Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3004

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 24 augustus 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Werklozensteun - Onterechte uitkering - Terugvordering - Gevolgen

werkloosheid
werkloosheidsverzekering
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

24/8/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord

Vraag nr. 5-3004 d.d. 24 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Kan de geachte minister mij voor 2010, telkens opgesplitst per gewest, het volgende meedelen:

1) het aantal personen die ten onrechte een werkloosheidsuitkering verkregen;

2) de bedragen die daarmee gepaard gingen;

3) wat hiervan kon worden teruggevorderd;

4) welke verdere gevolgen dit voor de betrokkenen had?

Antwoord ontvangen op 1 december 2011 :

Wat vraag 1 betreft:

Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal beslissingen tot terugvordering dat de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) in 2010 heeft verzonden, met betrekking tot de onterecht ontvangen werkloosheidsuitkeringen. Het aantal beslissingen tot terugvordering is uitgesplitst op basis van de oorsprong van de schuldvordering en per gewest.

Alle werkloosheidsuitkeringen die in 2010 ten onrechte zijn uitgekeerd, zijn nog niet vastgesteld door de diensten van de RVA. De diensten van de RVA kunnen de vaststelling van het onverschuldigde karakter immers pas verschillende maanden en zelfs verschillende jaren na de betaling van de uitkeringen opmaken (bijvoorbeeld omdat het beletsel voor de vergoedbaarheid pas dan ter kennis wordt gebracht van de RVA). Belangrijk hierbij is trouwens dat niet alle onterecht ontvangen uitkeringen noodzakelijk aanleiding geven tot een terugvordering: er is een aantal wettelijk bepaalde beperkingen (bijvoorbeeld indien de werkloze de onverschuldigde uitkeringen te goeder trouw heeft ontvangen - zie artikel 169 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering).

Op basis van de beschikbare statistische gegevens kan aangetoond worden hoeveel beslissingen tot terugvordering er in 2010 zijn genomen met betrekking tot werkloosheidsuitkeringen ontvangen in 2010 of daarvoor, en waarvan het onverschuldigde karakter door de diensten van de RVA is vastgesteld. Het aantal beslissingen tot terugvordering stemt niet noodzakelijk overeen met het aantal werklozen, aangezien een werkloze het voorwerp kan vormen van verschillende beslissingen tot terugvordering.

Tabel 1 - aantal beslissingen tot terugvordering 2010 (werkloosheidsuitkeringen)

 

Vlaanderen

Wallonië

Brussel

Land

Werkloosheidsuitkeringen

24 443

20 321

8 074

52 838

Provisionele uitkeringen - ziekenfondsen (1)

514

354

168

1 036

Provisionele uitkeringen - Rijksdienst voor Pensioenen (2)

1 046

677

116

1 839

Provisionele uitkeringen - ex-werkgevers (3)

836

822

183

1 841

Totaal

26 839

22 174

8 541

57 554

(1) Wanneer hij door zijn ziekenfonds als arbeidsgeschikt wordt beschouwd en hij deze beslissing betwist voor de bevoegde rechtbank, dan wordt een werkloze werknemer provisioneel vergoed door de werkloosheidsverzekering. Wanneer de Arbeidsrechtbank (of het Arbeidshof) hem gelijk geeft, zal hij met terugwerkende kracht vergoed worden door de ziekteverzekering. In plaats van bij de betrokkene de provisioneel ontvangen uitkeringen in te vorderen, verkrijgt de RVA de terugbetaling ervan via een inhouding op de te betalen ziektevergoedingen.

(2) Uitkeringen die moeten worden teruggevorderd, wanneer een niet-cumuleerbaar pensioen wordt toegekend met terugwerkende kracht. De invordering gebeurt niet bij de betrokkene, maar in samenwerking met de Rijksdienst voor Pensioenen via een inhouding op de pensioenachterstallen.

