Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4676

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Tweede Wereldoorlog - Kinderen en kleinkinderen van collaborateurs - Juridische en andere gevolgen

bestrijding

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
31/5/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2625

Vraag nr. 5-4676 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de nieuwjaarstoespraak van Koning Albert II op 1 februari 1994 tot de overheden van het land, zich aansluitend bij het verzoek van de Koning Boudewijn enkele jaren vroeger, stelde hij: " In het kader van de pacificatie tussen de gemeenschappen moeten maatregelen bestudeerd worden, die kunnen bijdragen tot de verzoening tussen alle burgers. "

Tijdens het daaropvolgend Kamerdebat op 10 februari 1994 werd er zowel voor individuele als voor algemene maatregelen gepleit. In het Vlaams Parlement werd in een verslag van 14 november 1984 van de Parlementaire Werkgroep belast met het opmaken van een inventaris van de sociale en menselijke gevolgen voor de getroffenen van de repressie- en epuratiewetgeving na de Tweede Wereldoorlog, gewezen op mogelijke sociale gevolgen voor kinderen en kleinkinderen van veroordeelden.

Het lijkt me duidelijk en belangrijk om te streven naar een verzoening tussen de burgers, zonder de misdaden van het Naziregime te vergeten of met een algemene spons deze gruwelijke feiten weg te vegen. Anderzijds vind ik het onrechtvaardig indien er vandaag nog kinderen en kleinkinderen van veroordeelden van na de Tweede Wereldoorlog (WOII), zouden lijden onder de misdrijven van hun ouders of grootouders.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bestaan er binnen het bevoegdheidsdomein van de geachte minister sociale en financiële gevolgen van de repressie- en epuratiewetgeving en veroordelingen hieromtrent na WOII op de kinderen en kleinkinderen van die veroordeelden?

2) Zo ja, kan hij deze toelichten, de effecten ervan beschrijven en aangeven over hoeveel mensen het hier gaat?

3) Kan hij een onderscheid maken tussen gevolgen voor de nakomelingen van economische collaborateurs, politieke collaborateurs en daders van misdrijven zoals verklikking, verraad en doodslag?

4) Werden er, onder andere na de oproepen van de Koning, binnen zijn beleidsdomein maatregelen genomen om te verhelpen aan deze problematiek? Zo ja, welke?

5) Wat is de kostprijs om kinderen en kleinkinderen van veroordeelden wegens de repressie- en epuratiewetgeving te bevrijden van de negatieve gevolgen hiervan en dus hun volledige rechten te herstellen, expliciet ook diegene die ze nu ontberen omwille van misdrijven van hun ouders of grootouders, begaan tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Antwoord ontvangen op 31 mei 2012 :

1.-5.) Binnen mijn bevoegdheidsdomein, denk ik voor wat betreft de gevolgen van de repressie-en epuratiewetgeving, aan de veroordelingen wegens daden van incivisme, die voornamelijk gegrond waren op de bepalingen van het Strafwetboek met betrekking tot “Misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat”. Om te evalueren of er nog blijvende gevolgen zijn van de straffen en de veroordelingen die inzake repressie zijn uitgesproken, moeten we vooreerst nagaan welk effect de gronden van tenietgaan van de straffen en de veroordelingen sedert 1944 hebben gehad. Het staat vast dat alle strafvervolgingen en alle straffen inzake repressiemisdrijven thans zijn verjaard. Daarnaast moet ook gewezen worden op de genademaatregelen en de beslissingen van eerherstel die sedertdien zijn verleend. Eerherstel maakt een einde aan de nog werkzame gevolgen van een veroordeling; het brengt herstel mee van burgerrechten, vermijdt dat de veroordeling nog vermeld wordt op uittreksels van het strafregister of op attesten van achtenswaardigheid ten behoeve van kinderen en kleinkinderen, enz. Ik verwijs naar het verslag van de parlementaire werkgroep in het Vlaams Parlement, van 14 november 1994 voor het aantal genadebesluiten en gevallen van eerherstel voor veroordelingen wegens incivisme, verdere cijfers zijn mij niet gekend. Via de voormelde gronden van tenietgaan van de straffen en de veroordelingen konden de nawerkende gevolgen van de repressie in grote mate worden weggewerkt.