Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4669

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Kinderpornografie via het internet - Bestrijding - Samenwerking van de politie met de betaalkaartmaatschappijen

kinderpornografie
kinderbescherming
internet
misdaadbestrijding
politie

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
13/12/2013Herkwalificatie
2/1/2014Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2503
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4500

Vraag nr. 5-4669 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Actieplan " De strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel 2008-2011 " geeft de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie de opdracht om de deelname van politiediensten bij de uitwerking van een partnerschap met de vertegenwoordigers van de betaalkaartmaatschappijen mogelijk te maken voor de aanpak van de commerciële verspreiders van kinderpornografie via het internet. Dit zou gebeuren in het kader van de vergaderingen bij de Europese Commissie.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe werd de doelstelling van het Actieplan " De strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel 2008-2011 " met betrekking tot de deelname van politiediensten bij de uitwerking van een partnerschap met de vertegenwoordigers van de betaalkaartmaatschappijen voor de aanpak van de commerciële verspreiders van kinderpornografie via het internet geconcretiseerd sinds de goedkeuring van dit plan in 2008?

2) Hoe wordt de implementatie van deze doelstelling geëvalueerd?

3) Hoe verloopt de concretisering van deze doelstelling momenteel, in welke mate wordt ze nog als prioriteit behandeld?

Antwoord ontvangen op 2 januari 2014 :

Een 14 maanden durende pilootproject inzake een “Europese financiële coalitie (EFC)” ging van start op 1 juli 2009 en eindigde met een slotconferentie, op 15-16 September 2010. Het doel van de conferentie was om een stand van zaken op te maken met betrekking tot de commerciële verspreiding van kinderpornografische beelden in Europa. Een EFC strategische evaluatie werd uitgebracht tijdens de conferentie. De strategische beoordeling gaf aanbevelingen voor de rechtshandhaving en de industrie op welke wijze verspreiding van kinderporno kan worden aangepakt.

Een Europese financiële coalitie werd opgericht in 2012 met financiering door de EG uit het ISEC programma en verzamelt belanghebbenden van wetshandhaving, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld in Europa met het gemeenschappelijke doel van de strijd tegen de commerciële seksuele uitbuiting van kinderen online. Leden van het EFC bundelen hun krachten om op te treden tegen de betalings- en ICT-systemen, die worden gebruikt om deze illegale activiteiten uit te voeren.

De politiediensten (cel mensenhandel bij de federale politie) hebben, in het geval zij informatie hebben, in de context van dit project steeds informatie gegeven.

Recent, oktober 2013, werd een eerste Europese conferentie door de EFC ter bewustmaking van deze problematiek georganiseerd. Het evenement richtte zich op de gedeelde verantwoordelijkheid van de autoriteiten van de wetshandhaving, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld bij het voorkomen van de productie en online commerciële verspreiding van kinderpornografisch materiaal.

Wetgevingsinstrumenten, zoals het Lanzarote Verdrag dat werd geratificeerd en de richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 over de bestrijding van het seksuele misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, bieden een kader voor de strijd tegen seksuele uitbuiting. Als wetgever dienen we de vinger aan de pols te houden. Technologische ontwikkelingen en verschuivingen in de werkwijze, zoals het misbruik via livestream beelden, vormen een uitdaging voor de aanpak van deze problematiek.

Op vele punten kwam de Belgische wetgeving reeds tegemoet aan de vereisten gesteld door het Verdrag van Lanzarote en de EU-Richtlijn. Een aantal andere punten zijn reeds opgevolgd via de wetten voortvloeiend uit de Parlementaire Commissie seksueel misbruik (wet van 30 november 2011 tot wijziging van de wetgeving wat de verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie betreft, wet van 14 december 2012 tot verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie, de wet van 14 december 2012 tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten met het oog op verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie), zoals bijvoorbeeld het woonverbod dat kan worden opgelegd aan seksuele delinquenten. In de Senaat zijn momenteel ook twee wetsvoorstellen in bespreking met het oog op de invoering van de strafbaarstelling inzake “grooming” (WV 5- 2253 en WV 5-1823).

In de context van de omzetting van de EU richtlijn zal nagegaan worden welke initiatieven kunnen genomen worden, maar dit moet vooral in een Europees kader worden bekeken.