Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-457

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 30 november 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Prioritaire konvooien met politiebegeleiding - Criteria - Kosten

wegverkeer
politie
Koning en Koninklijke familie
ongeval bij het vervoer
verkeersregels
beveiliging en bewaking
verkeersvoorschriften

Chronologie

30/11/2010Verzending vraag
31/1/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-458

Vraag nr. 5-457 d.d. 30 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Geregeld ziet men in het verkeer een of meerdere wagens die begeleid worden door prioritaire voertuigen, politiewagens of -motoren. Daardoor krijgen die konvooien voorrang en kunnen ze andere weggebruikers verplichten om letterlijk de baan te ruimen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kunt u mij informeren over de wettelijke en andere richtinggevende kaders die bepalen hoe een escorte met prioritaire voertuigen wordt toegestaan? Kunt u mij zeggen wie beslist over de toekenning van deze politiebegeleiding? Kunt u mij tevens meedelen wie of welke categorieën van personen recht hebben op een politie-escorte? Ik kan me bijvoorbeeld inbeelden dat niet alle Staatshoofden dezelfde mate van bescherming nodig hebben. Wordt er dan een individuele afweging gemaakt bij de toewijzing van zulke escortes? Welke criteria worden daarbij gehanteerd? Worden de toewijzingen achteraf geëvalueerd?

2) Welke leden van de koninklijke familie hebben recht op politiebegeleiding? In welke mate hebben zij recht op die bescherming? Welke richtlijnen gelden hiervoor? Hoeveel keer werd die begeleiding toegepast in 2009 en hoeveel kostte ze?

3) Bestaan er met betrekking tot de politiebegeleiding verkeersregels, wettelijke kaders of andere die bindend of richtinggevend zijn voor de toepassing in een verkeerssituatie? Zo ja, kunt u mij daar over informeren? Bent u van mening dat deze door de weggebruikers gekend zijn? Zo neen, waarom niet en plant u hieromtrent een initiatief?

4) Kunt u mij nauwkeurig meedelen of er op het uitvoerende, operationele niveau communicatieve richtlijnen bestaan waar de politiebegeleiding zich aan moet houden, met andere woorden, die aangeven hoe de politiebegeleiding andere weggebruikers moet informeren over de houding die van hen wordt verwacht? Worden de veiligheidsrisico's voor de andere weggebruikers hier mee in overweging genomen?

5) Kunt u mij een overzicht geven van het aantal escortes in de afgelopen vijf jaar? Kunt u hierbij ook het kostenplaatje vermelden? Wat is de gemiddelde kostprijs van een politie-escorte? Wordt dit bedrag volledig verhaald op de overheid?

6) Kunt u mij informeren over het aantal ongelukken dat zich met deze prioritaire konvooien heeft voorgedaan? Is hier al onderzoek naar gedaan? Zo ja, kunt u mij het resultaat bezorgen? Zo neen, zult u initiatieven nemen om dit alsnog te onderzoeken?

7) Evalueert u deze kaders als werkzaam, voldoening gevend en accuraat? Zo niet, waarom niet en welke nieuwe maatregelen plant u hieromtrent?

Antwoord ontvangen op 31 januari 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. De bescherming en de escortes worden toegekend in functie van de ministeriële richtlijn MFO5 van 23 december 2002 (Belgisch Staatsblad van 27 januari 2003).

In toepassing van deze rondzendbrief wordt de minister van Binnenlandse Zaken vertegenwoordigd door het Crisiscentrum dat de escortes toekent.

De Staatshoofden en de regering, de andere vreemde personaliteiten op officieel bezoek in België, de bedreigde personaliteiten, alsook bepaalde overheden, verkrijgen een escorte.

De beveiligings- en escortesdispositieven kunnen immers verschillen in functie van onder meer de evaluatie van de dreiging. Het niveau van de personaliteit, de dreiging, de samenstelling van de vertegenwoordiging, de uren en de ontmoette personaliteiten zijn elementen die in aanmerking worden genomen bij het toekennen van een escorte. Een permanente coördinatie is verzekerd met de politiediensten.

