Justitie - Verouderde informatica-apparaten - Bestemming - Beleid
ministerie
gegevensverwerkende installatie
28/12/2011 | Verzending vraag |
19/11/2013 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2204
Binnen het departement Justitie zijn er tienduizenden computers, printers, servers, faxtoestellen, scanners, plotters, gsm's, Blacberry's en straks ook iPads aanwezig. Deze moeten regelmatig worden vervangen, zeker onder druk van snel evoluerende soft- en hardware. Heel vaak zijn deze toestellen bij vervanging hoogstens wat verouderd maar zeker niet versleten of nutteloos.
Kan de geachte minister mij de volgende gegevens verstrekken:
1) Wat is het aantal en soort informatica-apparaten (computers - desktop / laptop / notebook -, servers, alle soorten printers / plotters, gsm, blackberrys en dergelijke, hubs, ...) dat werd aangekocht door Justitie, per onderdeel, in de periode van 2006 tot 2010?
2) Hoeveel van deze toestellen er ondertussen verdwenen omdat ze stuk gingen, afgeschreven zijn, verouderd of ineffectief blijken, niet meer compatibel zijn met andere systemen, …?
3) Wat gebeurde er met de informatica-apparaten die wegens afschrijving of ineffectiviteit niet meer werden gebruikt? Bestaat er hieromtrent een expliciet beleid, dat bijvoorbeeld aansluit op de sociale economie, de kringloopcentra, het verenigingsleven, …?
4) Is hij tevreden met de wijze waarop het departement Justitie omgaat met verouderde of niet meer gebruikte informatica-apparatuur?
Het kan niet de bedoeling zijn dat mijn administratie zich bezig houdt met het gedetailleerd (laten) uitzoeken van deze informatie over een periode van vijf jaar.
De toestellen worden op regelmatige basis vervangen, meestal omdat ze technologisch verouderd zijn. Voor desktops geldt bijvoorbeeld een vervangingtermijn van vijf jaar, voor laptop's vier jaar, gsm's kennen slechts een korte levensduur (doorgaans twee tot drie jaar). Het percentage vervangingen per jaar is af te leiden uit de levensduur.
Deze gaan in de meerderheid van de gevallen naar de Domeinen Federale Overheidsdienst Financiën (FOD FIN).
Ja.