Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4550

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Onnodige medische ingrepen - Controle - Gerechtelijke vervolging

chirurgie
medische diagnose
medische fout
gerechtelijke vervolging

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3253

Vraag nr. 5-4550 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs kwam aan het licht dat in het Brusselse Koningin Fabiola-kinderziekenhuis tientallen kinderen met darmklachten onnodig werden geopereerd. Terecht noemt het Parket van de Procureur des Konings dit "een vorm van opzettelijke slagen en verwondingen". Deze onaanvaardbare feiten kwamen aan het licht toen een radiologe tijdens een studie over "vaststelling van darmmalrotaties dankzij röntgenfoto's" vaststelde dat bij jonge patiëntjes van de geviseerde artsen veel vaker dan normaal deze misvorming van het darmstelsel werd vastgesteld met een zware operatie tot gevolg. Na onderzoek bleek dat deze diagnose vaak onjuist was. Er werden bewust operatieverslagen vervalst en documenten weggegooid: schriftvervalsing van de diagnoses.

Vermoedelijk gebeuren zullen feiten ook wel elders. Het is dus uiterst belangrijk dat er voldoende controle blijft bestaan op de medische handelingen.

Hierbij de volgende vragen.

1. Welke lessen trekt de geachte minister uit het dossier van het Koningin Fabiola-ziekenhuis? Welke maatregelen werden er reeds genomen om het aantal overbodige operaties tot een absoluut minimum te beperken en om de toevalligheid waarmee deze feiten aan het licht kwamen om te zetten in een systematische en performante screening?

2. Verricht de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid systematisch onderzoek naar opvallende afwijkingen bij het stellen van diagnoses en bij de behandeling ervan? Worden deze cijfers door de diensten bijgehouden en waar nodig overgemaakt aan de FOD Justitie? Hoeveel zaken werden jaarlijks vanuit de FOD Volksgezondheid overgemaakt aan Justitie, sinds 2001?

Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

Ik heb kennis genomen van deze dramatische toestand. De veiligheid van de patiënten in de zorginstellingen is een prioriteit die volledig in het Belgische gezondheidszorgbeleid past. De Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid neemt trouwens initiatieven om alle betrokken gezondheidszorgactoren te sensibiliseren en de veilige en kwaliteitsvolle verzorging in de zorginstellingen te steunen. Ik wil er overigens aan herinneren dat krachtens de wet van 22 augustus 2002 betreffende de patiëntenrechten elke zorgverstrekker verplicht is om kwaliteitsvol te handelen volgens de behoeften van de patiënt en dat hij die vooraf over de voorgenomen ingreep moet inlichten (bijvoorbeeld over het doel en de aard van de ingreep, de risico's en de alternatieven), opdat de patiënt vrij en met kennis van zaken met die ingreep zou kunnen instemmen.  

Behoudens bewijs van het tegendeel, lijkt het mij dat hoewel dit een geval van ernstig fraude is, het toch een uitzondering betreft.  

De controlemechanismen bestaan. Behalve de gerechtelijke controle en de deontologische rechtspleging heeft de Evaluatie- en controledienst van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) eind 2006 zijn wettelijke bevoegdheden inzake responsabilisering van de medische zorgverstrekkers zien toenemen. De procedures werden verbeterd, de straffen zijn van rechtswege uitvoerbaar geworden en staan meer in verhouding tot de aard van de inbreuk.

Het lijkt mij in dit stadium niet gewettigd om die controles nog op te voeren, die door hun aard zelf maar a posteriori kunnen gebeuren. Ik spits mijn acties liever toe op het verbeteren van de kwaliteits- en veiligheidsprocessen enerzijds, en op de informatie aan de patiënten over hun rechten anderzijds.

Wat de door de De FOD Volksgezondheid verzamelde gegevens aangaat, worden diagnosefouten niet systematisch opgespoord. Het nazicht van de minimale ziekenhuisgegevens staat niet toe om dergelijke feiten te ontdekken. De efficiëntie van een dergelijke aanpak valt te betwijfelen: elk verdacht geval zou een individuele validatie door een deskundige van het betrokken vakgebied en met toegang tot het medisch dossier vereisen. Ik vind dat dergelijke doorlichtingen niet tot het takenpakket van het federale bestuur behoren.

Maar ik vestig wel uw aandacht op de belangrijke rol die de colleges van geneesheren ter zake spelen. Dergelijke organen werden sinds 1999 op verschillende gebieden van de ziekenhuisactiviteit opgericht en moeten de kwaliteit in hun respectievelijke specialiteiten bevorderen. Die colleges kunnen in het bijzonder kwaliteitsindicatoren en evaluatiecriteria inzake goede medische praktijken vastleggen, of naar de betrokken ziekenhuizen en artsen terugkoppelen. Voor de heelkunde bestaat er vandaag echter geen specifiek college.