Hoewel er ter gelegenheid van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie aan werd herinnerd de escortes als uitzondering te beschouwen, maakte het aantal personaliteiten dat België bezocht en de eerstelijnsactiviteiten, gelinkt aan het statuut van “Hoofdstad van Europa” en de aanwezigheid van internationale instellingen duidelijk dat het aantal escortes ook belangrijk is.

2. In beginsel hebben alle leden van de koninklijke familie, naar aanleiding van officiële verplaatsingen, recht op een prioritaire politiebegeleiding. Deze escortes worden verzekerd in uitvoering van het koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie, waar artikel 13 bepaalt dat de algemene directie van de bestuurlijke politie instaat voor de bescherming van de leden van de koninklijke familie en van de koninklijke paleizen.

De prioritaire politiebegeleiding werd in 2009 in totaal 220 keer uitgevoerd en kostte in totaal 2 227 manuren, waarvan 373 weekenduren en 453 nachturen.

3. Het wettelijk kader omvat de navolgende wetteksten:

  1. Wet betreffende de politie over het wegverkeer 16 maart 1968, artikel 11;

  2. Koninklijk besluit van 1 december 1975 (wegcode), artikel 4 (bindende kracht van de bevelen van de bevoegde personen), artikel 6 (waarde van de bevelen van de bevoegde personen) en artikel 37 (prioritaire voertuigen);

  3. COL 16/2006 van 6 september 2006.

Bij de uitvoering van deze begeleidingen geven de bevoegde personen de bevelen voorzien in de wegcode. Bijgevolg moeten deze bevelen in principe gekend zijn door elke weggebruiker.

4. De functionele opleiding ‘Verkeerspolitie (560 uur)’ voorziet in een module ‘Motorrijder (140 uur)’, waarin op het einde de opleiding “Escorte”. De keuze om deze opleiding op het einde te geven wordt gemotiveerd door het feit dat de motorfiets nog enkel een voorwerp moet zijn om zijn politietaak te doen en niet een doel op zich. In deze module wordt de eigen veiligheid in de veiligheid van andere weggebruikers als prioritair beschouwd. De opleiding “Escorte” bevat zowel een theoretisch als een praktisch luik. Snelheid wordt in deze opleiding ondergeschikt aan veiligheid.

In bebouwde kommen wordt bijzonder veel aandacht gegeven aan weggebruikers (fietsers en voetgangers) die plots kunnen opduiken. Eveneens moet rekening gehouden wordt met andersvaliden die zowel auditief als visueel niet kunnen anticiperen op het prioritair rijden van een escorte. De veiligheid wordt altijd maximaal bepaald.

5. De federale wegpolitie beschikt niet over de cijfers van het aantal escortes gedurende de afgelopen vijf jaar.

Wat het kostenplaatje betreft beschikt de federale wegpolitie niet over exacte gegevens omdat verschillende personeelcategorieën ingezet kunnen worden bij het uitvoeren van dergelijke opdrachten.

Wel kan er een overzicht gegeven worden van het aantal gepresteerde manuren gedurende de laatste vijf jaar:

6. Verkeersongevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met de uitvoering van escortes worden zoals andere verkeersongevallen benaderd en behandeld. De federale wegpolitie houdt geen cijfers bij over deze specifieke verkeersongevallen die echter wel opgenomen zijn in de algemene verkeersongevallencijfers.

Er werd tot heden nog geen onderzoek verricht naar dergelijke ongevallen.

Op korte termijn zullen er ook geen stappen in die richting ondernomen worden omdat niet alle verkeersongevallen hun oorsprong vinden louter in de uitvoering van een escorte maar zich in een ruimer en algemeen kader situeren.

7. Het actuele kader is voldoende flexibel aangezien het de mogelijkheid biedt aan de algemene directie Crisiscentrum om de nodige maatregelen te nemen in het kader van escorte- en beschermingsopdrachten voor VIP’s.

Momenteel wordt de filosofie van het onthaalbeleid voor VIP’s met inbegrip van de escorte- en beschermingsopdrachten heroverwogen.