Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3885

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 1 december 2011

aan de minister van Klimaat en Energie

Dreigende stroompannes - Maatregelen - Effecten - Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG)

CREG
elektrische energie
elektriciteitsvoorziening

Chronologie

1/12/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4911

Vraag nr. 5-3885 d.d. 1 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent meldden de geachte minister en de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) dat er tijdens de komende winter een mogelijkheid bestaat op stroompannes. Het zou gaan over het kortstondig wegvallen van de elektriciteitsvoorziening op uitzonderlijke piekmomenten, waarbij onder andere zonne- en windenergie stilvallen en teveel landgenoten gezamenlijk hun huishoudtoestellen zouden inschakelen. De oorzaak ligt - zo verklaren deskundigen - bij het sluiten van een aantal kerncentrales in Duitsland. De kans op stroompannes zou de komende jaren alsmaar groter worden.

Hierover de volgende vragen:

1) Bevestigt de geachte minister de reële kans op elektriciteitspannes, het kortstondig uitvallen van de elektriciteitsaanvoer, voor de komende winterperiode? Zo ja, hoe ontstond deze bedreiging?

2) Hoe komt het dat deze mogelijke elektriciteitsuitval, die men redelijk kan voorzien, niet verhinderd kan worden?

3) Bevestigt hij dat de kans op elektriciteitsuitvallen de komende jaren zal toenemen? Kan hij deze vermoedelijke evolutie meer gedetailleerd toelichten? Hoe komt het dat - ondanks dit weinig rooskleurige perspectief - deze uitvallen niet kunnen worden voorkomen?

4) Heeft hij zicht op de effecten van een - zelfs maar kortstondige - elektriciteitsuitval, onder andere voor (1) de veiligheid en specifiek de communicatie hieromtrent (2) de volksgezondheid, bijvoorbeeld ziekenhuizen enz. (3) de verkeerssignalisaties (4) het lucht- en treinverkeer (5) de elektronica in zowat alle maatschappelijke en economische geledingen enz.?

5) Vindt de geachte minister deze voorspelling voldoende bedreigend om hieromtrent actieplannen op te stellen? Gaf hij hiertoe al opdracht? Pleegde hij hierover overleg met de betrokken collega's uit de federale en gemeenschaps- en gewestregeringen? Zo ja, met welke resultaten? Zo niet, hoe motiveert hij de ontstentenis van dit overleg en de bijhorende actieplannen?

6) Zullen er ook in onze buurlanden vergelijkbare stroomuitvalmomenten voorkomen? Zo niet, hoe komt het dat andere landen hierop beter kunnen/konden anticiperen?