Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2931

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 1 augustus 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Ambassades - Personeel - Arbeidsvoorwaarden

ambassade
personeel in diplomatieke dienst
diplomatieke onschendbaarheid
arbeidsrecht

Chronologie

1/8/2011Verzending vraag
8/11/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2931 d.d. 1 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Sommige ambassades schenden de elementaire rechten van hun personeel en misbruiken aldus hun diplomatieke onschendbaarheid. De arbeidsduur zou niet altijd worden gerespecteerd; de RSZ-bijdragen en de bedrijfsvoorheffing zouden niet worden betaald, met als gevolg dat de werknemer geen recht heeft op pensioen, jaarlijkse vakantie, werkloosheidsuitkering, ziektevergoeding...; er zouden geen weddeschalen zijn, de lonen zouden onvoldoende zijn om in Brussel een gezin te kunnen onderhouden, de werknemers zouden geen recht hebben op de voordelen van de collectieve arbeidsovereenkomsten zoals tijdskrediet of betaald educatief verlof, er is geen arbeidscontract of -reglement....

Wanneer de Belgische staat een “speciale identiteitskaart” uitreikt aan een werknemer die een ambassade uit het land van herkomst laat overkomen, is dat document gekoppeld aan de hoedanigheid en de persoon van de werkgever. Als die laatste zijn werknemer laat gaan, verliest die ook zijn verblijfstitel en verblijft hij illegaal in België.

Mevrouw de minister,

Bevestigt u die informatie? Wat is het sociaal statuut van die werknemers? Zou de Belgische wetgeving niet volledig van toepassing moeten zijn voor die werknemers? Is een vakbondsvertegenwoordiging mogelijk? Mag de sociale inspectie controles uitvoeren bij de ambassades, ondanks hun onschendbaarheid?

Antwoord ontvangen op 8 november 2011 :

Gelieve hierna het antwoord te willen vinden op uw vragen.

Een buitenlandse werknemer verblijft legaal in ons land met een speciale identiteitskaart en voor zover hij tewerkgesteld is in een ambassade of bij een diplomaat. Vanaf het moment dat de arbeidsrelatie met de werkgever wordt stopgezet is de werknemer niet meer legaal in België.

Wat het statuut van de werknemer betreft, onderscheidt men drie categorieën:

- de buitenlandse dienstbode tewerkgesteld op het privéadres van de ambassadeur ;

- buitenlands personeel tewerkgesteld in de ambassades ;

- het lokaal personeel, zijnde de Belgische werknemers.

Voor de eerste twee categorieën is een speciale identiteitskaart vereist.

De werknemers zijn onderworpen aan de algemene Belgische sociale zekerheid, behalve als zij bijdragen aan de sociale zekerheid van hun land van herkomst. Zij moeten aangegeven zijn bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) via elektronische weg.

In geval van geschil tussen de ambassade of diplomaat en een personeelslid, kunnen beide partijen een beroep doen op de bemiddeling van de Directeur-generaal van de Algemene Directie van het Toezicht op de sociale wetten (TSW) van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Rekening houdend met de onschendbaarheid die een diplomaat geniet, kan het Toezicht op de sociale wetten niet rechtstreeks tegen hem optreden. Bovendien voorziet artikel 22 van het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 dat geen enkel ambtenaar van de plaatselijke overheid de ambassade mag betreden, behalve met de toestemming van het hoofd van de missie. De lokalen van de diplomatieke missie worden beschouwd als onschendbaar.

De arbeid gepresteerd in deze lokalen wordt beschouwd als uitgevoerd op Belgisch grondgebied. De directeur-generaal van de directie Toezicht op de sociale wetten moet in voorkomend geval de eventuele misbruiken of inbreuken overmaken aan de FOD Buitenlandse Zaken.

In dit geval wordt een brief gericht aan de dienst van het Protocol van de FOD Buitenlandse Zaken. Deze stuurt de informatie door naar de betrokken ambassade, waarin de aandacht van deze werkgever wordt gevestigd op het nauwgezet naleven van de bepalingen van het Belgisch recht, zoals de internationale verdragen dit opleggen.

De laatste jaren werden door de dienst TSW ongeveer vijftig dossiers behandeld.

De meest voorkomende problemen die voorkwamen betroffen willekeurig ontslag, het niet betalen van een verbrekingsvergoeding, het slechts gedeeltelijk uitbetalen van het loon, het niet opstellen van sociale documenten, het niet aangeven aan de Belgische sociale zekerheid.

Sommige dossiers werden door TSW met een gunstig resultaat afgesloten. Andere dossiers kenden een lange en moeilijke procedure maar het resultaat was uiteindelijk bevredigend.

Maar in sommige gevallen komt men niet tot een bevredigende oplossing. In dat geval kan de inspectie aan de werknemer alleen maar de raad geven om een vordering in te dienen bij de arbeidsrechtbanken. De werkgever (diplomaat of ambassadeur) kan immers voor een Belgische rechtbank gedaagd worden en eventueel veroordeeld worden.

Voor verdere informatie moet ik u verwijzen naar de minister van Buitenlandse Zaken die bevoegd is voor het diplomatieke personeel en de ambassades.