(3) Uitkeringen die provisioneel werden toegekend aan werknemers die bij hun ontslag de opzeggingsvergoeding waarop ze vanwege hun ex-werkgever recht hadden, niet ontvingen

Wat vraag 2 betreft:

Tabel 2 geeft een overzicht van het totaalbedrag (in euro) van de beslissingen tot terugvordering die de RVA in 2010 heeft verzonden met betrekking tot de onterecht ontvangen werkloosheidsuitkeringen. Het bedrag van de beslissingen tot terugvordering is uitgesplitst op basis van de oorsprong van de schuldvordering en per gewest.

Op basis van de beschikbare statistische gegevens is het mogelijk het bedrag weer te geven van de beslissingen tot terugvordering genomen in 2010 met betrekking tot werkloosheidsuitkeringen ontvangen in 2010 en vroeger, waarvan het onverschuldigde karakter door de diensten van de RVA is vastgesteld.

Tabel 2 - bedrag van de beslissingen tot terugvordering 2010 (werkloosheidsuitkeringen)

 

Vlaanderen

Wallonië

Brussel

Land

Werkloosheidsuit-keringen

32 027 302,63

27 645 806,69

14 519 724,60

74 192 833,92

Provisionele uitkeringen - ziekenfondsen (1)

6 880 104,98

4 287 508,92

2 833 027,30

14000641,2

Provisionele uitkeringen - Rijksdienst voor Pensioenen (2)

2 317 560,70

1 854 861,27

428 433,78

4 600 855,75

Provisionele uitkeringen - ex-werkgevers (3)

1 298 471,97

1 126 755,98

306 332,88

2 731 560,83

Totaal

42 523 440,28

34 914 932,86

18 087 518,56

95 525 891,70

(1) Wanneer hij door zijn ziekenfonds als arbeidsgeschikt wordt beschouwd en hij deze beslissing betwist voor de bevoegde rechtbank, dan wordt een werkloze werknemer provisioneel vergoed door de werkloosheidsverzekering. Wanneer de Arbeidsrechtbank (of het Arbeidshof) hem gelijk geeft, zal hij met terugwerkende kracht vergoed worden door de ziekteverzekering. In plaats van bij de betrokkene de provisioneel ontvangen uitkeringen in te vorderen, verkrijgt de RVA de terugbetaling ervan via een inhouding op de te betalen ziektevergoedingen.

(2) Uitkeringen die moeten worden teruggevorderd, wanneer een niet-cumuleerbaar pensioen wordt toegekend met terugwerkende kracht. De invordering gebeurt niet bij de betrokkene, maar in samenwerking met de Rijksdienst voor Pensioenen via een inhouding op de pensioenachterstallen.

(3)Uitkeringen die provisioneel werden toegekend aan werknemers die bij hun ontslag de opzeggingsvergoeding waarop ze vanwege hun ex-werkgever recht hadden, niet ontvingen.

Wat vraag 3 betreft:

Tabel 3 geeft een overzicht van de bedragen, op basis van de oorsprong van de betaling en per gewest (behalve voor de bedragen terugbetaald via het Hoofdbestuur van de RVA), die in 2010 aan de RVA werden terugbetaald.

Op basis van de beschikbare statistische gegevens is het niet mogelijk het bedrag te bepalen van de teruggevorderde uitkeringen die exclusief betrekking hebben op de beslissingen tot terugvordering verzonden in 2010. De RVA beschikt over gegevens over de bedragen teruggevorderd in 2010, ongeacht de datum van de beslissingen tot terugvordering, de datum waarop de onverschuldigde uitkeringen werden betaald en de aard van de teruggevorderde uitkeringen.

De teruggevorderde bedragen zijn uitgesplitst op basis van de oorsprong van de betaling en niet op basis van de aard van de teruggevorderde uitkeringen. De hierna vermelde bedragen betreffen hoofdzakelijk werkloosheidsuitkeringen.

