Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3913

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Finexpo - Evaluatie - Impact - Interventies - Netwerk

exportsteun
exportkrediet
financiering van de uitvoer

Chronologie

23/12/2011Verzending vraag
5/3/2012Antwoord

Vraag nr. 5-3913 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Finexpo, opgericht in 1997, is het instrument van de Belgische federale overheid voor het leveren van advies en financiële steun aan Belgische bedrijven teneinde kapitaalgoederen en diensten te exporteren. Tot het einde van 2009 ondersteunde Finexpo honderdenacht projecten voor Official Development Assistance (ODA), in negenendertig landen.

De Dienst Bijzondere Evaluatie voor de internationale samenwerking van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, evalueerde de werking van Finexpo in een rapport dd. oktober 2010.

Dit evaluatierapport bevat de volgende conclusie (p. 75): "Met een gemiddelde van minder dan drie interventies per land die bovendien niet (noodzakelijkerwijs) met elkaar in verband staan kan niet worden verwacht dat Finexpo aanzienlijke invloed heeft op de ontwikkelingsdoelstellingen"

En "Hoewel Finexpo heeft bijgedragen aan nieuwe zakelijke contacten tussen de Belgische leveranciers en de ontvangende diensten, heeft dit slechts in enkele ingevallen geresulteerd in duurzame relaties, of tot het toegang verkrijgen tot nieuwe markten waar ook onafhankelijk van de steun van Finexpo geopereerd zou kunnen worden".

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe evalueert de geachte minister deze forse uitspraken in het evaluatierapport? Beaamt hij deze vaststellingen?

2) Het verklaart hij het beperkt aantal interventies en het daardoor missen van impact op de ontwikkelingsdoelstellingen?

3) Het verklaart hij het beperkt aantal gecreëerde duurzame relaties en de magere resultaten van Finexpo op deze terreinen?

4) Gaf hij ondertussen gevolg aan dit advies en zal deze strategie worden herbekeken? Zo ja, wanneer en hoe? Zo niet, hoe verklaart hij het niet ter harte nemen van deze vaststelling?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2012 :

1) Volgens artikels 2 & 3 van het koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export is het hoofddoel van Finexpo de ondersteuning van de export van uitrustingsgoederen en aanverwante diensten van Belgische ondernemingen. Finexpo is dus in de eerste plaats een steuninstrument voor de export. Elk project moet echter ook voldoen aan criteria van ontwikkelingsrelevantie. Elk project dat Finexpo steunt is dus relevant voor de ontwikkeling van het begunstigde land. Finexpo heeft met een jaarlijks vastleggingsbudget van 37 miljoen euro echter een veel kleiner budget dan de Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en heeft dus niet de budgettaire middelen om te focussen op bepaalde landen of bepaalde sectoren. Daarenboven houdt Finexpo zich aan de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO)-arrangement betreffende de publieke steun aan de exportkredieten. Dit arrangement legt beperkingen op aan de sectoren en landen die hulpkredieten kunnen ontvangen. Dit op zich beperkt dus ook het aantal ondernemingen dat kan gebruik maken van de Finexpo hulpkredieten.

Daarenboven, door internationale regels (bijvoorbeeld van het Internationaal monetair fonds (IMF) is het niet altijd mogelijk om in sommige begunstigde landen ook commerciële contracten af te sluiten omdat er een vereiste is voor concessionele hulp. Daarom is het soms moeilijk om duurzame relaties op te bouwen zonder dat er concessionele hulp wordt gegeven.

2) Finexpo heeft maar een beperkt jaarlijks vastleggingsbudget van 37 miljoen euro; het is dus logisch dat er vergeleken met de DGD veel minder projecten kunnen ondersteund worden waardoor de impact op de ontwikkelingsdoelstellingen veel kleiner is.

3) Gegeven het beperkte budget van Finexpo is het opbouwen van duurzame relaties met de begunstigde landen soms moeilijk maar toch zijn er desondanks wel degelijk duurzame relaties ontstaan tussen ondernemingen en landen tengevolge de steun van Finexpo. Er zijn voorbeelden van bedrijven die dankzij het ontvangen van concessionele hulp voor hun project erin slagen om grote commerciële contracten binnen te halen.

4) Finexpo werkt in het al beperkende kader van het OESO – Arrangement (zie punt 1 hierboven). Dit kader beperkt de lijst sectoren en landen waarvoor hulpkredieten kunnen gegeven worden. Het advies om de strategie te herbekijken en te focussen op een nog beperkter aantal sectoren en landen werd dus niet gevolgd. Finexpo wenst zoveel mogelijk Belgische ondernemingen in verschillende sectoren kunnen ondersteunen. Daarenboven stelt de Inspecteur van Financiën verbonden aan de Thesaurie nu reeds vragen bij de eventuele risico’s van een te sterke concentratie van hulpkredieten op bepaalde landen.