Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4308

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

De recente dodelijke rellen in de Westelijke Sahara

Marokko
West-Sahara

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
9/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3849

Vraag nr. 5-4308 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de door Marokko bezette gebieden van de Westelijke Sahara zijn er de afgelopen weken enkele gewelddadige incidenten geweest.

Zondag 25 september ontstond na afloop van een voetbalwedstrijd in Dakhla een vechtpartij tussen rivaliserende supportersgroepen van Casablanca en lokale Sahrawi's. Het Franse persbureau AFP berichtte dat na de match Sahrawi activisten zich in de rellen mengden. De oproerpolitie kon de vechtende menigte amper de baas, en de rellen verspreidden zich dan ook naar twee andere buurten in de stad. Auto's werden in brand gestoken en winkels en woningen werden geplunderd.

Het incident eiste uiteindelijk 7 doden en 20 gewonden. Onder de doden bevinden zich onder andere twee politieagenten.

De Marokkaanse minister van binnenlandse zaken Taieb Cherkaoui heeft tijdens zijn bezoek aan Dakhla op26 september bekendgemaakt dat een gerechtelijk onderzoek aan de gang is naar de rellen. Ondertussen zouden reeds 6 personen in verdenking zijn gesteld voor hun aandeel in de rellen.

Het zijn de bloedigste incidenten in de regio sinds de opstand in het protestkamp Gdeim Izik, nabij Laayoune van november 2010, waar circa 5000 Sahrawi's verbleven. Toen kwam een nog steeds onbekend aantal Sahrawi's om het leven toen Marokkaanse troepen het kamp met harde hand ontruimde. De oprichting van het kamp in Laayoune was een reactie op de discriminatie, armoede en mensenrechtenschendingen die de lokale bevolking ondergaat.

In februari werden in Dakhla twee Marokkanen vermoord tijdens rellen met Sahrawi's tijdens een muziekfestival.

Twee dagen na de voetbalrellen eind september was het opnieuw onrustig in Dakhla toen Sahrawi's het slachtoffer werden van aanvallen van Marokkaanse kolonisten, volgens sommige bronnen gesteund door Marokkaanse ordediensten. Meichan Mohamed Lamine Lehbib, een 29-jarige Sahrawi is aan zijn verwondingen overleden en drie anderen zijn opgenomen in het ziekenhuis.

Het Polisario, het Volksfront ter bevrijding van Saguia el-Hamra en Río de Oro, die met de Marokkaanse autoriteiten onderhandelen over het sinds 1991 beloofde referendum, en de leiders van de Sahrawi Arab Democratic Republic (SADR) hebben de Verenigde Naties gevraagd om tussen te komen omdat de situatie bijzonder gespannen blijft. Ondertussen heeft Rabat troepenversterkingen naar Dakhla gestuurd en zou de toegang tot de stad afgesloten zijn.

Mijn vragen aan de minister zijn:

" Beschikt U over bijkomende gegevens in verband met de gespannen situatie in de Westelijke Sahara, onder meer de recente voetbalrellen en manifestaties? Zijn de slachtoffers Sahrawi's of Marokkanen? Heeft U weet dat er plunderingen zijn gepleegd?

" Wat is de stand van zake van het gerechtelijk onderzoek? Zijn er aanwijzingen dat de verdachten van de rellen gelieerd zijn met het Polisario Front? Zijn er naast Sahrawi ook Marokkanen gearresteerd voor hun aandeel in de rellen?

" Zal U de huidige precaire situatie in de Westelijke Sahara aanhalen op de volgende politieke dialoog in het kader van de Associatieraad van de EU met Marokko?

" Is Marokko bereid objectieve waarnemers toe te laten tot het gebied?

" Heeft U zicht op de door Marokko opgerichte mensenrechtencommissie (National Council on Human Rights) en haar bezigheden? In welk opzicht verschilt de commissie van zijn voorganger 'Conseil consultatif des droits de l'homme'?

" Wat is de stand van zaken van de VN onderhandelingen tussen Marokko en het Polisario?

Antwoord ontvangen op 9 februari 2012 :

1. Zoals de senator zelf schetst, is de toestand in de Westelijke Sahara de jongste jaren inderdaad zeer gespannen. De verschillende incidenten hebben aangetoond dat elke manifestatie of evenement aanleiding kan geven tot rellen, plunderingen en gewelddadige confrontaties.

Daarbij vielen het voorbije jaar bij verschillende gelegenheden dodelijke slachtoffers. Hoewel de etnische achtergrond van de slachtoffers niet altijd exact gekend is, lijkt het erop dat de slachtoffers zowel van Sahrawi als van Marokkaanse afkomst zijn, en dat er zowel burgers als leden van de ordediensten gewond of gedood werden.

Er werd inderdaad geplunderd: openbare instellingen en gebouwen, en winkels, huizen en voertuigen van beide bevolkingsgroepen.

2. Het onderzoek en het proces werden afgerond: op dinsdag 11 oktober werden elf personen veroordeeld tot celstraffen van acht maanden tot een jaar voor hun rol in de dodelijke incidenten van 25 september 2011.

De overheidscommunicatie terzake vermeldt geen aanwijzingen voor banden met het Polissario-Front, noch de etnische achtergrond van de veroordeelden.

3. Ja. Mijn voorganger zat zelf de vorige bijeenkomst van de Associatie-Raad, op 13 december 2010, voor, en bij die gelegenheid werd de kwestie van de Westelijke Sahara uitgebreid besproken in het kader van de Politieke Dialoog tussen de Europese unie (EU) en Marokko.

Dit onderwerp zal ook tijdens de volgende Associatie Raad tussen de EU en Marokko besproken worden, die vermoedelijk begin 2012 zal plaatsvinden.

4. Ja. Meerdere diplomatieke en parlementaire zendingen bezochten de voorbije maanden en jaren het gebied. Onder andere onze ambassade te Rabat bezocht de afgelopen drie jaar op regelmatige basis het gebied (onder andere de steden Laayoune, Dakhla en Smara) en had daarbij contacten met talrijke bewegingen en organisaties (zowel van pro-Marokkaanse als van pro-onafhankelijkheidsstrekking), en met internationale organisaties en de Marokkaanse autoriteiten ter plaatse.

De Verenigde naties (VN)-missie MINURSO is al decennia aanwezig op het terrein. Marokko verzet zich wel uitdrukkelijk tegen een uitbreiding van het Minurso-mandaat tot een toezicht op de mensenrechten.

5. Mijn diensten hebben regelmatig contact met de Conseil National des Droits de l’Homme.

Het mandaat van de CNDH is duidelijk versterkt ten opzichte van zijn voorganger, de Conseil Consultatif des Droits de l’Homme, die een belangrijke rol speelde in de behandeling van mensenrechtendossiers uit het verleden: doelstelling is niet alleen de promotie van de mensenrechten, maar ook de bescherming en vrijwaring van de mensenrechten en de vrijheden, zowel op individueel als op groepsvlak.

De CNDH heeft daartoe ook regionale bevoegdheden, en beschikt daartoe over antennes verspreid over het hele grondgebied. Ook de opvolging van de toepassing van de internationale conventies die Marokko geratificeerd heeft, behoren tot het mandaat van de CNDH.

De nieuwe Mensenrechtencommissie is trouwens aan bod gekomen tijdens het Sub-Comité “Mensenrechten, democratisering en goed bestuur” dat op 20 oktober 2011 plaatsvond te Brussel tussen de EU en Marokko.

6. Deze zomer vonden de 7de en 8ste ronde van de informele besprekingen plaats te Manhasset (NY- USA). De persoonlijke gezant van VNSG Ban Ki-Moon, Mr Christopher Ross zei daarover in zijn briefing aan de Veiligheidsraad dat er vooruitgang werd geboekt inzake vertrouwenswekkende maatregels (CBM), inzake de algemene relaties tussen Marokko en Algerije en tussen Marokko en het Polisario-Front, maar dat de besprekingen over de kernzaak, met name het finale statuut van het gebied, muurvast zitten.

Zijn suggesties, om een “Group of Wise Men of the Maghreb” en een “Diverse Group of Sahrawis” uit te nodigen om verse ideeën te bedenken, verdienen een kans maar zullen vermoedelijk niet voor een doorbraak zorgen.