Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-340

van Christine Defraigne (MR) d.d. 9 november 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Rauwe melk - Q- koorts- Besmettingsgevaar - Raad van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) - Werkelijke doelstellingen - Wetenschappelijke studie - Preventiecampagnes

infectieziekte
rundvee
rauwe melk
pasteurisatie
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
consumentenvoorlichting

Chronologie

9/11/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Vraag nr. 5-340 d.d. 9 november 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

Ik zou graag meer informatie hebben over de rol en het beheer van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) in de behandeling van de Q-koorts en het verband met de consumptie van rauwe melk.

Q-koorts (of coxiellose) is een bacteriële ziekte veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. In België kan deze ziekte herkauwers en runderen, maar ook mensen, treffen.

Nu er volop crisis heerst in de melksector, moet in het belang van de toekomst van onze melkproducenten, de mogelijkheid van rechtstreekse verkoop of van de verwerking van rauwe melk op de boerderij worden onderzocht en ondersteund. Nochtans verzet het FAVV zich tegen die oplossing in haar advies van 13 juli 2010 over de bewaking, de preventie en de bestrijding van Coxiella burnetii. Het FAVV stelt voor de melk systematisch te pasteuriseren in alle boerderijen waar de bacterie Coxiella burnetii aanwezig is, wat het geval is voor ongeveer 65% van de Waalse melkbedrijven.

Kan de minister die verplichting tot pasteurisatie rechtvaardigen met wetenschappelijke gegevens die een verband aantonen tussen het verbruik van besmette producten op basis van rauwe melk en de ontwikkeling van symptomen van Q-koorts bij de mens?

In haar advies beveelt het FAVV ook informatiecampagnes aan waarin de bevolking wordt geďnformeerd over de gevaren van rauwe melk.

Hebben er zulke campagnes plaatsgevonden? Zo ja, op welke manier heeft de minister ze in de praktijk gebracht? Hoe groot was het budget dat voor die campagnes werd ingeschreven? Als die campagnes nog niet lopen, wanneer zullen ze starten?

Voor de landbouw is rauwe melk een onvergelijkelijke mogelijkheid tot diversificatie, die een kwaliteitsvolle landbouw aanmoedigt. Vanuit economisch oogpunt is de verwerking van rauwe melk dikwijls een noodzakelijke stap voor elke producent die wil starten met de rechtstreekse verkoop.

Daarom kan de verplichting tot de aankoop van een pasteurisatie-uitrusting een hinderpaal wormen, die boeren die al decennia hun inkomsten uit rauwe melk halen, kan ontmoedigen.

Is het niet zo dat het FAVV daardoor eerder de agro-industrie steunt , ten koste van Waalse melkbedrijven?

Q-koorts is immers niet nieuw. Ze is sinds de jaren 1920-1930 gekend en wordt behandeld met antibiotica. Het meest voorkomende symptoom van die ziekte zijn plotselinge griepverschijnselen . Slechts in sommige gevallen kan de ziekte evolueren tot een longontsteking, of in zeldzame gevallen tot hepatitis.

Die bacterie wordt overgedragen via de lucht. Bij de verwerking op de boerderij is het besmettingsgevaar na pasteurisatie hoog omdat de melk na pasteurisatie het voordeel van het “barričre-effect” verliest, dat wordt verleend door haar oorspronkelijke flora. De bacterie heeft aldus vrij spel om zich te ontwikkelen en te verspreiden.

Het is reeds voldoende bewezen dat rauwe melk en producten van rauwe melk door hun intrinsieke rijkdom het menselijke immuunsysteem ten goede komen. Voor de werking van dat systeem is het belangrijk dat we op zeer jonge leeftijd in contact komen met zoveel mogelijk kiemen, die onder meer aanwezig zijn in rauwe melk.

Vloeit de bezorgdheid van het FAVV, in het licht van die vaststellingen, werkelijk voort uit de bekommernis om elke besmetting te voorkomen?