Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4689

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Politie zone van Ukkel-Watermaal-Bosvoorde-Oudergem - Parkeerboetes - Inning - Taalwetgeving

Hoofdstedelijk Gewest Brussels
gemeentepolitie
overtreding van het verkeersreglement
administratieve sanctie
plaatselijke overheid
taalgebruik

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
7/6/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3118

Vraag nr. 5-4689 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent werd ik geconfronteerd met het volgende verhaal van de heer X. Na de vaststelling van de overtreding van een parkeerverbod in Oudergem, werd de heer X geverbaliseerd door de zonale politie (Ukkel, Watermaal-Bosvoorde, Oudergem). Om alle misverstanden te vermijden, het betrof hier geen niet-betaalde parkeerretributie. Het proces verbaal (PV) verwijst naar de federale verkeerswetgeving en naar de gemeentelijke politieverordening. Dit PV berichtte dat de heer X door de gemeentelijke ambtenaar voor administratieve sancties zou worden gecontacteerd worden. Het PV was, zoals het hoort, opgesteld in het Nederlands.

Kort nadien ontving de heer X van de 'fonctionnaire sanctionnateur' van Oudergem een voorstel tot minnelijke schikking, te storten in de gemeentekas.

Dit voorstel tot minnelijke schikking is omwille van twee redenen erg bevreemdend:

- Het is in het Frans opgesteld;

- Het is een verzoek tot storting van gelden in de gemeentekas terwijl deze de federale overheid toekomen.

De heer X stuurde de 'fonctionnaire sanctionnateur' van Oudergem een briefje met het verzoek om een Nederlandstalig voorstel toe te sturen. Aan dit verzoek werd geen gevolg gegeven.

Ongeveer twee maand later ontvangt de heer X van de 'sanctionerende ambtenaar' (tevens gemeentesecretaris) het uitdrukkelijk verzoek de 'administratieve sanctie' te voldoen. Dit document is in het Nederlands. Er wordt uiteraard gedreigd met kosten van deurwaarder en procesvoering. Het niet ontvangen van een Nederlandstalig voorstel tot minnelijke schikking ontving verantwoordt hij met de opmerking dat het aanbieden van een minnelijk voorstel niet verplicht is. Hieruit concludeert hij dat hij niet verplicht is, zelfs niet op een uitdrukkelijk verzoek (!), een Nederlandstalig document toe te sturen. Kortom een bewuste en flagrante schending van de taalwetgeving.

Het gemeentebestuur van Oudergem ging hierbij zeer creatief tewerk. Het verwijst naar de gemeentelijke politieverordening en stelt dat indien de Procureur afziet van vervolging (ten voordele van de federale overheid) de gemeente een administratieve sanctie oplegt. De bevoegdheid hiertoe op gemeentelijk vlak is beperkt: ze mogen een dergelijke sanctie niet opleggen wanneer dezelfde overtreding op hoger vlak (federaal in casu) is gepenaliseerd. Deze beperking is uitdrukkelijk opgenomen in de federale regelgeving ter zake (Nieuwe gemeentewet). Het lijkt of op deze wijze worden op een creatieve wijze gelden die de federale overheid toekomen naar de gemeentekas versluisd. Gelet op het feit dat in het PV naar de verkeerswetgeving én naar de gemeentelijke politieverordening worden verwezen, lijkt dit te gebeuren op een systematische wijze, met de inschakeling van de politie (opstellers van het PV met dubbele verwijzing) en van de Procureur des Konings.

Ik heb bij deze feiten de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister de analyse dat dergelijke aanpak volledig illegaal is?

2) Beoordeelt hij dat in deze aanpak de taalwetgeving flagrant werd overtreden en dat het argument dat de "sanctionerende ambtenaar", in dit geval de gemeentesecretaris, gen hout snijdt?

3) Gaat hij akkoord dat door deze aanpak middelen bestemd voor de staatskas op systematische en onwettige wijze worden afgeleid naar de gemeentekas?

Beaamt hij dat het betrokken gemeentebestuur bewust en systematisch misbruik maakt van haar macht door desinformatie en intimidatie (procesvoering met de daaraan verbonden kosten) van de overtreders?

Antwoord ontvangen op 7 juni 2012 :

Antwoord op vraag 1 : 

Krachtens de wet van 19 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, kan de Gemeenteraad in administratieve sancties voorzien voor inbreuken op zijn reglementen en verordeningen, behoudens indien een strafrechtelijke of administratieve sanctie in een wet, decreet of ordonnantie is opgenomen. Het beginsel van het verbod op dubbele strafbaarstelling blijft dus van toepassing. 

In artikel 119bis van de Nieuwe gemeentewet is een afwijking op dit beginsel opgenomen door de Gemeenteraad, onder bepaalde voorwaarden, een administratieve sanctie te laten voorzien, maar enkel voor de strafbare feiten uit artikelen 327 tot 330, 398, 448, 461, 463, 526, 534bis, 534ter, 537 en 545, 559,1°, 561,1°, 563, 2° en 3° en 563bis van het Strafwetboek. 

Volgens omzendbrief nr. COL 1/2006 van het College van procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep en de Omzendbrief OOP 30bis aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet is de samenloop van een administratieve of een strafrechtelijke straf niettemin mogelijk wanneer dezelfde feiten volgens de omstandigheden verschillend konden worden gekwalificeerd. 

Niets belet dus dat een gemeente in administratieve sancties voorziet voor een gedrag dat reeds (gedeeltelijk) door een hogere norm door middel van een andere kwalificatie wordt strafbaar gesteld. 

Vanuit een zowel strafrechtelijk als administratief standpunt kunnen bepaalde gedragingen dus een overtreding vormen. 

De analyse volgens dewelke de benadering illegaal is wordt bijgevolg niet gedeeld. 

Antwoord op vraag 2 : 

De procedure voor een gemeentelijke administratieve sanctie wordt geregeld door de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken waarin in artikel 19 wordt gesteld “iedere plaatselijke dienst van Brussel-Hoofdstad gebruikt in zijn betrekkingen met een particulier de door deze gebruikte taal, voor zover die taal het Nederlands of het Frans is”. 

Wat betreft de hierboven vermelde wetgeving, wordt elke correspondentie van de “sanctionerende ambtenaar” van een Brusselse gemeente aan een particulier in de door de betrokkene gebruikte taal verstuurd.  

Antwoord op vraag 3 :  

Aangaande vraag 3 verwijs ik u naar het antwoord gegeven op de eerste vraag. Daarin wordt vermeld dat de analyse volgens dewelke de benadering illegaal is niet wordt gedeeld.