Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-4168

van Louis Ide (N-VA) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De verlenging van de master-na-master ziekenhuisfarmacie en de erkenning tot ziekenhuisapotheker

ziekenhuis
apotheker
universiteit
opleidingsstage
postuniversitair onderwijs

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
23/4/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2248

Vraag nr. 5-4168 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Ministerieel Besluit van 11 juni 2003 dat de criteria vaststelt voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker stelt dat men 900 uren beroeps en theoretische vorming moet krijgen. Tot voor kort bestond deze opleiding uit een eenjarige masteropleiding.

In de medische pers las ik dat een nieuw ministerieel besluit stipuleerde dat de opleiding in duur zou opgetrokken worden. Dezelfde 60 studiepunten zouden volgens het artikel worden verspreid over drie bezoldigde stagejaren. Met andere woorden het theoretische luik zou hetzelfde gebleven zijn maar men trok de benodigde praktijkervaring op (De Apotheker, 19/07/2010).

Het uitblijven van uitvoeringsbesluiten zorgde voor verwarring in de academische wereld. De K.U. Leuven, UA, UGent en VUB zijn sinds academiejaar 2010-2011 gestart met een driejarige opleiding. De UCL, ULB en ULg kwamen niet tot een vergelijk. De universiteit van Luik ging samen met de ULB de opleiding organiseren terwijl de UCL dit op zijn eentje ging doen. De 39 betaalde opleidingsplaatsen voor de Vlaamse universiteiten en de 26 betaalde opleidingsplaatsen voor Franstalige universiteiten zullen worden verdeeld.

De twijfel rond de financiering werd voor een stuk weggenomen door een circulaire aangaande de ziekenhuisfinanciering waarin toen duidelijk geld vrijgemaakt werd voor de eerste zes maanden van de opleiding. De garantie dat op termijn deze driejarige betaalde opleiding zal gegarandeerd worden hangt af van de publicatie van de uitvoeringsbesluiten.

De voorzichtige houding van de Franstalige universiteiten is te begrijpen. Naar de toekomst toe kan de erkenning van studenten een probleem opleveren aangezien ze in hetzelfde jaar begonnen zijn maar op een ander tijdstip en anders opgeleid zullen afstuderen. Daarnaast is het ook niet duidelijk wat de tegemoetkoming zal zijn naar universiteiten toe die de drie jarige bezoldigde opleiding nu reeds aanbieden.

Mijn vragen aan u mevrouw de minister zijn dan ook:

Wanneer zullen de uitvoeringsbesluiten rond de wijziging van de opleiding gepubliceerd worden?

Welke universiteiten organiseren een eenjarige opleiding en welke een driejarige? Heeft de minister rekening gehouden met het eventueel bestaande verschil in opleiding en bijgevolg het afstuderen? Zo ja, op welke manier zal ze dit oplossen in het kader van de erkenning?

Heeft de minister budgetten voorzien om de van overheidswege bezoldigde driejarige opleiding te bekostigen?

Hoeveel bedragen deze budgetten en op basis van welke gronden zijn de vacatures regionaal verdeeld?

Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

  1. Mijn diensten hebben ondertussen constructief overleg gehad met de beroepsverenigingen van ziekenhuisapothekers alsook met de ziekenhuisapothekers in opleiding.

    De bevoegde administratie is belast met de eindredactie van een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 2003 tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker.

    Deze ontwerpen geven gevolg aan een nieuw concept van opleiding van de ziekenhuisapotheker zodat die beter gewapend is voor de uitdagingen van de toekomst.

    Tot en met academiejaar 2009-2010 bestond de opleiding tot ziekenhuisapotheker in België uit een academische master-na-masterstudie van één academiejaar (60 studiepunten) waarin een masterproef en een stage van tweemaal acht weken in een ziekenhuisapotheek was begrepen.

