Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3675

van Marie Arena (PS) d.d. 16 november 2011

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken

De budgetlijn “Transitie”opgericht in het kader van het programma “Humanitaire hulp” van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid

humanitaire hulp
ECHO
ontwikkelingshulp
niet-gouvernementele organisatie

Chronologie

16/11/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1249

Vraag nr. 5-3675 d.d. 16 november 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Naar aanleiding van de Arabische opstanden werden de problemen in verband daarmee als “prioritaire crisissen” aangemerkt in het kader van het programma “humanitaire hulp” van de ontwikkelingssamenwerking. Binnen het programma humanitaire hulp werd een budgetlijn “transitie” gecreëerd. Met “prioritaire crisis” beoogt men de projecten die zich tussen de noodfase en die van de eigenlijke ontwikkeling bevinden. Belgische ngo's met de “ECHO”- goedkeuring, afgeleverd door de Europese Commissie (DG “Humanitaire hulp”)? Kunnen aanspraak maken op die financiering . Het betreft grote projecten, aangezien het bedrag ervan moet schommelen tussen de 300.000 en 500.000 euro.

Ik wens daarover volgende bijkomende uitleg:

1) Welke projecten werden gefinancierd in het kader van de budgetlijn “transitie”?

2) Welke projecten en regio's in de wereld werden daarbuiten gefinancierd in het kader van de “humanitaire hulp”?

3) Denkt u dat de prioriteit die aan de Arabische wereld wordt toegekend volgend jaar zal worden voortgezet?

Antwoord ontvangen op 1 december 2011 :

Ik kan het geachte lid, in antwoord op haar vraag, volgende elementen meedelen.

I – De humanitaire programma’s:

De Belgische ontwikkelingssamenwerking beschikt over zes begrotingslijnen voor de financiering van acties bestemd voor de humanitaire programma’s:

1. overgangsacties en strategische humanitaire interventies;

2. kosten voor hulptransport door Landsverdediging;

3. de vrijwillige meerjarenbijdragen aan internationale humanitaire organisaties en aan de flexibele humanitaire fondsen;

4. uitgaven van alle aard betreffende voedselhulp en voedselveiligheid op korte termijn;

5. preventie, noodhulp, hulp voor wederopbouw op korte termijn en humanitaire acties;

6. subsidies om de transportkosten voor het materiaal en de uitrusting te dekken.

II – De humanitaire noodhulp:

De acties van de Belgische niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) voor humanitaire hulp vallen dus voornamelijk onder de begrotingslijnen 1, 5 en 6, en meer in het bijzonder de humanitaire noodhulp.

In het algemeen gebeuren de humanitaire financieringen van België via financieringskaders.

De NGO’s die in aanmerking komen voor een financiering door de Belgische regering in het kader van de humanitaire hulp moeten:

1. erkend zijn door DGOS volgens het koninklijk besluit van 14 december 2005, en erkend zijn als in aanmerking komend volgens internationale criteria, zoals bepaald door ECHO bijvoorbeeld;

2. de Gedragscode van het Rode Kruis respecteren, namelijk de algemene criteria van neutraliteit, integriteit, transparantie, efficiëntie en doelmatigheid;

3. beschikken over een financiële capaciteit om het project te steunen en over boekhoudkundige procedures die beantwoorden aan de standaardnormen die door de belangrijkste actoren in de humanitaire sector worden gebruikt : accreditatie ECHO bijvoorbeeld;

4. een terreinervaring van minstens drie jaar aantonen in het land van interventie, waarmee een goede kennis van de lokale realiteit kan worden bewezen. In het kader van plotse crisissen kan dit criterium worden versoepeld;

5. hun ervaring bewijzen in de voorgestelde interventiedomeinen. Deze domeinen moeten overeenkomen met een (of meerdere) van de Belgische concentratiesectoren (bescherming, onderwijs, bijstand/voedselzekerheid – landbouwherstel, versterking van de lokale systemen en capaciteiten).

Als voorbeeld, in 2011, werden de belangrijkste financieringen op het vlak van humanitaire noodhulp zowel via de NGO’s als via de internationale humanitaire agentschappen verstrekt in het kader van de grote humanitaire crisissen, en vooral de crisis die de Hoorn van Afrika trof.

De andere geografische zones die door herhaalde humanitaire crisissen werden getroffen (« complexe crisissen ») werden ook gefinancierd. Het gaat voornamelijk om Centraal-Afrika (DRC, Burundi), Soedan, Afghanistan en Pakistan.

Het totaalbedrag voor deze humanitaire noodinterventies zou in 2011 +/- 32 miljoen euro bedragen.

III – De begrotingslijn "Transitie".

De begrotingsallocatie « transitie » is stricto sensu niet bedoeld om humanitaire hulp te financieren, maar komt eerder tussen in het kader van de financiering van structurele interventies in verschillende landen in het zuiden, die worden geconfronteerd met problemen op het vlak van slecht werkende structuren en een gebrek aan beheers- en bestuurscapaciteiten.

In dit, zeer algemene, kader kunnen projecten worden gefinancierd die dit deficit willen opvangen, via acties van internationale agentschappen (bijvoorbeelkd : acties rond de versterking van het democratisch proces, via projecten van de UNDP, rond de strijd tegen corruptie, de ondersteuning van verkiezingsprocessen …).

Het spreekt voor zich dat via deze begrotingsallocatie de ondersteuningsprogramma’s voor het democratiseringsproces na de revoluties in de Arabische zone (« Arabische lente ») gesteund kunnen worden.

Als voorbeeld, een Belgische bijdrage van 1 000 000 euro aan het regionaal programma van UNPD “Anti-corruption and integrity in Arab countries (ACIAC)” werd door de ministerraad in juni 2011 goedgekeurd. Dit programma is een regionaal instrument ter bevordering van de samenwerking en de collectieve actie tegen corruptie in de Arabische wereld. Het doel van het project is de versterking van de nationale, regionale en lokale capaciteiten in de Arabische landen bij de uitvoering van initiatieven in het kader van corruptiebestrijding. Het project dekt onze drie partnerlanden in de regio (Algerije, Marokko, Palestina) en ook Tunesië, Egypte, Libanon, Irak, Djibouti, Jemen, Qatar en Somalië.)

Momenteel worden er nieuwe acties afkomstig van dezelfde instelling onderzocht en die zouden binnenkort (eind 2011 of begin 2012) kunnen worden gefinancierd (+/- 8 miljoen euro). De nadruk zal onder andere liggen op de ondersteuning van de verkiezingsprocessen en op de hervorming van de veiligheidssector.