Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4772

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Overheidsbedrijven - gebruik van de prikklok

overheidsbedrijf
werktijden
arbeidsduur
overheidsapparaat

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
20/1/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2128

Vraag nr. 5-4772 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gebruik van een prikklok bij ambtenaren staat garant voor grote discussies. De tegenstanders beschouwen dit instrument als volledig achterhaald, het zegt niets over de kwaliteit van het geleverde werk en staat symbool voor het wantrouwen in het personeel. De afschaffing van de prikklok zorgt daarentegen voor meer flexibiliteit en creativiteit, wat ten goede komt aan de productiviteit. Afschaffing geeft volgens ook meer mogelijkheden om gezin en job optimaal te combineren. De voorstanders van de prikklok stellen daarentegen dat dit systeem de werknemers juist al jaren de mogelijkheid geeft om het werk beter af te stemmen op het gezinsleven. Dankzij het systeem van de glij- en stamtijden, maken werknemers zelf hun dagindeling. Het systeem geeft houvast. Bovendien registreert het prikkloksysteem alle extra gepresteerde uren, waardoor de recuperatie van overuren doorzichtbaar en dus zonder discussie is. Door het afschaffen van de prikklok, worden wellicht massaal overuren gepresteerd, zonder enige vorm van controle of beperking.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel en welke overheidsbedrijven maken nog gebruik van het prikkloksysteem? Hoeveel ambtenaren vallen er in globo en per overheidsbedrijf onder dit systeem? Hoe zijn deze cijfers geëvolueerd in de periode 2006-2010? Hoe evalueert en duidt de minister deze cijfers?

2. Wie beslist er over het invoeren of het afvoeren van dit systeem? Wie draagt er daarbij de eindverantwoordelijkheid?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2012 :

Ik deel het geachte lid mee dat het onderwerp van deze vraag onder de bevoegdheid van de minister van Overheidsbedrijven ressorteert, aan wie zij dus dient te worden gesteld.