Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3393

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 17 oktober 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Overheidsbedrijven - Topfuncties - Benoemingen - Arrangementencultuur - Politieke vernieuwing - Rekrutering en selectie - Media

ondernemingsdirecteur
overheidsbedrijf
aanwerving
openbaarheid van het bestuur
administratieve hervorming
depolitisering
ambtenaar

Chronologie

17/10/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Vraag nr. 5-3393 d.d. 17 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

"Il fut un temps". Tot enkele decennia geleden leek het te behoren tot een endemische Belgische ziekte om voor benoemingen van topjobs bij voorbaat en zonder drempels van objectiverende en vergelijkbare proeven of examens, kandidaten te selecteren en hen op basis van tot een partijpolitieke logica beperkte afweging in deze jobs te benoemen.

Nadat deze en andere vergelijkbare gewoontes hun desastreuze gevolgen bewezen en, onder dwang van een verbolgen publieke opinie, versterkt en gestimuleerd door de steeds dwingender adviezen van wetenschappers, besloten overheden tot politieke vernieuwing. Daarbij speelde het depolitiseren van ambtelijke en para-ambtelijke benoemingen een hoofdrol. Nieuwe, doorzichtige systemen van rekrutering en selectie vervingen de laakbare arrangementencultuur.

Blijkbaar is ook deze fase nu voorbij, want de media blokletteren in grote koppen dat er momenteel een ware stoelendans wordt opgevoerd bij het benoemen van topfuncties in onder andere Brussels Airport, Belgacom en aanverwante. Namen van gegadigden en ondertussen gevallen halfgoden defileren schaamteloos voorbij en worden gekoppeld aan voorzitterschappen, afgevaardigd beheerders en ander vergelijkbaar schoon volk.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoe evalueert en apprecieert de geachte minister de vele publieke berichten die gewagen van een cultuur van arrangementen om diverse topfuncties bij federale overheidsbedrijven in te vullen? Ontkent de minister dit soort berichten met klem en kan zij ons waarborgen dat deze stoelendans een hersenspinsel van journalisten is en blijft of herkent zij deze geruchten en kan ze deze bevestigen als relevant?

2) Hoe verklaart zij dat, na die jarenlange strijd om dit soort benoemingen uit de sfeer van politieke benoemingen te verwijderen en ze te objectiveren via open, doorzichtige rekrutering- en selectieprocedures, er toch weer in alle openheid van zuiver door politieke logica ingegeven benoemingen op topjobs zullen gebeuren?

3) Aanvaardt zij dat de beperking tot een zuiver politieke logica, de competentie en bekwaamheid van topfuncties niet bevordert en - integendeel - een claim legt op een degelijk bestuur van overheidsbedrijven?