Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4661

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Internetsites met illegale inhoud - Blokkeren - Voorwaarden, legaal kader en controle

internetsite
internet
computercriminaliteit
toezicht op de communicatie
censuur

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
26/11/2012Rappel
11/12/2013Herkwalificatie
2/1/2014Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2419
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4474

Vraag nr. 5-4661 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

België beschikt over de bevoegdheid en instrumenten om bepaalde internetsite te blokkeren indien de inhoud ervan door de Belgische wetgeving als illegaal wordt aanzien. De bekendste voorbeelden hiervan zijn websites die kinderporno publiceren of illegale gokactiviteiten aanbieden.

Deze praktijk behoort in elk geval tot de bevoegdheid van een rechtsstaat. Toch mag men zich, binnen hetzelfde kader van de rechtsstaat, afvragen onder welke voorwaarden, binnen welk legaal kader en onder welke democratische controle deze maatregelen worden genomen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In hoeveel gevallen besliste de Belgische overheid jaarlijks tot de blokkering van een internetsite gedurende de periode van 2006 tot 2010? Welke evolutie tekent zich hier af? Hoe duidt de geachte minister deze cijfers en ontwikkelingen? Kan hij mij een lijst bezorgen van de door de overheid geblokkeerde sites met daarbij de respectieve argumentatie?

2) Binnen welke wettelijke kaders neemt hij de beslissingen om bepaalde internetsites te blokkeren? Hoe toetst hij deze beslissing af? Beschikt hij over een gespecialiseerde dienst? Zo ja, over welke middelen beschikt deze dienst (mankracht, budget, …)? Hoe verloopt de procedure om een site te blokkeren concreet, welke beslissingen worden door wie genomen in welke fase? Wie neemt de uiteindelijke beslissing en wie draagt de eindverantwoordelijkheid? Voor hoelang gelden deze blokkeringen?

3) Welke controlemechanismen zien toe op de totstandkoming en de beslissing om websites te blokkeren? Kan een getroffen site in beroep gaan tegen deze beslissing? Hoe verloopt dit? In hoeveel gevallen werd er in de periode van 2006 tot 2010 beroep aangetekend, met welk resultaat?

4) Welk soort websites worden er geviseerd (kinderporno, goksites, phishing, …)? Worden deze actief opgespoord en geblokkeerd of treedt de overheid pas op na klachten?

5) Hoe kadert hij deze aanpak in internationale afspraken en acties? Pleegt de geachte minister hierover overleg met de Europese Commissie en de andere landen van de Europese Unie? Wat zijn de resultaten van deze Europese acties? Krijgt deze kwestie ook gestalte in andere internationale verbanden? Zo ja, welke en met welke effecten?

Antwoord ontvangen op 2 januari 2014 :

1) Het blokkeren van internetsites met illegale inhoud is een relatief recente procedure in België. Er zijn dus geen statistieken ter zake beschikbaar.

In 2009 was er in een enkel dossier sprake van de vraag om een internetsite te blokkeren.

Deze vraag had betrekking op de site http://www.stopkinderporno.com. Hierop konden personen die gekend waren voor zedenfeiten op minderjarigen worden geïdentificeerd en gelokaliseerd. De site werd in strijd met de openbare orde bevonden en de magistraat heeft beslist om er de toegang toe te blokkeren.

2) De eerste stap bij het ontdekken van een internetsite met als illegaal beschouwde inhoud is het bepalen van de geografische ligging van de servers waar de gegevens zijn opgeslagen.

  1. Ligt de server in België, dan zal onmiddellijk tot een feitelijke inbeslagneming van de server of het wissen van de gegevens op basis van artikel 39bis van het Wetboek van Strafvordering kunnen worden overgegaan.

    In dit geval is er geen blokkeringsprocedure op basis van de domeinnaam.

  2. Wanneer de server in het buitenland gelegen is of nog niet werd gelokaliseerd, dan zal de toegang tot deze gegevens moeten worden verhinderd of zullen de gegevens ontoegankelijk moeten worden gemaakt.

In dit geval zal de procedure uit artikel 39bis, §3 van het Wetboek van Strafvordering worden toegepast die de magistraat, wanneer er geen inbeslagneming mogelijk is, in staat stelt:

a) strijdig zijn met de openbare orde (bijvoorbeeld dreigen met een aanslag, verspreiden van gevoelige informatie, …).

b) strijdig zijn met de goede zeden (bv.: kinderpornografie).

c) een gevaar opleveren voor de integriteit van informaticasystemen of gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen (bijvoorbeeld verspreiden van virussen of Trojaanse paarden, phishing, …).

De beslissing om de blokkering aan te vragen ligt bij de magistraat die belast is met het dossier. Hij is de enige die deze beslissing kan nemen. Hier treedt geen andere controle-instantie op. Hij baseert zich op prerogatieven die hem door het Wetboek van Strafvordering worden toegekend.

De aanvraag van de magistraat wordt aan alle betrokken operatoren via een centraal contactpunt meegedeeld: de Federal Computer Crime Unit van de Federale Gerechtelijke Politie.

De duur van de blokkering hangt af van de magistraat en is onbeperkt. In het algemeen duurt de blokkering zo lang het misdrijf aanhoudt.

De operator verwijst de gebruiker dan door naar een “STOP-pagina” waarop volgend bericht te lezen is:

"U wordt naar deze stoppagina doorverwezen omdat de website die u tracht te bezoeken inhoud aanbiedt die door de Belgische wetgeving als illegaal wordt aanzien.”

“Indien u beheerder of eigenaar van deze website bent en u meent dat deze maatregel ten onrechte is genomen, kan u een fax sturen op het nummer +32(0)2/733.56.16”.

3) Afgezien van de gebruikelijke controles op de door de magistraat gestelde handelingen, wordt deze maatregel niet gecontroleerd.

Indien een persoon zich door een handeling van het opsporings- of gerechtelijk onderzoek benadeeld voelt, dan kan deze het opheffen van de gestelde daad vragen.

Het enige geval van het blokkeren van een site heeft betrekking op een gerechtelijk onderzoek dat nog steeds lopende is. Er kunnen dus nog geen conclusies uit de opgezette procedure worden getrokken.

4) Artikel 39bis staat het blokkeren van gegevens slechts in enkele welbepaalde gevallen toe (zie antwoord 2).

Naast deze procedure, bestaan er bijzondere wetten (zoals de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers) die er toe strekken hun eigen procedure binnen een welbepaald kader op te zetten.

5) Op internationaal niveau bestaat er een samenwerkingsproject, CIRCAMP (Cospol Internet Related Child Abusive Material Project), dat de bronnen wil samenvoegen en de coördinatie tussen de Europese politionele overheden inzake de online uitbuiting van kinderen tracht te verbeteren.

Circamp wordt door Europol en Interpol ondersteund.

Circamp streeft drie doelstellingen na: