Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4564

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Electrosmog - Elektromagnetische straling - Blootstelling - Gezondheidsrisico's - Onderzoek

elektromagnetische schadelijke invloed
kanker
mobiele telefoon
gevaren voor de gezondheid
blootstelling aan straling
mobiele communicatie

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
9/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3641

Vraag nr. 5-4564 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Regelmatig melden de media onheilspellende berichten over de grote gevaren, vooral kankerverwekkend, van gsm's en wifi-netwerken. Bezorgde wetenschappers en beleidmakers waarschuwen dat ze mogelijke gezondheidsrisico's niet kunnen uitsluiten en benadrukken de noodzaak aan meer onderzoek. Ook het International Agency for Research on Cancer (IARC), een agentschap gespecialiseerd in kankeronderzoek binnen de Wereldgezondsheidsorganisatie, lijkt die boodschap nu te onderschrijven en klasseerde daarom uit voorzorg de gsm's onder de categorie "mogelijk kankerverwekkend".

In welke mate betekent elektromagnetische straling, door zendmasten, elektrische huishoudtoestellen, mobiele telefoons enzovoort een gevaar voor de gezondheid? Gaat het hier om het asbest uit de 21ste eeuw of om een onschuldig hype? Niemand geeft hierover uitsluitsel. Nochtans is het niveau van elektromagnetische straling in onze omgeving duizenden malen hoger dan het ooit tevoren en stijgt dit nog steeds exponentieel. Sommigen noemen het betijen hiervan het grootste biologische experiment ooit.

Hierover de volgende vragen:

1) Volgt de geachte minister de ontwikkelingen rond deze (potentiële) problematiek nauwgezet op? Lopen er onderzoeken in België rond dit vraagstuk? Worden er vanuit de federale overheid onderzoeken en programma's gefinancierd rond de gevolgen en beperking van elektromagnetische straling? Over welke gaat het hier en wat is het budget?

2) Hanteert de geachte minister in deze kwestie het voorzorgsprincipe (dat stelt dat als een ingreep of een beleidsmaatregel ernstige of onomkeerbare schade kan veroorzaken aan de samenleving of het milieu, de bewijslast ligt bij de voorstanders van de ingreep of de maatregel als er geen wetenschappelijke consensus bestaat over de toekomstige schade)? Kan zij/hij dit illustreren aan de hand van het gevoerde beleid?

3) Er zijn experts die claimen dat er in de in de normering en de wetgeving enorme lacunes bestaan omdat ze nauwelijks rekening houden met de cumulatieve effecten van de verschillende soorten straling en verschillende bronnen. Uiteindelijk wordt onze leefomgeving volgestouwd met gsm en UMTS-masten, allerlei draadloze toestellen, hot spots en spenderen we alsmaar meer tijd aan de gsm. Deelt de minister deze bezorgdheid en heeft zij/hij initiatieven ontwikkeld om dit op zijn minst te onderzoeken?

4) Bestaat er rond deze kwestie een overleg en/of samenwerking tussen de verschillende departementen en met de gewesten?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2012 :

1) Het grootste deel van de studies over dit onderwerp wordt op internationaal vlak gecoördineerd en uitgevoerd. Ik volg dit thema inderdaad van dichtbij op. Er wordt hierover in België helaas weinig fundamenteel onderzoek gedaan. Er zijn af en toe heel beperkte initiatieven in het kader van universitaire onderzoeksprogramma’s, waarbij de federale overheid niet betrokken is. De federale overheid financiert af en toe gericht onderzoek, bijvoorbeeld in verband met de evaluatie van blootstelling van het publiek aan de straling van diefstalsystemen in de winkels. Het budget hiervoor is eerder beperkt.

2) Naar mijn mening zijn er in dit dossier voldoende indicaties om het voorzorgsprincipe te hanteren, wat ook gedaan wordt. Een eerste mogelijkheid is het informeren van de burgers. Al sinds 2008 bijvoorbeeld publiceert mijn administratie informatiebrochures over dit thema. De brochure “Elektromagnetische velden en gezondheid: uw wegwijzer in het elektromagnetische landschap” wordt verspreid via de gemeentebesturen en andere instanties zoals de Medisch Milieukundigen en de Centres Locaux de Promotion de la Santé. Een andere brochure, genaamd “Mobiele telefoon en gezondheid”, spitst zich toe op de problematiek van gsm-gebruik. Er staan onder andere tips in om de blootstelling aan gsm-straling te verminderen. Deze brochure zal binnenkort worden aangevuld in het licht van de classificatie van het Internationaal Agentschap voor Kanderonderzoek (IARC, International Agency for Research on Cancer) van radiogolven als “mogelijk kankerverwekkend”. De eerste editie van deze brochure werd verspreid via telecomwinkels en bibliotheken.

3) Naast communicatiemiddelen zijn er uiteraard andere maatregelen mogelijk. In het licht van de resolutie van de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers van maart 2009 en de classificatie van radiogolven als “mogelijk kankerverwekkend” (IARC 2011) ben ik in samenwerking met mijn collega J. Vande Lanotte, minister van Consumentenzaken, een koninklijk besluit aan het voorbereiden dat verplicht om de stralingswaarde (SAR) van gsm’s ter beschikking te stellen in de verkooppunten. Dit zal de consument sensibiliseren en de mogelijkheid geven hiermee rekening te houden in zijn keuze van een gsm-toestel. Uiteraard is de SAR-waarde niet de enige factor die een rol speelt in de blootstelling van de consument. De manier waarop men de gsm gebruikt speelt ook mee, bijvoorbeeld door een oortje te gebruiken of te sms’en. Om de consument hiervan op de hoogte te brengen zal een communicatiecampagne worden gehouden waarbij gebruik wordt gemaakt van de nieuwe editie van de brochure “Mobiele telefoon en gezondheid”.

4) Het gevaar van cumulatieve blootstelling is inderdaad één van de punten van mijn bezorgdheid. Jammer genoeg worden effecten van de cumulatieve blootstelling weinig onderzocht in fundamenteel onderzoek. Meestal worden de effecten bekeken per frequentiegebied (radiofrequenties, intermediaire frequenties, extreem lage frequenties), dus afzonderlijk. Het klassieke onderzoek – experimenteel onderzoek op mensen, epidemiologisch onderzoek en onderzoek op dieren en cellen – wordt immers in een heel gestandaardiseerde vorm georganiseerd, zodat men zekerheid kan krijgen over de effecten van de straling.

Wat betreft de limieten, wanneer ze worden vastgelegd, bouwt men meestal grote marges in, die voor een deel de onzekerheid over de omvang van de cumulatieve blootstelling kunnen opvangen. Wat betreft de classificatie van de gsm-straling van het IARC, deze is gebaseerd op de zwaarste categorie van gebruik, waarbij andere bronnen van de straling maar heel weinig kunnen bijdragen.

5) Ik zou willen herinneren dat sinds 2009 de bevoegdheid om normen voor gsm-antennes vast te leggen behoort tot de gewesten, in het kader van het leefmilieubeleid. Productbeleid in verband met de gezondheids- en leefmilieueffecten blijft een federale bevoegdheid. Deze thema’s kunnen met elkaar verbonden zijn, via technologische aspecten of in het kader van onderzoek. Dit soort gemengde onderwerpen wordt besproken in de cel Leefmilieu-gezondheid, waarin vertegenwoordigers van zowel het federale niveau als het gewestelijke en gemeenschapsniveau aanwezig zijn, in het kader van het National Environment and Health Action plan (NEHAP).