Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3853

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 1 december 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

De afwezigheid van internationale waarnemers bij de verkiezingen in Egypte

Egypte
parlementsverkiezing
waarnemer
Europese Dienst voor extern optreden
toezicht op de verkiezingen

Chronologie

1/12/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1376
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4309

Vraag nr. 5-3853 d.d. 1 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 28 november zullen in Egypte de eerste verkiezingen plaatsvinden sinds de verdrijving van oud-president Hosni Mubarak in februari laatstleden. Er wordt een nieuw parlement verkozen dat een mandaat van de kiezer zal krijgen om een nieuwe grondwet op te stellen.

Het kiesproces wordt verspreid over drie dagen: de eerste op 28 november, de tweede in de loop van december en de laatste verkiezingsdag zal in januari 2012 plaats vinden. Dit komt omdat de Egyptische traditie wil dat er rechters aanwezig zijn in alle polling-stations om als jury op te treden, en omdat er niet genoeg rechters beschikbaar zijn is men verplicht de stembusgang over drie fases te laten gebeuren.

Naast de rechterlijke macht, staan de parlementsverkiezingen ook onder toezicht van de Opperste Raad van de Strijdkrachten. Dit is de militaire raad die Egypte heeft geleid sinds de exit van Hosni Mubarak acht maanden geleden. De Raad wil enkel binnenlandse waarnemers en "informele internationale getuigen" toelaten om de verkiezingen te monitoren.

Een onlangs ingevoerde wet laat niet toe dat er internationale waarnemers zich komen mengen in de binnenlandse aangelegenheden. Er zou enkel een mogelijkheid zijn om de verkiezingen bij te wonen (to observe and watch).

Zowel Canada als de Amerikaanse president Barack Obama betreuren deze beslissing van de Raad. President Obama heeft de militaire leidinggevenden eveneens aangespoord om de noodwet af te schaffen, en om de verkiezingen te laten plaats vinden in een vrij en fair klimaat in overeenstemming met democratische standaarden. Dit was één van de eisen van Tahrirbeweging.

Mijn vragen aan de geachte minister zijn:

- Wat vindt u van de beslissing van de Opperste Raad van de Strijdkrachten om geen volwaardige internationale waarnemers toe te laten bij de parlementsverkiezingen?

- Is het voldoende dat de Raad wel binnenlandse waarnemers en "informele internationale getuigen" toelaat om een goed beeld te kunnen schatten van het verloop van de parlementsverkiezingen?

- Wat zijn volgens u de redenen dat de Opperste Raad van de Strijdkrachten de uit 1967 gedateerde noodwet nog niet heeft opgeheven?

- Is dit reeds besproken met uw Europese collega's en wat is het standpunt van de Europese Dienst voor Extern Optreden van Catherine Ashton (EDEO)?