Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4559

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Luchtkwaliteit - Kantoren - Gezondheid - Impact - Actieplan

gezondheid op het werk
luchtverontreiniging
werkplek

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
9/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3491

Vraag nr. 5-4559 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een recent onderzoek uit Nederland bewijst dat de luchtkwaliteit in vele kantoren beduidend slechter is dan deze van de buitenlucht. Heel wat gezondheidsproblemen, o.a. allergieën, verkoudheden enz. zouden gerelateerd zijn aan deze bedenkelijke kwaliteit, in een omgeving waarin heel wat mensen vele uren per dag doorbrengen.

Hierover de volgende vragen:

1) Beschikt de geachte minister over gegevens die de slechte kwaliteit van de lucht in vele kantoren bevestigen?

2) Beaamt zij dat deze bedenkelijke kwaliteit significant slechte effecten heeft op de gezondheid van vele duizenden mensen wiens werk zich gedurende vele uren per dag afspeelt in kantoren? Zijn er over de impact van deze slecht lucht op de volksgezondheid cijfers beschikbaar?

3) Vindt zij deze vaststelling voldoende prioritair om hieromtrent een actieplan vanuit volksgezondheid op te stellen?

4) Nam zij hieromtrent al contact met haar collega van Werk? Zo ja, met welke gevolgen. Zo niet, plant zij dit contact alsnog?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2012 :

1-2. Onze werkplaats beschermt ons tegen talrijke nefaste invloeden van buitenaf, zoals fijn stof, maar jammer genoeg niet tegen luchtvervuiling. De lucht in de huizen en gebouwen is bovendien niks anders dan de lucht die van buitenaf komt, die soms gefilterd of herverwarmd werd, maar waar vaak ook extra vervuilingsbronnen bijkomen. De toenemende vervuiling buitenshuis (industrieën, productie van energie, vervoer, ...) speelt dus een rol in de achteruitgang van de luchtkwaliteit binnenshuis.

Maar andere factoren op het vlak van de gebouwen zelf spelen ook een rol. De gebouwen worden bijvoorbeeld steeds beter geïsoleerd. Hoewel deze evolutie zeer goed is op het vlak van energiebesparing, mag niet uit het oog worden verloren dat een verbeterde isolatie de luchtcirculatie sterk kan doen vertragen en de lucht kan vervuilen. En dus negatieve gevolgen voor de gezondheid van de bewoners van het gebouw kan hebben.

Sick building syndrome

Zelfregelende ventilatiesystemen en onder meer comfortairco’s hebben een grote opgang gemaakt. Bovendien brengt men de laatste decennia steeds meer tijd door in gebouwen met klimaatregeling. Steeds meer en vaker zijn recente gebouwen en, in het bijzonder kantoorgebouwen, « hermetisch » afgesloten, zonder dat de ramen kunnen worden geopend. De bewoners verwachten terecht binnen minstens een gelijkwaardige of zelfs een hogere luchtkwaliteit dan de luchtkwaliteit buiten. De laatste decennia is echter de aandacht gevestigd op een aantal allergie- of infectiepathologieën die met dit soort gebouwen verband houden, alsook op verschillende veel meer voorkomende symptomen. Deze symptomen kunnen worden gegroepeerd onder de term “syndroom van ongezonde gebouwen” of in het Engels « sick building syndrome » (SBS).

Het SBS is een geheel van niet-specifieke symptomen die het ademhalingsstelsel, het centrale zenuwstelsel, de huid en/of het slijmvlies aantasten. De symptomen zijn goedaardig en treden afzonderlijk of samenhangend op.

Het « SBS » heeft een complexe herkomst, is vaak van multifactoriële aard en vindt zijn oorsprong zowel in bouwmaterialen, ventilatie, meubilair, gedragsgewoontes als in producten die in de bouw worden gebruikt. Het gaat eerst en vooral om immunologische, allergie- en infectiepathologieën die vaak samenhangen met een fout in de ontwikkeling of het onderhoud van ventilatie- en aircosystemen met besmetting door en ontwikkeling van micro-organismen, schimmel, bacteriën en parasieten.

Het « SBS » neemt toe sinds de jaren ‘70. De WGO schatte in 2005 al dat 30 % van de gerenoveerde of nieuwe zogenaamde “hermetische” gebouwen betrokken zouden zijn. Men is van mening dat een gebouw ‘aangetast’ is wanneer een niet te verwaarlozen of extreem percentage van de bewoners over gezondheidsproblemen klaagt. Er zijn al verschillende wetenschappelijke studies in België en Europa gevoerd, en de meeste studies tonen aan dat de er grote ongerustheid in de kantoren heerst wat de kwaliteit van de binnenlucht betreft.

Voor de cijfers betreffende de gezondheid van de werknemers in kantoren moet ik u naar de minister van Werk doorverwijzen.

3. Hoewel de kwaliteit van de binnenlucht één van de prioriteiten van het huidige NEHAP (National Environment & Health Action Plan) vormt, wordt in dit plan de nadruk toch op de kinderen gelegd, en dus op de gebouwen waarin ze verblijven, voornamelijk de crèches en scholen.

Er liepen al verschillende succesvolle projecten om de kwaliteit van de binnenlucht te verbeteren.

Nemen we bijvoorbeeld het project dat op de crèches van het ONE en van Kind & Gezin mikte en dat tijdens de NEHAP 2004-2010 liep.

Dit project, dat in 2007 van start ging en in januari 2009 afliep, had verschillende doelstellingen.

Het ging er in de eerste plaats om de problemen die men in binnenomgeving van de crèches had te identificeren en hun potentieel negatieve impact op de kinderen te verminderen.

Vervolgens was het, voor alles wat met de binnenomgeving te maken had, een kwestie van de bewustmaking en de preventie in de crèches te bevorderen. Het project moest overigens de crèches steunen bij hun stappen om de kwaliteit van de binnenlucht aan te passen en te verbeteren.

En tot slot ging het erom concrete voorstellen te doen om de vastgestelde problemen op te lossen.

Om de weerslag van dit project op lange termijn te vergroten kregen alle deelnemende opvangmiddens niet alleen algemene raadgevingen maar ook adviezen op maat. De statistische en analytische resultaten werden voorgesteld op de informatiedagen die op het subgewestelijk niveau werden ingericht. Op die dagen stelde men "toolboxen" voor waarmee men de initiatieven op lange termijn kan bestendigen; die toolboxen werden nadien aan de crèches uitgeleend.

Een ander project (www.binnenlucht.be) van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (VVVL) beoogt de particulieren te sensibiliseren en te informeren zodat ze over de kwaliteit van de binnenlucht zouden waken.

Dankzij het uitvoeren van het Actie Plan 2009-2012 “Federaal Plan ter bestrijding van de luchtvervuiling” worden overigens verschillende beleidsplannen inzake het controleren van de vervuilingsbronnen afgerond.

Ik wil hier nog aan toevoegen dat deze complexe materie ook onder de bevoegdheden van de minister van Werk en van de minister van Economie valt.

4. Een volgende logische stap lijkt dus om samen met die ministers de binnenluchtkwaliteit van de kantoren aan te pakken.