Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3111

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 21 september 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Win-winbanenplan - Resultaten

werkgelegenheidsbevordering
werkloosheidsbestrijding
schepping van werkgelegenheid
aanwerving
regionale verschillen

Chronologie

21/9/2011Verzending vraag
17/11/2011Antwoord

Vraag nr. 5-3111 d.d. 21 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een antwoord van de geachte minister op een vraag van collega Stefaan Vercamer over de resultaten van het win-winbanenplan, blijkt een aantal onduidelijkheden.

Hierover de volgende vragen:

1. De cijfers van de geachte minister geven aanleiding voor een interpretatie dat deze maatregel disproportioneel werkzaam zou zijn in Wallonië en Brussel. Is deze interpretatie juist? Zo ja hoe verklaart zij deze effecten en hoe zal zij dit remediëren zodat deze maatregel op een faire dus proportionele wijze op het ganse Belgische grondgebied werkzaam wordt?

2. Uit de cijfers kan blijkbaar niet exact worden afgeleid hoeveel extra banen dit win-winplan opleverde. Zo stellen zich onder andere de volgende vragen: zijn de aanwervingen naar aanleiding van dit plan extra aanwervingen of eerder substituten voor anderen… die nu werkloos werden? Of zouden deze mensen sowieso zijn aangeworven, ook zonder premie (dead weight effect)? Welke antwoorden formuleert zij op deze twijfels?

Antwoord ontvangen op 17 november 2011 :

1. Inzake uw eerste vraag naar de gewestelijke verdeling van het gebruik van de win-win maatregelen wil u graag eerst de laatste cijfers geven met betrekking tot de aanwervingen in het kader van het win-win plan, en dit voor de periode van 1 januari 2010 tot 30 september 2011.

U vindt de onderverdeling per groep en per gewest in de tabel 1 hieronder :

Tabel 1. Win-win – situatie op 30.09.2011

Doelgroep

Vl

W

Brussel

Totaal

< 26 jaar en geen diploma SO

13,54

23,8

3,91

41,25

< 26 jaar en hoogstens een diploma SO

6,35

12,45

1,51

20,31

>= 50 jaar

6,35

4,34

1,13

11,81

Langdurig werklozen (tussen 1 en 2 jaar)

10,87

12

2,96

25,83

Totaal

37,1

52,59

9,51

99,2

%

37,40 %

53,01 %

9,59 %

100,00 %

Alvorens te spreken over een oververtegenwoordiging van de ene of de andere regio is het noodzakelijk eerst meer te weten over de gegevens met betrekking tot de werkzoekenden die voor deze maatregel in aanmerking komen.

De verdeling per gewest van de werknemers die aan de voorwaarden beantwoorden (en die een arbeidskaart gekregen hebben) vindt u terug in tabel 2.

Tabel 2. Doelgroepen voor win-win

Doelgroep

Vl

W

Brussel

Totaal

< 26 jaar en geen diploma SO

41,61

82,03

17,61

141,25

< 26 jaar en hoogstens een diploma SO

15,86

33,85

6,92

56,63

>= 50 jaar

57,71

72,46

22,13

152,29

Langdurig werklozen (tussen 1 en 2 jaar)

41,27

48,72

17,73

107,73

Totaal

156,45

237,06

64,4

457,9

%

34,17 %

51,77 %

14,06 %

100,00 %

Het aantal werkzoekenden dat in aanmerking komt voor de maatregel ligt dus beduidend hoger in Wallonië dan in Vlaanderen. Dit is niet enkel te wijten aan de hogere werkloosheidsgraad maar ook omwille van het feit dat er meer langdurig werkzoekenden zijn en een hogere werkloosheid bij de jongeren.

Het aantal aanwervingen in kader van het win-win plan moet dus vergeleken worden met de grootte van de doelgroep in de verschillende gewesten. Deze vergelijking is opgenomen in tabel 3 voor de algemene gegevens en tabel 4 voor de jongeren.

