Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4220

van Louis Ide (N-VA) d.d. 28 december 2011

aan de staatssecretaris voor Asiel, Immigratie en Maatschappelijke Integratie, toegevoegd aan de minister van Justitie

Asielzoekers - Gezondheidszorgbeleid - Dienst Vreemdelingenzaken

politiek asiel
toelating van vreemdelingen
Dienst Vreemdelingenzaken
verblijfsrecht
officieel document
gezondheidsverzorging
officiële statistiek
asielzoeker

Chronologie

28/12/2011Verzending vraag
3/2/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3378

Vraag nr. 5-4220 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Asielzoekers die op basis van medische redenen een verblijf van meer dan 3 maanden aanvragen kunnen zich beroepen op artikel 9 ter van de Verblijfswet (wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen). Zij dienen hiervoor een aanvraagformulier in te dienen bij de dienst Vreemdelingenzaken. Dit aanvraagformulier dient medisch gezien 3 zaken te bevatten namelijk : de ziekte, haar graad van ernst, de noodzakelijk geachte behandeling.

Op basis van dit attest zal de arts van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) de medische situatie beoordelen en een advies formuleren ten gronde. Graag had ik wat meer cijfers gekregen over deze procedure:

1) Hoeveel aanvragen op grond van medische redenen zijn er sinds 2008 binnengekomen bij de DVZ?

2) Kan u bovenstaande cijfers uitsplitsen naar 1) ziekte 2) graad van ernst en 3) noodzakelijk geachte behandeling?

3) Hoeveel artsen zijn er binnen de DVZ actief om deze aanvragen te beoordelen? Hoeveel hiervan zijn Franstalig en hoeveel Nederlandstalig?

4) Hoeveel aanvragen hebben zij afgelopen jaar beoordeeld?

5) Hoeveel aanvragen kregen een positief en hoeveel aanvragen kregen een negatief advies?

6) Hoeveel aanvragers kregen een uitnodiging door de dienstdoende arts bij het DVZ?

7) Zijn er bij de dossierbeheerders richtlijnen actief waarbij dergelijke medische aanvragen prioritair behandeld dienen te worden en wanneer niet? Bv. Wanneer een asielzoeker op zijn aanvraag de ziekte tuberculose signaleert, weet de dossierbeheerder dan dat dit absolute prioriteit verdient gezien de mogelijke besmettelijkheid van deze aandoening?

8) Kan u mij deze richtlijnen bezorgen?

9) Wordt er binnen DVZ gecrossmatcht tussen de verschillende vormen van aanvragen tot verblijfsvergunningen? Zo ja, hoeveel aanvragers op basis van medische redenen hebben eerder een andere aanvraag ingediend?

10) Wordt er binnen DVZ bijgehouden door welke arts de medische attesten worden afgeleverd? Zo ja, kan u mij deze eventueel na anonimisering (ik denk hierbij aan cijfer of lettercodes voor de verschillende voorschrijvende artsen) bezorgen?

Antwoord ontvangen op 3 februari 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1) Voor de jaren 2008, 2009 en 2010 verwijs ik naar de Activiteitenrapporten van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Deze zijn te raadplegen op de website van de DVZ. Alle relevante statistieken over humanitaire en medische regularisaties zijn er in terug te vinden. In 2011 ging het om 9 675 aanvragen.

2) Er worden geen statistieken bijgehouden naargelang de nomenclatuur van de ingeroepen ziekten :

  1. omdat de wet op deze basis géén onderscheid maakt,

  2. omdat ziektebeelden gaandeweg de procedure kunnen evolueren en

  3. omdat er ettelijke denkbare aandoeningen zijn en dergelijke statistische opsplitsing bijgevolg eindeloos zou zijn. Hetzelfde geldt voor de graad van ernst en de nodig geachte behandeling.

3) Eind december 2011 waren er bij de DVZ zestien artsen in dienst om de ontvankelijke aanvragen conform Artikel 9ter van de Vreemdelingenwet (Vw) te beoordelen op het medische vlak. Ik herinner er aan dat de beoordeling van dergelijke aanvragen ook op andere vlakken gebeurt door niet-artsen : bijvoorbeeld op het vlak van de ontvankelijkheid en het vlak van de openbare orde. Het artsenbestand telde op dat ogenblik tien Franstaligen en zes Nederlandstaligen.

4) De adviesartsen bij de DVZ beoordelen de aanvragen niet. De artsen adviseren enkel over hun inhoudelijk medisch luik. Zoals de wet het duidelijk voorziet zijn het de ambtenaren, gemachtigden van de minister, die hier de beslissingsbevoegdheid uitoefenen. In 2011 werden aldus 10 874 aanvragen Art 9ter Vw door de DVZ afgesloten.

5) Deze gemachtigden troffen in 2011 in totaal 9 350 ongunstige beslissingen betreffende aanvragen op basis van Art 9ter. De ongunstige beslissingen omvatten eveneens de beslissingen tot onontvankelijkheid, dus de dossiers waarvoor géén arts werd gevat.

Zoals gezegd, een gunstig advies van de arts op het medische luik heeft niet noodzakelijk een gunstige verblijfsbeslissing tot gevolg. Om deze reden worden geen opgesplitste statistieken bijgehouden over de gunstige en ongunstige adviezen van deze artsen.

6) Er zijn dienaangaande geen cijfers beschikbaar. Tot dergelijke oproepingen wordt overigens enkel overgegaan indien de adviserende arts het nodig acht en in deze medische appreciatie zijn de adviesartsen volstrekt onafhankelijk. Die uitnodigingen zijn geenszins wettelijk voorgeschreven of opgelegd.

7) De wetgever voorziet geen prioriteit en het zou niet opgaan prioriteiten te gaan toekennen op basis van voorlopige medisch niet geëvalueerde aanvragen. De wet verbiedt zelfs de ambtenaren het inhoudelijk medische luik van de aanvragen te overwegen indien de aanvraag zelf niet ontvankelijk is. Tenslotte hoort profylaxe geenszins tot de wettelijke opdracht van deze ambtenaren.

8) Zie antwoord op vraag 7.

9) Er zijn geen statistische gegevens beschikbaar over de crossmatching tussen de verschillende vormen van aanvragen tot verblijfsvergunningen.

10) De tussenkomende behandelende artsen van de regularisatieaanvragers worden enkel bijgehouden in geval van fraudevermoedens. Deze vermoedens worden aan de bevoegde Parketten overgemaakt. Het zou onverdedigbaar zijn deze artsen publiekelijk te identificeren.