Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4619

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 december 2011

aan de minister van Justitie

Economische en industriële spionage - Maatregelen - Europees overleg

industriële spionage
telefoon- en briefgeheim
Frankrijk
China
intellectuele eigendom

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
24/7/2013Rappel
17/12/2013Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-965

Vraag nr. 5-4619 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een groot Frans automobielbedrijf begon onlangs een onderzoek naar mogelijke spionage, omwille het vermoeden van ernstige bedrijfsspionage, vermoedelijk door Chinese concurrenten. Niet elk geval van spionage onder de motorkap of de geheime bestanden van een economisch of industrieel bedrijf bereikt in de media. Nochtans blijkt deze vorm van spionage en diefstal veelvuldig voor te komen. Ook in Europa blijkbaar. Volgens een uitgelekt document van de Amerikaanse ambassade in Berlijn zou Frankrijk zich op grote schaal schuldig maken aan industriële sabotage bij bedrijven in andere Europese landen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Is de geachte minister zich bewust van deze stijgende vorm van criminaliteit? Welke specifieke initiatieven en maatregelen werden hieromtrent genomen, wanneer en door wie?

2) Hoeveel feiten van economische spionage zijn ons bekend sinds 2005? Kan hij hierover cijfers geven, met een jaarlijkse evolutie sinds 2005? Tot welke initiatieven leidden deze evolutie? Over welke bedrijven gaat het hier en wie waren de daders (landen en bedrijven)?

3) Werd dit fenomeen al besproken met China? Vindt hij bij de Chinese overheid bereidheid om deze spionage tegen te werken of stelt hij eerder een stilzwijgend gedogen of stimuleren van deze diefstal van bedrijfsgeheimen vast?

4) Werd dit fenomeen al besproken met Frankrijk? Indien dit niet het geval zou zijn, plant hij initiatieven om dit alsnog te doen? Zo ja, wanneer, hoe en waar en met welke uitdrukkelijke boodschappen? Vindt hij bij de Franse overheid bereidheid om deze spionage tegen te werken of stelt hij eerder een stilzwijgend gedogen of stimuleren van deze diefstal van bedrijfsgeheimen vast?

5) Bestaat er een Europees overleg en actieplan ter voorkomen van deze interne en externe economische en intellectuele diefstal via spionage? Werd hierover overlegd met onze Europese bondgenoten of kwam dit item ter bespreking naar aanleiding van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 17 december 2013 :

1. Wij zijn uiteraard op de hoogte van deze vorm van criminaliteit. Het is echter bijzonder moeilijk om de ordegrootte van het probleem van economische spionage in te schatten. Dat probleem stelt zich niet alleen in België maar in alle geïndustrialiseerde landen die interessante doelwitten voor economische spionage huisvesten. De reden hiervoor is waarschijnlijk tweeledig: Bedrijven of instellingen die slachtoffer worden van economische spionage zijn vaak niet op de hoogte dat ze het doelwit zijn geweest van spionageactiviteiten. Bijgevolg kunnen ze er ook geen melding van maken bij de politie (indien ze dat al zouden wensen te doen…) en zijn er geen of onvolledige statistieken beschikbaar.

2. Bedrijven of instellingen die ontdekken dat ze slachtoffer geworden zijn van spionage zijn meestal zeer terughoudend om dit te melden of bekend te maken. Imagoverlies en mogelijke ongunstige reacties van aandeelhouders of de financiële markten weerhouden de bedrijven en instellingen ervan om klacht in te dienen. Door de zeer beperkte rapportering is er slechts fragmentarische informatie voorhanden. Gezien de vertrouwelijkheid van die informatie is het echter niet mogelijk om deze op een publiek forum te bespreken.

3. en 4. Het probleem van economische spionage is nog niet besproken met China of Frankrijk. Het ligt diplomatiek zeer gevoelig om derde landen te beschuldigen van spionage. Zonder onweerlegbare bewijzen van betrokkenheid van die landen kan dit niet zomaar aangekaart worden. Op dit ogenblik heeft men in België nog geen onweerlegbare bewijzen van Chinese of Franse betrokkenheid bij economische spionage kunnen vinden.

5. Zoals in alle andere materies waarin zij bevoegd is, neemt de VSSE ook in dit kader deel aan het overleg met haar Europese nevendiensten aangaande economische en industriële contraspionage. Dit overleg verloopt ad hoc en momenteel bestaat er geen formeel protocol in dit domein.

Een effectief samenwerkingsverband is al genomen in het kader van de Benelux, meer in het bijzonder indien de veronderstelde afkomst van de spionage zich situeert in China of Rusland.

Het is hoedanook belangrijk voor oog te houden dat de mondiale economische turbulenties de economische rivaliteit tussen staten doet oplaaien. In die context is het dikwijls zeer delicaat, en zelf illusoir om te komen tot enige samenwerking.