Tabel 3. Aantal aanwervingen win-win en proportie van de doelgroep


Doelgroep

Aanwervingen in doelgroep

Vl

34,17 %

37,40 %

W

51,77 %

53,01 %

Br

14,06 %

9,59 %

Totaal

100,00 %

100,00 %



Tabel 4. Aantal aanwervingen win-win en proportie van de weinig gekwalificeerde jongeren


Doelgroep <26

Aanwervingen in doelgroep <26

Vl

29,05 %

32,31 %

W

58,56 %

58,88 %

Br

12,39 %

8,81 %

Totaal

100,00 %

100,00 %

Voor wat betreft de jongeren bevindt 58,56 % van de doelgroep zich in Wallonië waar 58,88 % van de jongeren in het kader van het plan win-win aangenomen werden, tegenover respectievelijk 29 en 32,31 % in Vlaanderen.

Op relatief vlak is het aantal begunstigden voor win-win dus gelijk aan de doelgroep in Wallonië en een beetje hoger in Vlaanderen.

We kunnen dus niet spreken van een oververtegenwoordiging van de maatregel in wallonië: het feit dat de maatregel er meer gebruikt wordt is te wijten aan de grotere doelgroep.

Ik houd eraan te herinneren dat de definitie van de doelgroepen voor het plan win-win werd vastgelegd in overleg met de Gewesten. Op basis van de cijfers durf ik spreken van een opbouwende maatregel die betere invoegingskansen biedt voor de beoogde doelgroep in alle delen van het land.

2. Voor wat betreft uw tweede vraag met betrekking tot de creatie van jobs in het kader van win-win wil ik u graag volgende elementen meedelen.

Het is altijd bijzonder moeilijk om de aanwezigheid en de reikwijdte van eventuele neveneffecten in te schatten (substitutie en neveneffecten, enz.).

Toch lijken deze effecten me relatief beperkt. De cijfers inzake de creatie van werkgelegenheid liegen er niet om: er werden 74.000 bijkomende arbeidsplaatsen gecreëerd tussen begin 2010 en de huidige situatie (september 2011).

Anderzijds daalt de jeugdwerkloosheid. Tussen 2007 en 2011 daalde werkloosheid onder -25 jarigen volgens Eurostat met 1,4 % in België terwijl die in dezelfde periode met 5,4 % toenam in het Europa van de 27.

Deze beide elementen tonen aan dat het gevoerde beleid het goede is en dat we op deze weg moeten verder gaan.

Bovendien werd om neveneffecten tegen te gaan in een reglementering die het opneemt tegen het onterecht beroep doen op deze maatregel.. Een werkgever die een werknemer ontslaat om een andere aan te nemen in dezelfde functie kan de maatregel aan zijn neus zien voorbij gaan. Momenteel is het aantal dergelijke problematische gevallen erg laag.

Op 13 oktober 2011 werden 63 431 win-win contracten bij 29 176 werkgevers gecontroleerd. 605 dossiers weren overgemaakt door de centrale administratie aan het betrokken werkloosheidsbureau voor verder onderzoek. 16 probleemgevallen werden geïdentificeerd.

Het is natuurlijk altijd mogelijk dat een werkgever beroep doet op de win-win maatregelen terwijl hij al voorzien heeft om in alle geval een arbeidsplaats te creëren. Toch is de maatregel zinvol. Eerst en vooral omdat win-win een impact kan hebben op de timing van de creatie van arbeidsplaatsen: indien de arbeidsplaats zes maanden vroeger werd gecreëerd heeft dat een positieve impact op de overheidsfinanciën.

Bovendien is het zo dat elke nieuwe arbeidsplaats niet noodzakelijk voor ene win-win begunstigde is. Het voordeel van de win-win maatregel is de zekerheid dat het beoogde doelpubliek (weinig gekwalificeerde jongeren en oudere werkzoekenden) ook diegenen zijn die effectief van de maatregel genieten.