Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-305

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 5 november 2010

aan de minister van Justitie

Politiediensten - Staatsveiligheid - Hackmethodes - Privacybescherming

computercriminaliteit
gegevensbescherming
gerechtelijke politie
gerechtelijk onderzoek
onderzoeksmethode
staatsveiligheid

Chronologie

5/11/2010Verzending vraag
14/1/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-306

Vraag nr. 5-305 d.d. 5 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse politie maakt bij digitale opsporing vaak gebruik van hackmethodes en wil zijn bevoegdheden daaromtrent flink uitbreiden. Daar moet de Kamer zich goed over buigen, vindt de privacyorganisatie Bits of Freedom.

Bits of Freedom reageert hiermee op het pleidooi van de officier van Justitie, de heer Lodewijk van Zwieten, om meer bevoegdheden te krijgen om dergelijke opsporingsmethoden aan te wenden bij het opsporen van internetcriminelen.

Zo zou Justitie beter uitgerust zijn om de beheerders van botnets op te sporen, ook als ze in het buitenland verblijven. Daarvoor is wel een wetswijziging nodig. Het ministerie van Justitie kreeg dan ook het verzoek om dit wettelijk mogelijk te maken.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kunt u mij zeggen of ook bij ons de politiediensten gebruik maken van hackmethodes in de strijd tegen misdaadorganisaties en / of de jacht op internetcriminelen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wettelijke basis gebeurt dat? Hoeveel keer werden deze methodes toegepast in 2008, 2009 en 2010?

2) Is er bij ons eveneens een behoefte en / of een vraag van de politiediensten om de wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden aan te passen om de politiediensten de mogelijkheid te bieden hackmethodes toe te passen? Zo ja, kunt u dit uitvoerig toelichten en me zeggen of er al initiatieven in die zin werden ondernomen?

3) Kunt u me zeggen of de diensten van de Staatsveiligheid ten gevolge van de nieuwe wetgeving betreffende bijzondere inlichtingenmethodes al gebruik hebben gemaakt van hackmethodes, aangezien hiervoor de voorafgaande toestemming vereist is van de controlemagistraten of, bij hoogdringendheid, van de chef van de Staatsveiligheid? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoeveel keer werden die methodes al toegepast?

Antwoord ontvangen op 14 januari 2011 :

1. en 2. Deze vragen vallen niet onder mijn bevoegdheid maar wel onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken.

3. De wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gewijzigd door de wet van 4 februari 2010 betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, kent aan de Veiligheid van de Staat de bevoegdheid toe om zich toegang te verschaffen tot informaticasystemen (hacking). Gezien dit een uitzonderlijke inlichtingenmethode is, kan de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat deze slechts machtigen na ontvangst van het eensluidend advies van de bestuurlijke commissie belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden of – bij hoogdringendheid – van de voorzitter van deze commissie.

Gezien deze commissie nog niet is samengesteld, kan de Veiligheid van de Staat geen gebruik maken van deze inlichtingenmethode.