Tabel 3 - bedragen teruggevorderd in 2010 (hoofdzakelijk werkloosheidsuitkeringen)

 

Vlaanderen

Wallonië

Brussel

Land

Door de debiteuren zelf (vrijwillige betalingen)

17 743 846,27

11 261 876,81

4 631 142,03

33 636 865,11

Via inhoudingen op uitkeringen of vergoedingen (art. 1410, § 4, G.W.)

3 169 579,94

4 620 285,25

1 853 682,69

9 643 547,88

Via de ziekenfondsen (1)

6 805 474,26

4 087 761,40

2 754 165,71

13 647 401,37

Via de Rijksdienst voor Pensioenen (2)

2 169 271,09

1 691 171,94

428 974,44

4 289 417,47

Door ex-werkgevers (3)

268 533,06

239 833,87

118 728,53

627 095,46

Via de administratie van de Domeinen van de FOD Financiën 

1 227 578,15

785 120,67

442 340,44

2 455 039,26

Via een incassobureau (weerspannige debiteuren in het buitenland)

(4)

(4)

(4)

45 202,54

Totaal

31 384 282,77

22 686 049,94

10 229 033,84

64 344 569,09

(1) Wanneer hij door zijn ziekenfonds als arbeidsgeschikt wordt beschouwd en hij deze beslissing betwist voor de bevoegde rechtbank, dan wordt een werkloze werknemer provisioneel vergoed door de werkloosheidsverzekering. Wanneer de Arbeidsrechtbank (of het Arbeidshof) hem gelijk geeft, zal hij met terugwerkende kracht vergoed worden door de ziekteverzekering. In plaats van bij de betrokkene de provisioneel ontvangen uitkeringen in te vorderen, verkrijgt de RVA de terugbetaling ervan via een inhouding op de te betalen ziektevergoedingen.

(2) Uitkeringen die moeten worden teruggevorderd, wanneer een niet-cumuleerbaar pensioen wordt toegekend met terugwerkende kracht. De invordering gebeurt niet bij de betrokkene, maar in samenwerking met de Rijksdienst voor Pensioenen via een inhouding op de pensioenachterstallen.

(3) Uitkeringen die provisioneel werden toegekend aan werknemers die bij hun ontslag de opzeggingsvergoeding waarop ze vanwege hun ex-werkgever recht hadden, niet ontvingen.

(3)Niet beschikbaar

Wat vraag 4 betreft

Vanuit het standpunt van de werkloosheidsreglementering heeft een terugvordering van onverschuldigde werkloosheidsuitkeringen als dusdanig geen gevolgen voor de werklozen, noch voor wat betreft hun toelaatbaarheid tot het recht op werkloosheidsuitkeringen, noch voor wat betreft hun vergoedbaarheid.

Op basis van de door artikel 1410, §4 van het Gerechtelijk Wetboek wettelijk bepaalde voorwaarden en limieten, kan de RVA echter overgaan tot inhoudingen op de uitkeringen die later aan de debiteuren van de onverschuldigde bedragen worden betaald.

Indien de sociaal verzekerde bewijst dat hij niet onmiddellijk kan terugbetalen, kunnen terugbetalingsfaciliteiten worden toegekend. Indien de onmogelijkheid om terug te betalen permanent is, kan het Beheerscomité van de RVA beslissen om de schuld gedeeltelijk of volledig kwijt te schelden. Er kan ook een kwijtschelding zijn in het kader van een collectieve schuldenregeling.

Het is mogelijk dat het motief dat heeft geleid tot een beslissing tot terugvordering eveneens leidt tot het verlies van het recht op uitkeringen voor de toekomst (indien uit de nieuwe informatie blijkt dat de sociaal verzekerde onterecht toelaatbaar werd verklaard of indien het beletsel voor de vergoedbaarheid nog steeds bestaat). Ook het feit dat de terugvordering een periode van meer dan drie jaar betreft, kan leiden tot het verlies van het recht op uitkeringen voor de toekomst.

De RVA deelt de teruggevorderde bedragen mee aan de andere sociale zekerheidsinstellingen, die kunnen nagaan of de terugvordering gevolgen heeft voor de rechten die zij hebben toegekend.