Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4265

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De FINHOSTA-databank

ziekenhuis
verplegend personeel
gelijkheid van beloning
gegevensbank
regionale verschillen

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
9/3/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3686

Vraag nr. 5-4265 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een antwoord op mijn schriftelijke vraag 5-2476 ondervroeg ik u over de loonspanning tussen verpleegkundigen en hoofdverpleegkundigen. Hieruit bleek dat in 2006 de jaarlijkse loonkost van één voltijds equivalente (VTE) Brusselse hoofdverpleegkundige maar liefst 17 842 € hoger lag dan van een Vlaamse.

Wellicht blijft deze aberrante situatie zich tot vandaag de dag doorzetten. Maar jammer genoeg kan dit niet geverifieerd worden. Er werd mij immers in de schriftelijke vraag en na telefonisch contact met uw kabinet, verteld dat de meest recente cijfers van ruim vijf jaar geleden dateren.

De opgevraagde statistieken zijn afkomstig van de FINHOSTA database. Aangezien de FINHOSTA database het enige instrument is van de FOD Volksgezondheid die de systematische controle van de boekhouding van zorginstellingen toestaat, en omdat de zorginstellingen bij wet verplicht zijn om jaarlijks hun boekhoudkundige statistieken over te maken, zou een gebrekkige werking blijk geven van een rampzalig beheer van overheidsfinanciën.

Geachte Minister, graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe verklaart u de onderlinge verschillen tussen gewesten voor wat betreft de verloningbedragen met betrekking tot de loonkost van de hoofdverpleegkundigen per VTE, inclusief de sociale lasten?

2) Waarom neemt de verwerking van de gegevens van de FINHOSTA database tot vijf jaar in beslag?

3) Hoe kan u het beleid op tijd bijsturen als u zich moet baseren op data van vijf jaar geleden?

4) Hoe wordt de systematische controle op de boekhouding van zorginstellingen gegarandeerd?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2012 :

1) Zelfs indien het loongemiddelde per voltijds equivalente (VTE) over het algemeen hoger ligt in Brussel dan in Vlaanderen of Wallonië, mag men niet vergeten dat er in de Gewesten en Gemeenschappen tussen de ziekenhuisinstellingen onderling ook zeer belangrijke verschillen zijn. Het gemiddelde is dus geen voldoende vergelijkingsbasis om een dergelijke situatie te begrijpen. De ziekenhuizen in Brussel zijn heterogene (in termen van grootte en activiteit). De veel kleinere Brusselse steekproef leidt ertoe dat enkele sterke precieze stijgingen daar een veel grotere impact zullen hebben dan elders. Wat de salarisverschillen van een hoofdverpleegkundige tussen de deelstaten betreft, volgen hier enkele mogelijke verklaringen. De anciënniteit is vaak belangrijker in de openbare ziekenhuizen, en er zijn meer openbare ziekenhuizen in Brussel dan in Vlaanderen; het salaris houdt rekening met premies, zoals die voor tweetaligheid in de Brusselse openbare ziekenhuizen. Niettemin zou ik er graag op wijzen dat deze vastgestelde verschillen geen verschil in financiering impliceren.

2) Wat de achterstand voor de verzameling van de Finhostagegevens betreft, wil ik eraan herinneren dat in 2005 de beslissing genomen werd om via een nieuw informaticasysteem niet enkel de Finhostagegevens maar ook de MZG-gegevens te verzamelen, en dit zonder op een externe provider een beroep te doen: PORTAHEALTH. Door onverenigbaarheden en informaticaproblemen, voornamelijk voor het verzamelen van de MZG-gegevens, werden de Finhosta-inzamelingen uitgesteld. Niettemin kan ik u aankondigen dat mijn overheidsdienst sinds dit jaar de achterstand inhaalt en dat op 31 december 2012 de wettelijke termijnen zullen in acht genomen zijn. Het zal dus gaan om het verzamelen van de gegevens voor de jaren 2010, 2011 en 2012.

3) Met betrekking tot het uitwerken van beleidsmaatregelen op basis van weinig recente gegevens, wil ik u er graag op wijzen dat mijn overheidsdienst wanneer nodig ad hoc enquêtes verricht en een trendberekening op de betrokken jaren uitvoert. Mijn overheidsdienst stelt alles in het werk om bovengenoemde achterstand weg te werken, en met succes, zoals uit de voornoemde vooruitgang blijkt. Maar ik herinner er ook aan dat het ziekenhuisbeleid, met inbegrip van zijn financiering, zich op verschillende inlichtingen baseert, en dat de hier betrokken gegevens daar maar een deel van uitmaken. De meeste gegevens zijn recent (2009 of 2010).

4) Wat ten slotte uw vraag over de systematische controles betreft, deel ik u mee dat de door de federale overheidsdienst verrichte controle op de verificatie van de volgens de regels van het koninklijk besluit van 25 april 2002 toegewezen financiële middelen slaat (budget van financiële middelen). Elk financieringsjaar maakt dus het voorwerp uit van een herziening teneinde de juiste afstemming van de middelen volgens de toepasselijke regels te garanderen. Bij deze gelegenheid voert een dossierbeheerder de noodzakelijke controles uit. In dit verband wil ik u eraan herinneren dat een overheidsdienst niet bevoegd is om zich in de plaats van de wettelijke controleprocedures te stellen: de wet op de ziekenhuizen legt immers aan elk ziekenhuis op om zijn rekeningen aan een bedrijfsrevisor voor te leggen. Wat de verzamelde gegevens via Finhosta betreft, zijn de cijfers van de tabel “lasten en gegevens van het personeel per kostenplaats”, uitgedrukt in aantal VTE, het voorwerp van een overeenstemmingscontrole. Op het niveau van de loonmassa, maken de cijfers bovendien eveneens het voorwerp uit van een overeenstemmingscontrole met de tabel “Rekeningen en loonlasten van het personeel per kostenplaats” welke per personeelscategorie uitvoerig wordt gespecificeerd. Deze controle werd uitgevoerd, en van 2005 tot 2006 werd er niets abnormaals vastgesteld.