Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3889

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 december 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Middelbare school - Drugscontrole - Preventieve inval - Resultaten - Evaluatie

voortgezet onderwijs
drugverslaving
politiecontrole
verdovend middel

Chronologie

2/12/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4868

Vraag nr. 5-3889 d.d. 2 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op dinsdag 29 november 2011 organiseerde de lokale politie, in overleg met de schooldirectie van een middelbare school in Alsemberg, voor de tweede keer een inval tijdens de schooluren voor de controle op drugs bij de hoogste jaren, de derde graad. Met drieëntwintig inspecteurs en vier honden. De leerlingen moesten allemaal hun gsm-toestellen afgeven en werden onderzocht. Bij drie leerlingen vond men kleine hoeveelheden drugs. Bij hen werd ook een huiszoeking georganiseerd.

Het hoeft weinig betoog dat een adequaat drugsbeleid ook gebruik maakt van afschrikking en controles.

Hierover de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister vertellen (1) welke drugs en (2) in welke hoeveelheden bij deze controleoperatie werden ontdekt?

2) Hoe beoordeelt en evalueert zij dit soort van controles waarbij een groot aantal politiemensen en -honden wordt ingezet voor een algemene controle in de school?

3) Vindt zij het terecht dat dit soort controles als een preventieve actie worden geduid? Beschikt zij over bewijsmateriaal dat dit soort acties ook een preventief effect scoren? Zo ja, welke gegevens en welke bewijzen? Zo niet, hoe verklaart en motiveert zij de aanwending van dit soort interventies?

4) Hoe reageert zij op de kritiek van onder andere menswetenschappers, dat dit soort interventies nauwelijks tot geen afradend effect sorteren en eerder het spannende en rebellerende van druggebruik vergroten en de heldenstatus die bij gebruik ontstaat stimuleren?

5) Vindt zij de inzet van zoveel politieagenten in een goede en verdedigbare verhouding tot (1) de vastgestelde hoeveelheden en aard van drugs en (2) het beoogde preventieve effect ervan?

6) Bestaat er een plan of groeien er overwegingen om dit soort invallen op meer systematische wijze te organiseren? Zo ja, op welke analyse baseert men zich en welke concrete en meetbare effecten beoogt men daarmee?