    Het was al geruime tijd duidelijk dat de praktische beroepsbekwaming tijdens deze eenjarige opleiding veel te beperkt was in het licht van de grote complexiteit van de taken van een ziekenhuisapotheker en de vereiste hoge deskundigheid in een interdisciplinaire omgeving. Ook in vergelijking met nagenoeg alle Europese landen was België hiermee beschamend achterop, vermits in de meeste van die landen de opleiding tot ziekenhuisapotheker drie tot vier jaar duurt.

    Op basis van uitvoerig overleg en uitgebreide besprekingen met academici en beroepsverenigingen van beide landsdelen is er een duidelijke consensus dat een degelijke opleiding tot ziekenhuisapotheker in feite niet mogelijk is in minder dan drie jaar. Dergelijke opleiding moet in principe vooreerst een theoretische universitaire vorming omvatten van ongeveer 45 studiepunten in de domeinen vermeld in het huidige opleidingsprogramma (zie einde van deze nota) in combinatie met een masterproef van (decretaal minimaal) 16 studiepunten (samen overeenkomend met een studie van één academiejaar, maar best te spreiden over twee of drie academiejaren).

    De theoretische opleidingsonderdelen beogen een verdiepende vorming in onderwerpen die specifiek zijn voor de geneesmiddelen en materialen in ziekenhuismilieu en taken van de ziekenhuisapotheker en nog niet aan bod kwamen in de basisopleiding tot apotheker. De masterproef wordt uitgevoerd op de plaats waar ook praktische beroepsbekwaming wordt verworven, dit wil zeggen in een ziekenhuisapotheek, maar onder toezicht van academische begeleiders.

    Daarnaast moet er een praktische beroepsbekwaming zijn in een of meerdere ziekenhuisapotheken gedurende bij voorkeur twee jaren, in een daartoe erkende functie. Tijdens deze beroepsbekwaming verwerft de ziekenhuisapotheker in opleiding praktische ervaring en deskundigheid in de belangrijke domeinen die tot de taken van een ziekenhuisapotheker behoren, namelijk de bereidingen en de uitreiking van geneesmiddelen in een ziekenhuisapotheek, klinische farmacie, nosocomiale infecties, klinische studies, beheer van de ziekenhuisapotheek. De ziekenhuisapotheker kan slechts definitief tot de beroepstitel toegelaten worden na het bekomen van een voorlopige accreditering door de erkenningscommissie, na het voorleggen van een opleidingsplan en een voorstel van masterproef.

    Er wordt in voorzien dat de ziekenhuisapotheker in opleiding binnen een erkend stageplan een voorlopige erkenning kan krijgen, waarmee hij in dienst kan genomen worden binnen het reguliere personeelskader van een ziekenhuisapotheek. Na het doorlopen van de verdere beroepsbekwaming volgt een definitieve erkenning.

    De ontwerpen waarvan sprake dienen nog voorgelegd te worden aan de Raad van State. Het project zal uiterlijk voor de start van het komende academiejaar afgerond worden.

  2. Uw tweede vraag behoort tot de bevoegdheid van de gemeenschappen.

    De verlenging van de opleiding zal in principe geen impact hebben op het aantal beschikbare ziekenhuisapothekers gezien deze tijdens het stageplan een voorlopige erkenning krijgen en dus tewerkgesteld kunnen worden met volle professionele bevoegdheid.

  3. Eén van de nieuwe maatregelen die in het kader van de gezondheidszorgbegroting 2010 werden beslist, behelst een budget van 3 250 000 euro extra voor de ziekenhuisapothekers. Dit bijkomende budget zal toegekend worden in het budget financiele middelen voor de instellingen die ziekenhuisapothekers met een voorlopige erkenning aanwerven.

  4. De erkenningscommissie is bevoegd voor de beoordeling van de stageplannen en de voorlopige erkenning. Ik kan u op dit ogenblik nog geen details geven maar het is gebruikelijk rekening te houden met een billijke regionale verdeling.