Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4540

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Zorgkundigen - Voorlopige registratie

verplegend personeel
verpleegkundige verzorging
administratieve formaliteit
toegang tot het beroepsleven

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
9/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2763

Vraag nr. 5-4540 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2006 werd via een koninklijk besluit (KB) "de zorgkundige" gecreëerd (het "KB zorgkundigen", cf. koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen). Tot op dat moment oefenden verzorgenden bepaalde taken uit die door het zogenaamde "KB 78" (cf. koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen) als een verpleegkundige taak werden gekwalificeerd. Ze liepen daarbij het risico om te worden veroordeeld tot het "onwettig uitoefenen van een gezondheidsberoep". Het KB beoogde juridische zekerheid voor de betrokkene. Het "KB zorgkundigen" voerde in dat de verzorgenden die in een woonzorgcentrum werken, geregistreerd worden als zorgkundigen, op voorwaarde dat ze bewijs van voldoende opleiding konden voorleggen, of mits een gelijkstelling op basis van beroepservaring. Men kon ook voorlopig geregistreerd worden. Dit betekent dat men na een bijkomende opleiding van 120 uur volledig geregistreerd kan worden.

Om voorlopige geregistreerd te worden betekende dit concreet dat men een aanvraag moest doen voor 31 december 2008 en tevens, ofwel tewerkgesteld zijn op 13 februari 2006 als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling, ofwel over het vereiste diploma beschikken en uiterlijk voor 31 december 2008 tewerkgesteld zijn als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling.

Omwille van een dossierachterstand bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu, en omwille van vele onduidelijkheden op het terrein werden er met een recent KB uit 2011 (cf. koninklijk besluit van 23 februari 2011 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige) enkele wijzigingen aangebracht aan de bovenvermelde termijnen. Men kan zich voorlopig registreren tot 30 juni 2012 en men krijgt tot 31 december 2015 om de vereiste 120 uren opleiding te volgen voor een volledige registratie.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel voorlopige registraties werden er reeds afgeleverd gebaseerd op het feit dat men was tewerkgesteld op 13 februari 2006 als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling? Kan de geachte minister deze cijfers tevens uitsplitsen per jaar en per gemeenschap?

2) Volstaat het bij deze eerste vorm van voorlopige registratie om slechts één dag te hebben gewerkt op 13 februari 2006 als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling om in aanmerking te komen? Beaamt zij mijn opvatting dat hier veel ruimte is voor frauduleus gedrag? Op welke wijze werd deze vereiste gecontroleerd? Hoeveel aanvragen werden er geweigerd bij deze vorm van voorlopige registratie en basis van welke gronden?

3) Hoeveel volledige registraties werden er reeds afgeleverd gebaseerd op het feit dat men over het vereiste diploma beschikt en uiterlijk voor 31 december 2008 tewerkgesteld was als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling? Kunnen deze cijfers tevens uitgesplitst worden per jaar en per gemeenschap?

4) Wat bedraagt de achterstand bij de FOD Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu met betrekking tot de verwerking van deze registraties? Wat is de oorzaak van deze achterstand en wat heeft zij ondernomen om deze achterstand weg te werken?

5) Waarom verlengt zij met het nieuwe KB enkel de termijnen ter registratie en verandert ze niets aan de voorwaarden, meer bepaald aan de datum van uiterlijke tewerkstelling? Begrijpt zij dat de verzorgenden die om de één of andere reden niet tewerkgesteld waren voor 2009 in een verzorgingsinstelling ( bijvoorbeeld omdat ze nog niet waren afgestudeerd of omdat ze in de thuiszorg werkte ), deze maatregel als zeer arbitrair en onrechtvaardig beschouwen? Dit gevoel wordt ook versterkt omdat er tot voor kort (en eigenlijk nog steeds) de grootste onduidelijkheid bestond rond deze maatregel in de sector en in het onderwijs. Plant zij nog maatregelen om het leed van deze gedupeerden te verzachten?

6) Hoe evalueert zij de uitvoering en de communicatie van deze maatregel? Beaamt zij de beoordeling van de sector en het onderwijs dat er zeer veel onduidelijkheid over deze maatregel bestond? Wanneer en op welke wijze werd de sector betrokken bij het uitwerken en uitvoeren van de maatregel? Wie vertegenwoordigde daarbij de sector?

7) Wanneer en op welke wijze werden de gemeenschappen betrokken bij het uitwerken en uitvoeren van de maatregel? Beaamt zij mijn opvatting dat dit geen schoolvoorbeeld was van samenwerking tussen het gemeenschaps en het federale niveau en dat er soms zelf sprake was van tegenwerking? Waar lag de oorzaak van deze onenigheid en hoe zal zij in de toekomst een betere samenwerking verzekeren?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2012 :

1. De registraties worden in de bestaande statistieken opgesplitst per taalgroep en niet per gemeenschap. Het globaal aantal voorlopige registraties bedraagt op 03 januari 2012:

Nederlands

Frans

Totaal

2.590

3.707

6.297

De cijfers inzake de voorlopige registraties zijn niet opgesplitst volgens de personen die op 13 februari 2006 waren tewerkgesteld; zij bevatten ook de zorgkundigen die beschikten over een diploma vermeld in bijlage I en die uiterlijk op 31 december 2008 waren tewerkgesteld als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling. Een verdere uitsplitsing van de statistieken op basis van datum van tewerkstelling kan niet worden aangeleverd vanuit de federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen, aangezien het niet wettelijk voorzien is deze parameter te registreren in bedoelde databank. Deze parameter wordt wel gehanteerd bij de individuele analyse van de dossiers door de dossierbeheerders.

