Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4806

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de staatssecretaris voor Asiel, Immigratie en Maatschappelijke Integratie, toegevoegd aan de minister van Justitie

Overheidsbedrijven - Integratie van ervaringsdeskundigen in de armoedebestrijding

overheidsbedrijf
armoede
sociale analyse
maatschappelijk werker
sociale uitsluiting

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
14/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3055

Vraag nr. 5-4806 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 5-2134, stelde de geachte staatssecretaris dat de inhoud identiek is aan mijn schriftelijke vraag nr. 5-2136 en verwees hij me dus naar dat antwoord. Deze vraag is echter niet identiek. De ene vraag gaat over overheidsdiensten (5-2136) de andere over overheidsbedrijven (5-2134).

Ik herhaal daarom de vraagstelling van schriftelijke vraag nr. 5-2134 (met aanvulling):

1) Hoeveel ervaringsdeskundigen in de armoede werken momenteel voor een overheidsbedrijf en in welke diensten zijn deze tewerkgesteld (al dan niet gedetacheerd vanuit de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie - POD MI)? Zijn er overheidsbedrijven waar er geen ervaringsdeskundige aan de slag is? Hoe verklaart en verantwoordt de geachte staatssecretaris dit?

2) Hoe verloopt de rekrutering van deze ervaringsdeskundigen? Onder welk soort statuut vallen zij (contractueel of statutair, van beperkte of onbepaalde duur, halftijds of deeltijds, niveau, barema, enz.)? Bestaat er een verschillen tussen de ervaringsdeskundigen die tewerkgesteld zijn in overheidsbedrijven en diegenen die tewerkgesteld zijn in overheidsdiensten? Welke toekomstperspectieven hebben deze ervaringsdeskundigen binnen de overheidsbedrijven?

3) Werd dit project reeds geëvalueerd en met welk resultaat? Leidde de inzet van de ervaringsdeskundigen daadwerkelijk naar het verbeteren van de toegankelijkheid van de diensten van deze overheidsbedrijven voor alle burgers, waaronder mensen in armoede? Leidde deze aanpak naar een betere toepassing van de sociale grondrechten voor iedereen? Kan de geachte staatssecretaris dit concretiseren aan de hand van een voorbeeld? Waar liggen de grootste knelpunten in dit project? Wat ondernam of plant hij om deze knelpunten weg te werken?

4) Is hij tevreden met de werking en de resultaten van het project? Acht hij de huidige opzet als voldoende om de beoogde doelen te bereiken? Plant hij hier nog verdere initiatieven of een uitbreiding van het project? Bestaat er vanuit de overheid een budgettair engagement om dit project op lange termijn te financieren?

Antwoord ontvangen op 14 maart 2012 :

Ik ben van mening dat de ervaringsdeskundigen een belangrijke schakel zijn tussen de overheid en de burger. Hun ervaring in de armoede dient ten volle benut te worden in het besluitvormingsproces.

Dit project van ervaringsdeskundigen ontplooit binnen de federale overheidsdiensten een nieuwe strategie in de strijd tegen armoede.

De Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie coördineert het project, kreeg steun van het Europees Sociaal Fonds, rekruteerde de ervaringsdeskundigen en zocht partners binnen de verschillende overheidsdiensten.

Hierbij vindt u het antwoord op uw vragen.

  1. Er zijn momenteel nog geen ervaringsdeskundigen aan de slag bij overheidsbedrijven. Mijn voorganger heeft er in eerste instantie voor gekozen om het pilootproject op te starten binnen de federale overheidsdiensten. Er werden in het federaal plan armoedebestrijding dan ook enkele prioriteiten aangeduid waaronder Justitie en Volksgezondheid.

    Er zijn gesprekken gevoerd om de mogelijkheden af te tasten om ook binnen de federale overheidsbedrijven ervaringsdeskundigen aan te werven. De middelen die voorzien werden door het interdepartementaal fonds en het ESF laten momenteel niet toe om nieuwe ervaringsdeskundigen te detacheren bij overheidsbedrijven. Enkelen onder hen bekijken momenteel de mogelijkheden binnen hun budgetten en personeelsplannen voor het aanwerven van een ervaringsdeskundige. De know-how is via de POD MI ter beschikking van de overheidsbedrijven die tot aanwerving van ervaringsdeskundigen zouden willen overgaan.

    Ik ben ervan overtuigd dat ervaringsdeskundigen een nuttige bijdrage kunnen leveren, ook in het kader van overheidsbedrijven.

  2. De rekrutering van ervaringsdeskundigen verloopt, met akkoord van Selor, volgens een specifieke werving omdat we ervan uitgaan dat het niet volstaat om via de geijkte kanalen mensen in armoede te bereiken. De vacature wordt verspreid via de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW)’s, verenigingen waar armen het woord nemen, opleidingen tot ervaringsdeskundigen, onze ervaringsdeskundigen en alle diensten en organisaties die op een of andere manier bij het project betrokken zijn.

    De ervaringsdeskundigen worden aangeworven met een contract van bepaalde duur voor één jaar, vermits ze tewerkgesteld worden in het kader van een project. Hun contract wordt bij positieve evaluatie verlengd met een jaar, waarna ze een contract van onbepaalde duur krijgen. De mensen worden aangeworven op niveau D of niveau C (zij die hun diploma secundair onderwijs behaalden of de opleiding van De Link of Institut Roger Guilbert succesvol afrondden).

    Momenteel onderzoeken mijn medewerkers ook de piste van de Elders Verworven Competenties en de techniek van de Instapkaart, door Selor ontworpen, om mensen op niveau C te kunnen inschalen.

    De ervaringsdeskundigen verwerven veel respect voor hun competenties binnen hun diensten. Het coördinatieteam van het project stimuleert individuele ervaringsdeskundigen om mee te doen aan selectieprocedures en stimuleert de diensten om ervaringsdeskundigen rechtstreeks aan te werven als ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting of een andere functie indien hun interesse daarnaar uitgaat. Het project wil immers ook ruimte bieden voor een verdere professionele doorstroming. Het project zet hiervoor dan ook ruim in op opleidingskansen.

  3. Het vernieuwende karakter van de het project van de ervaringsdeskundigen vraagt naar een kritische blik en constructieve kritieken ter verbetering. Daarom ook dat het project om de twee jaar geëvalueerd wordt door deskundige buitenstaanders. Het project werd voor deze aanpak door het Rekenhof zeer positief gewaardeerd.

    De evaluatierapporten zijn te raadplegen op de site van de POD Maatschappelijke Integratie www.mi-is.be. Wat de successen van het project betreft willen we graag verwijzen naar een studie die werd gemaakt samen met onderzoekers van de Universiteit van Antwerpen en van Luik “Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting, Pioniers van innovatie in de Belgische Federale Openbare Diensten.” Het boek werd met veel belangstelling onthaald door verschillende Europese verantwoordelijken. Het gaat dieper in op de verwezenlijkingen binnen de verschillende diensten.

    Veel ervaringsdeskundigen hebben op basis van hun praktijk binnen de diensten ook adviezen geformuleerd die een verrijking zouden kunnen betekenen voor het federaal beleidsplan tegen armoede.

  4. Het project heeft zijn waarde al bewezen. Het verdient zeker een grondige verderzetting en een uitbreiding van het aantal ervaringsdeskundigen naar meer diensten, wat ook een uitbreiding van de begeleiding met zich mee moet brengen. Dit betekent dan ook dat er middelen voor moeten vrijgemaakt worden. Ik zal er als staatssecretaris alles voor doen om hierover een politiek akkoord te stimuleren in de geest van het regeerakkoord.