Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3637

van Inge Faes (N-VA) d.d. 7 november 2011

aan de minister van Justitie

Niet-uitgevoerde werkstraffen - Vervangende straf - Opvolging - Cijfers

vervangende straf
voltrekking van de straf

Chronologie

7/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4153

Vraag nr. 5-3637 d.d. 7 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op mijn schriftelijk vraag nummer 5-2481 van 7 juni 2011 antwoordde de geachte minister dat als een veroordeelde zijn werkstraf niet of niet volledig uitvoert, het openbaar ministerie de vervangende straf kan uitvoeren. Hij voegde eraan toe dat in de praktijk het openbaar ministerie de vervangende straf altijd zal uitvoeren indien de probatiecommissie dit voorstelt.

Hij kon echter niet antwoorden op mijn vraag naar de concrete cijfers hierover. Hij antwoordde dat dit niet geverifieerd kon worden aan de hand van het registratiesysteem van de justitiehuizen, hoewel mijn vraag zich niet enkel op deze cijfers toespitste.

Daarom had ik graag van de geachte minister een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) In hoeveel van de gevallen waarbij een werkstraf niet (volledig) wordt uitgevoerd , beveelt het openbaar ministerie om de vervangende gevangenisstraf uit te voeren? Deze cijfers graag sinds 2005 en per arrondissement.

2) Voor welke redenen beslist het openbaar ministerie om de vervangende gevangenisstraf niet uit te voeren? Indien mogelijk graag het aantal keren dat op een specifieke reden beroep wordt gedaan. Opnieuw graag sinds 2005 en per arrondissement.