Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3286

van Louis Ide (N-VA) d.d. 30 september 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Ziekenhuizen - Ziekenhuisbacteriën - Methicilline resistente bacteriën (MSRA)- Besmettingen - Registratie

antibioticum
openbare gezondheidszorg
voorkoming van ziekten
ziekenhuis
infectieziekte
officiële statistiek
geografische spreiding
ziekenhuisinfectie

Chronologie

30/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4192

Vraag nr. 5-3286 d.d. 30 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag herneemt een stuk van vraag nr. 4-191 en vraag nr. 4-5259, maar vraagt naar recentere cijfers.

Dé ziekenhuisbacterie bestaat niet. Er zijn er meerdere en de methicilline resistente bacteriën. Staphylococcus aureus (MRSA) is daar ééntje van. Veel van de problematiek heeft ook te maken met het overdadig gebruik aan antibiotica. Een stelling die geponeerd werd door dokter-collega Monnet D. van het Statens Serum Instituut Kopenhagen luidt trouwens als volgt: " Hoe noorderlijker men opschuift in Europa, hoe minder antibiotica er verbruikt wordt, hoe meer oude, smal spectrum antibiotica er gebruikt worden en des te minder nieuwe zware antibiotica worden gehanteerd. Hoe minder resistente bacteriën er bijgevolg ook zijn. Het omgekeerde geldt voor het zuiden van Europa. Alles heeft volgens de man te maken met het "Calvinistsiche" noorden dat de regels en richtlijnen beter opvolgt in tegenstelling tot het Latijnse zuiden. In mijn boek " Lof der Gezondheid " toon ik trouwens aan dat de Europese breuklijn tussen Noord en Zuid valt op de taalgrens die ook een zorggrens is. Een stelling die professor Jan De Maeseneer onderschrijft.

Daarom is het ook belangrijk de cijfers te kennen per gemeenschap om op die manier gemeenschapsgeörienteerd te kunnen werken.

Daarom had ik graag antwoord gehad op volgende vragen. Graag had ik van de geachte minister brute cijfers gekregen, dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.

1) Hoeveel gevallen van MRSA gekoloniseerde enerzijds en geïnfecteerde zijn er geregistreerd in ziekenhuizen in Vlaanderen in 2009, 2010 en de eerste helft van 2011? Per 1000 opname dagen of per 1000 ligdagen.

2) Hoeveel gevallen van MRSA gekoloniseerde enerzijds en geïnfecteerde zijn er geregistreerd in ziekenhuizen in Wallonië in 2009, 2010 en eerste helft 2011? Per 1000 opname dagen of per 1000 ligdagen.

3) Hoeveel gevallen van MRSA zijn er gekoloniseerde enerzijds en geïnfecteerde geregistreerd in Nederlandstalige ziekenhuizen in Brussel in 2009, 2010 en eerste helft 2011? Per 1000 opname dagen of per 1000 ligdagen.

4) Hoeveel gevallen van MRSA gekoloniseerde enerzijds en geïnfecteerde zijn er geregistreerd in Franstalige ziekenhuizen in Brussel in 2009, 2010 en eerste helft 2011? Per 1000 opname dagen of per 1000 ligdagen.

5) Worden ook andere zogenaamde " ziekenhuisbacteriën " opgevolgd? Zoals bacteriën met het resistentiemechanisme: Extended Spectrum Beta Lactamase (ESBL) zoals de multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA)? Zo ja, wat zijn de cijfers hier, en dit voor Vlaanderen, Wallonië, Brussel (Nederlandstalig versus Franstalig) voor2009, 2010 en eerste helft 2011 voor zover beschikbaar? Met een analoge verdeling als voor de MRSA-vragen?

6) Hoe zit het met het aantal Clostridium difficile (CD) O:27gevallen? Wat zijn de cijfers hier, en dit voor Vlaanderen, Wallonië, Brussel (Nederlandstalig versus Franstalig)voor 2009, 2010 en eerste helft 2011, voor zover beschikbaar?

7) Dezelfde vragen voor de S. pneumoniae, P. aeruginosa en A. baumanii.