Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4518

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Koninklijke Musea in Brussel - Museum Fin de siècle - Samenwerking met de gemeenschappen

museum
cultuurbeleid
gemeenschappen van België
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
schone kunsten

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
27/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-1426

Vraag nr. 5-4518 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Koninklijke Musea in Brussel openen in februari 2010 een museum over het Fin de siècle. Ongeacht de kunsthistorische en toeristische hoge relevantie van deze keuze, stelt zich de vraag hoe strategie van deze federale instelling zich verhoudt tot het cultuurbeleid van de gemeenschappen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bestaat er een structureel en werkzaam samenwerkingsverband en / of overleg tussen de Koninklijke Musea in Brussel en het cultuurbeleid (museabeleid) van de Franse en Vlaamse Gemeenschappen, beide actief in Brussel? Zo ja, hoe verlopen deze samenwerking en overleg, tot welke resultaten leidden ze? Zo niet, met welke argumenten kan de ontstentenis van deze samenwerking en overleg worden verklaard?

2) Hoe beoordeelt de geachte eerste minister de vaststelling dat de federale en de gemeenschapsmusea, beide categorieën volledig betaald met belastingsgeld van dezelfde burgers, zich op een zelfde terrein, voor een vaak gemeenschappelijk doelpubliek apart ontwikkelen, zonder zich in een gemeenschappelijk beleidskader te plaatsen? Beaamt de hij dat hierdoor een ernstig deficit ontstaat, dat vele kansen worden gemist?

3) Is hij bereid om op vraag en onder regie van de gemeenschappen, de federale cultuurinstellingen in te schakelen in een gemeenschappelijk beleid? Zo ja, heeft hij dit signaal al aan de betrokken gemeenschappen overgemaakt? Zo niet, met welke argumenten onderbouwt hij deze afwijzende keuze?

Antwoord ontvangen op 27 maart 2012 :

In antwoord op uw vraag heb ik de eer u mee te delen dat de inhoud ervan onder de bevoegdheid valt van mijn collega, Paul Magnette, de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid et ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden.