Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4680

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Politieoptredens - Politiegeweld - Klachten - Justitiële behandeling

politie
geweld

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
26/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2791

Vraag nr. 5-4680 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag 5-400 verwijst de minister van Binnenlandse Zaken mij naar de minister van Justitie, met betrekking tot vragen over de justitiële behandeling van klachten over politiegeweld.

Daarom de volgende vragen:

1) Hoeveel klachten werden er jaarlijks voor de periode 2006 - 2010 bij het gerecht neergelegd naar aanleiding van politiegeweld? Tot welke afhandeling leidde de behandeling van deze klachten? Hoe evalueert en duidt de geachte minister de evolutie van deze cijfers en de afhandelingen?

2) Welke kwalitatieve analyse maakt hij van deze klachten, in welke rubrieken kunnen de klachten en de uiteindelijke behandeling ervan worden ondergebracht? Hoe evalueert en duidt hij deze analyse?

3) Vond er overleg plaats tussen hem en de minister van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van klachten over politieoptredens? Zo ja, tot welke maatregelen leidden deze contacten? Zo niet, zijn deze klachten onvoldoende belangrijk voor een overleg?

Antwoord ontvangen op 26 maart 2012 :

Wat betreft uw eerste vraag:

De databank van het college van Procureurs-generaal, die de parketstatistieken beheert, beschikt niet over een specifieke preventiecode voor geweldsfeiten door de politie.

De preventiecode 43A “opzettelijke slagen en verwondingen” kan politionele geweldsfeiten bevatten. Deze vallen echter niet uit het systeem te distilleren daar de mogelijkheid om het beroep van de dader in te geven in de gegevensbank niet systematisch geregistreerd wordt.

Er kunnen dus geen betrouwbare cijfers worden meegedeeld vanuit de databank van het college van Procureurs-generaal over het aantal klachten dat werd neergelegd en de justitiële afhandeling ervan.

Een bevraging van de diensten van het Comité P en de Algemene Inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie (AIG) levert de volgende informatie op:

2006

106

2007

135

2008

98

2009

148

2010

121

2011

74

Het is van belang om op te merken dat, naast het Comité P en de AIG, ook de Diensten Intern Toezicht van de diverse politiezones en haar equivalent van de Federale Politie over gegevens ter zake kunnen beschikken.

Wat betreft uw tweede vraag:

Gezien de cijfergegevens slechts een partieel beeld geven, is het niet mogelijk om hieruit besluiten te trekken.