2. In uw vraag is er sprake van personen die op basis van een dag te zijn tewerkgesteld als verzorgingspersoneel op 13 februari 2006 een voorlopige registratie bekomen. Feitelijk gaat het over de personen die uiterlijk op 31 december 2008 tewerkgesteld zijn als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling. Aan de hand van de tewerkstellingsattesten wordt nagegaan of aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. Indien hieraan is voldaan, kan de registratie niet worden geweigerd. Rekening houdend met alle criteria werden, opgesplitst per taal, 1 017 Franstalige dossiers en 2 598 Nederlandstalige dossiers geweigerd, in totaal 3 615 dossiers (toestand op 11 juli 2011). In een uitsplitsing van de statistieken op basis van het criterium “tewerkgesteld op 31 december 2008” is niet voorzien in de voorhanden zijnde boordtabellen, die worden opgesteld op basis van de registraties in de federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen. Deze parameter wordt wel gehanteerd bij de individuele analyse van de dossiers door de dossierbeheerders.

3. Zie het antwoord op vraag 1 van uw parlementaire vraag S 5-2762 van 15 juli 2011. De registraties worden in de bestaande statistieken opgesplitst per taalgroep en niet per gemeenschap. Het aantal volledige registraties bedraagt op 3 januari 2012:

Nederlands

Frans

Totaal

39.271

30.769

70.040

Een verdere uitsplitsing van de statistieken per jaar en per gemeenschap op basis van vereiste diploma’s en getuigschriften kan niet worden aangeleverd vanuit de federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen, aangezien de registratie van deze parameters in bedoelde databank wettelijk niet werd voorzien. Deze parameters worden wel gehanteerd bij de individuele analyse van de dossiers door de dossierbeheerders.

4. Gelieve hierna een overzicht van de stand van zaken inzake de behandeling van de registratie van zorgkundigen in de administratie op 3 januari 2012 te vinden:

 

N

F

Totaal

Backlog: nieuw ontvangen poststukken

(# dossiers)

(niet geïnformatiseerd)

1.000

1.800

2.800

Geïnformatiseerde en geanalyseerde dossiers

3.653

3.964

7.617

Totaal

4.853

5.764

10.417

Met de omschrijving achterstand dient omzichtig te worden omgesprongen. Bij de 7 617 dossiers die reeds werden geanalyseerd, kan de administratie het dossier meestal pas afhandelen na het ontvangen van bijkomende informatie van de aanvrager. De omvang van de backlog is te verklaren door enerzijds de massale toestroom van dossiers voor de registratie van zorgkundigen en andere gezondheidszorgberoepen begin juli en anderzijds door de besnoeiingen bij de overheid, die noopten tot de afdanking van contractuele personeelsleden begin 2011. Verder zijn er de vele openstaande dossiers, waarvoor de administratie bijkomende informatie van de betrokkenen verwacht; om de behandeling ervan te kunnen afsluiten werden de betrokkenen aangeschreven en nogmaals gevraagd om de ontbrekende stukken over te maken. Momenteel is de aanwerving van tijdelijk personeel gaande, zodat deze personeelsleden kunnen worden ingezet om de doorlooptijd van de dossiers te verkorten.

5. Door de publicatie van het koninklijk besluit van 23 februari 2011 werden volgende maatregelen genomen:

De andere voorwaarden vermeld in het oorspronkelijke koninklijk besluit werden niet gewijzigd. De datum van 31 december 2008 voor de voorlopige registratie op basis van overgangsmaatregelen na die termijn wijzigen vormt een juridisch risico. De hierboven vermelde maatregelen werden uitvoerig toegelicht tijdens een informatiesessie omtrent de wijzigingen in de wetgeving en de invoering van het systeem van de verkorte trajecten, die door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer op 14 maart 2011 werd georganiseerd voor de beroepsorganisaties, de vakbonden, de werkgevers, de Gemeenschappen en andere belanghebbenden.

6. Deze proactieve communicatie heeft ertoe bijgedragen om de onduidelijkheid omtrent de nieuwe maatregelen en het systeem van verkorte trajecten voor het bekomen van een registratie weg te werken. Verder werden alle betrokkenen, die zich zouden kunnen beroepen op de maatregel van de verkorte trajecten, persoonlijk aangeschreven om hen hiervan op de hoogte te brengen.

7. Het systeem van de verkorte trajecten werd uitgewerkt binnen een interkabinettenwerkgroep, waarin de respectieve gemeenschappen zijn vertegenwoordigd. De federale overheid heeft het initiatief genomen om de gemeenschappen hierbij te betrekken. Ik zou geenszins durven stellen dat er sprake was van tegenwerking; immers vooraleer een onderbouwde beslissing terzake te kunnen nemen diende voldoende informatie te worden verzameld inzake de verkorte trajecten en advies te worden gevraagd aan de Nationale Raad voor Verpleegkunde, hetgeen dan ook is gebeurd.

Merk op dat ik op 14 december 2009 met de gemeenschappen een protocolakkoord heb gesloten betreffende de relatie tussen zorg- en bijstandsverleners van erkende diensten voor thuishulp en beoefenaars van gezondheidszorgberoepen die in de thuiszorg werkzaam zijn (Belgisch Staatsblad van 20 januari 2010). De interkabinettenwerkgroep buigt zich momenteel over de toegangsvoorwaarden tot de registratie als zorgkundige voor personen die in de erkende thuiszorgdiensten werkzaam zijn. Het protocolakkoord en de werking via de interkabinettenwerkgroep zijn het bewijs dat er reeds een werkzaam compromis is gevonden, waarbij onderling overleg tussen de federale overheid en de gemeenschappen centraal staat. Dat overleg wordt voortgezet.