Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4309

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

De afwezigheid van internationale waarnemers bij de verkiezingen in Egypte

Egypte
parlementsverkiezing
toezicht op de verkiezingen
Europese Dienst voor extern optreden
waarnemer

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
9/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3853

Vraag nr. 5-4309 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 28 november zullen in Egypte de eerste verkiezingen plaatsvinden sinds de verdrijving van oud-president Hosni Mubarak in februari laatstleden. Er wordt een nieuw parlement verkozen dat een mandaat van de kiezer zal krijgen om een nieuwe grondwet op te stellen.

Het kiesproces wordt verspreid over drie dagen: de eerste op 28 november, de tweede in de loop van december en de laatste verkiezingsdag zal in januari 2012 plaats vinden. Dit komt omdat de Egyptische traditie wil dat er rechters aanwezig zijn in alle polling-stations om als jury op te treden, en omdat er niet genoeg rechters beschikbaar zijn is men verplicht de stembusgang over drie fases te laten gebeuren.

Naast de rechterlijke macht, staan de parlementsverkiezingen ook onder toezicht van de Opperste Raad van de Strijdkrachten. Dit is de militaire raad die Egypte heeft geleid sinds de exit van Hosni Mubarak acht maanden geleden. De Raad wil enkel binnenlandse waarnemers en "informele internationale getuigen" toelaten om de verkiezingen te monitoren.

Een onlangs ingevoerde wet laat niet toe dat er internationale waarnemers zich komen mengen in de binnenlandse aangelegenheden. Er zou enkel een mogelijkheid zijn om de verkiezingen bij te wonen (to observe and watch).

Zowel Canada als de Amerikaanse president Barack Obama betreuren deze beslissing van de Raad. President Obama heeft de militaire leidinggevenden eveneens aangespoord om de noodwet af te schaffen, en om de verkiezingen te laten plaats vinden in een vrij en fair klimaat in overeenstemming met democratische standaarden. Dit was één van de eisen van Tahrirbeweging.

Mijn vragen aan de geachte minister zijn:

- Wat vindt u van de beslissing van de Opperste Raad van de Strijdkrachten om geen volwaardige internationale waarnemers toe te laten bij de parlementsverkiezingen?

- Is het voldoende dat de Raad wel binnenlandse waarnemers en "informele internationale getuigen" toelaat om een goed beeld te kunnen schatten van het verloop van de parlementsverkiezingen?

- Wat zijn volgens u de redenen dat de Opperste Raad van de Strijdkrachten de uit 1967 gedateerde noodwet nog niet heeft opgeheven?

- Is dit reeds besproken met uw Europese collega's en wat is het standpunt van de Europese Dienst voor Extern Optreden van Catherine Ashton (EDEO)?

Antwoord ontvangen op 9 februari 2012 :

1. De beslissing om internationale waarnemers toe te laten bij verkiezingen behoort tot de soevereine bevoegdheid van het land in kwestie. Een waarnemingsmissie van de Europese Unie of een andere internationale organisatie kan dan ook enkel plaatsvinden op uitnodiging van de Egyptische autoriteiten. De Hoge Raad van de Militaire Strijdkrachten heeft beslist geen uitnodiging te sturen aan de Europese Unie. Organisaties zoals het Amerikaanse Carter Center hebben wel getuigen voor de verkiezingen gestuurd. Ook lokale Niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en diplomaten hebben het kiesproces kunnen observeren.

2. Het gebrek aan grote internationale waarnemingsmissies neemt niet weg dat de meeste analisten en waarnemers, zoals ook de aanwezige diplomaten, van oordeel waren dat de parlementsverkiezingen op een ordelijke en transparante manier zijn verlopen, ondanks enkele technische tekortkomingen. Ook het Carter Center is die mening toegedaan. Het heeft wel een aantal aanbevelingen gedaan om het kiesproces nog te verbeteren.

3. De Hoge Raad van de Militaire Strijdkrachten is van oordeel dat de situatie in Egypte het nog niet toelaat om de noodwet op te heffen. Na een aanvankelijke opschorting van de wet, werd die opnieuw ingevoegd na incidenten bij de Israëlische Ambassade in september vorig jaar. De Hoge Raad meent dat de noodwet nodig is om de revolutie veilig te stellen, terwijl het protest tegen de noodwet één van de katalysatoren was van het protest dat in januari vorig jaar begon. Op 25 januari jongstleden kondigde Maarschalk Tantawi het einde van de Noodtoestand aan, wat ik verwelkom.

4. België zit op dezelfde lijn als de collega’s van de Europese Unie en betreurt dat de noodwet in september 2011 opnieuw werd ingevoerd. Tijdens de septembersessie van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft zowel België als de vertegenwoordiger van de Europese Unie zijn bezorgdheid en spijt geuit over die noodwet. Ook in bilaterale contacten met Egypte wordt deze kwestie ter sprake gebracht.