Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3689

van Louis Ide (N-VA) d.d. 16 november 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Contingentering - Lissage - Simulatie (Artsen)

medisch onderwijs
leerlingenselectie
toegang tot het beroepsleven
dokter

Chronologie

16/11/2011Verzending vraag
28/11/2011Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2092
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1367

Vraag nr. 5-3689 d.d. 16 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In verband met de berekening van het systeem van lissage antwoordde de geachte minister op 22 maart 2011 op schriftelijke vraag nr. 5-264: " een nieuwe berekening is pas mogelijk van zodra het jaar afgesloten is plus drie maanden waarin de kandidaten nog tijd hebben om een stagevoorstel in te dienen. Deze berekening is dus ten vroegste mogelijk in april 2011. "

Ik wil dan ook een stuk van vraag nr. 5-264 hernemen.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op de volgende vraag:

Rekening houdende met het reeds bestaande systeem van " lissage " zoals gevraagd in schriftelijke vraag nr. 5-209, had ik graag vernomen of zij over een simulatie beschikt, rekening houdende met de nieuwe inschrijvingsnummers.

Antwoord ontvangen op 28 november 2011 :

In antwoord op uw vraag over de contingentering van artsen in opleiding bezorg ik u de gegevens uit het jaarrapport 2010 dat de Planningscommissie van het medisch aanbod aan het opmaken is.

In de Vlaamse Gemeenschap is er voor de periode 2004-2010 een gecumuleerd tekort van twee artsen voor wat het globale aantal betreft en 406 huisartsen.

Het minimumaantal voor de kinder- en jeugdpsychiatrie wordt niet gehaald, terwijl die voor de acute geneeskunde en de spoedgeneeskunde overschreden worden.

In de Franse Gemeenschap stelt men voor de periode 2004-2010 een gecumuleerd overschot van 195 artsen vast voor wat het globale contingent betreft en een gecumuleerd tekort van 101 eenheden voor wat het quotum van de huisartsen aangaat.

De minimumaantallen voor de kinder- en jeugdpsychiatrie, de acute geneeskunde en de spoedgeneeskunde worden net gehaald.

De besluiten betreffende de contingentering tot op heden zijn de volgende:

In 2010 daalt het gecumuleerde artsentekort in de Vlaamse Gemeenschap. Een grote toevloed van specialisten biedt hiervoor een verklaring.

In 2010 neemt het gecumuleerde artsenoverschot in de Franse Gemeenschap verder toe. De massale toevloed van specialisten, zowel in het verleden als in 2010, verklaart dat.

In 2010 verhoogt het gecumuleerde tekort aan huisartsen, zowel in de Vlaamse als in de Franse Gemeenschap.

De minimumaantallen van de andere specialisaties buiten de huisartsengeneeskunde en de kinder- en jeugdpsychiatrie worden gehaald.