Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3597

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 26 oktober 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Het relatief hoge aantal Belgische werknemers met stress op het werk

mentale spanning
arbeidsvoorwaarden

Chronologie

26/10/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1216
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4890

Vraag nr. 5-3597 d.d. 26 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Jobsite StepStone publiceerde resultaten van een onderzoek naar de stress bij werknemers. De cijfers voor België liggen opvallend hoger dan het Europese gemiddelde, namelijk 54% versus 44%. Deze resultaten verschillen nog sterker van deze gemeten in Nederland, waar het aantal stresslijders op het werk 32% bedraagt.

Deze 10% score boven het EU-gemiddelde mag als statistisch significant worden beoordeeld. Ook de kwaliteit binnen deze kwantiteit klinkt behoorlijk onrustbarend. 19% van de ondervraagden getuigt dat ze constant lijdt onder stress, met permanent zowel fysieke als mentale gevolgen.

Hoe evalueert de minister deze cijfers? Acht zij deze cijfers realistisch en beaamt zij dat het hier gaat over een ernstig probleem dat in België overduidelijk sterker speelt dan het EU-gemiddelde? Welke consequenties koppelt de minister aan de vaststelling dat meer dan de helft van alle Belgische werknemers lijdt aan stress op en dus ook door het werk? Hoe apprecieert de minister dat 1/5 van alle werknemers permanent lijdt onder fysieke en mentale pijn tengevolge van stress op het werk?

Welke oorzaken koppelt de minister aan dit relatief hoge aantal, hoe verklaart zij deze significant hoge score?

Koppelt de minister consequenties aan dit hoge cijfer? Heeft dit gevolgen op o.a. de globale productiviteit in ons land?

Hoe zal de minister dit fundamentele probleem aanpakken en verminderen? Heeft zij hieromtrent al contact genomen met (1) de sociale partners (2) haar collega van Volksgezondheid (3) haar collegae van Welzijn van de gemeenschappen? Beschikt de minister hieromtrent over een omvattend en geïntegreerd plan van aanpak? Zo ja, kan zij dit bezorgen? Zo niet, hoe verklaart de minister dit gebrek en voorziet zij op korte termijn hier een structurele aanpak?