Schriftelijke vraag nr. 5-4256

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Ziekenhuizen - Palliatieve zorg - Palliatieve zorgeenheden - Cijfers

ziekenhuis
palliatieve zorg
gezondheidsstatistiek
geografische spreiding

Chronologie

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3275

Vraag nr. 5-4256 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 1997 bestaan er specifieke erkenningscriteria voor palliatieve zorgeenheden in een ziekenhuis. Het betreft ziekenhuisafdelingen met een eerder huiselijke sfeer, die zijn aangepast aan de noden van de palliatieve patiënt en zijn naasten. Gezien de vergrijzing van de maatschappij valt te verwachten dat de nood aan zulke erkende zorgeenheden zal groeien.

Geachte minister, graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel SP-bedden zijn er momenteel erkend? Hoeveel unieke patiënten verbleven er in SP-bedden? Graag had ik deze cijfers verkregen voor de afgelopen vijf jaar en per provincie.

2) Hoeveel patiënten werden er in de afgelopen vijf jaar gekenmerkt met een ICD9-code "V66.7"? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar en per provincie.

3) Wat is de omvang van de mobiele equipes palliatieve zorg binnen ziekenhuizen? Graag had ik voor de afgelopen vijf jaar het aantal VTE's artsen, geneesheer-specialisten, psychologen en verpleegkundigen verkregen die hierin werkzaam zijn, opgesplitst per jaar en per provincie.

Antwoord ontvangen op 2 februari 2012 :

In bijlage 1 vindt U het aantal erkende Sp-bedden voor palliatieve zorgeenheden in ziekenhuizen met het aantal unieke patiënten in deze bedden voor de afgelopen zeven jaar (2004-2010) en per provincie.

De bron van deze informatie is het centraal instellingenbestand van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid (DG1).

In bijlage 2 vindt U het aantal unieke patiënten die verbleven hebben in deze Sp-bedden voor palliatieve zorg voor de jaren 2004-2008. De bron van deze informatie zijn de Minimale Ziekenhuisgegevens van de FOD Volksgezondheid (DG1).

Dit bekeken vanuit het ziekenhuis waar de patiënt behandeld werd.

2008 is het laatst beschikbare jaar in de Minimale Ziekenhuisgegevens.

2. In bijlage 3 vindt U het aantal ziekenhuisverblijven met een ICD-9-CM code V66.7 “Encounter for palliative care” voor de jaren 2004-2008.

3. In bijlage 4 vindt U de omvang van de mobiele equipes palliatieve zorg binnen de ziekenhuizen voor de afgelopen 5 jaren (2006-2010).

De bron van deze informatie is de jaarlijkse ziekenhuisstatistieken van de FOD Volksgezondheid (DG1). De cijfers zijn weergegeven in Voltijdsequivalenten.

Bijlage 1 : Aantal erkende palliatieve bedden voor de jaren 2004-2010 opgesplitst per regio en per provincie. (Bron: FOD Volksgezondheid: DG1: Centraal Instellingenbestand).

Bijlage 2: Het aantal unieke patiënten die in deze erkende palliatieve bedden verbleven hebben voor de jaren 2004-2008 opgesplitst per regio en per provincie

(Bron: FOD Volksgezondheid DG1 – Minimale Ziekenhuisgegevens).

Bijlage 3 : Het aantal ziekenhuisverblijven met een ICD-9-CM code V66.7 “Encounter for palliative care” voor de jaren 2004-2008. (Bron: FOD Volksgezondheid – DG1 – Minimale Ziekenhuisgegevens).

Bijlage 4 : De omvang van de mobiele equipes palliatieve zorg binnen de ziekenhuizen voor de afgelopen 5 jaren (2006-2010) uitgedrukt in Voltijdsequivalenten (Bron: jaarlijkse ziekenhuisstatistieken – FOD Volksgezondheid – DG1)