‘Controle van voertuigen’, waar volgende thema's aangehaald worden:
een voertuig tot stilstand brengen vanuit een politievoertuig en het klemrijden;
geïmmobiliseerd voertuig;
het narijden.
Er worden geen praktische simulaties of integratieoefeningen gehouden. De verwezenlijking hiervan zou meer opleidingstijd, de beschikking over gepaste voertuigen en een geschikt terrein vereisen.
Wat betreft de basisopleiding van de aspirant-inspecteurs, bepaalt iedere politieschool – rekening houdende met de vastgelegde opleidingsdoelstellingen – zelf de inhoud van iedere opleidingsmodule. Om hiervan een overzicht te krijgen dient dus een gedetailleerde bevraging van alle provinciale politiescholen te gebeuren.
De politiemensen op het terrein moeten conform de omzendbrief GPI 48 van 17 maart 2006 betreffende de opleiding en training in geweldbeheersing voor de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten (B.S., 14.04.2006) jaarlijks een aantal uur verplichte opleiding geweldsbeheersing volgen. Het thema ‘Achtervolging’ kan hier dus ook aan bod komen.
Daarnaast kan iedere lokale of federale politiedienst interne richtlijnen opleggen aan zijn personeelsleden.
Het lijkt mij dan ook dat het ontbreken van een algemeen kader geen tekortkoming is.