Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2864

van Liesbeth Homans (N-VA) d.d. 27 juli 2011

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden

Grootstedenbeleid - Grootstedenfonds

metropool
begrotingsfonds
woningbeleid
maatschappelijke structuur
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
OCMW
stad

Chronologie

27/7/2011Verzending vraag
26/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2864 d.d. 27 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het federale grootstedenbeleid werd opgericht in 1999. De vaststelling van een verhoogde graad van armoede, sociale uitsluiting en verslechterde levenskwaliteit in de grootsteden was hierbij doorslaggevend. In 2001 werd vervolgens de Dienst Grootstedenbeleid opgericht in de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie, armoedebestrijding en sociale economie.

Daarnaast werd een interministerieel comité opgericht om de laterale communicatie te bevorderen. In dit comité zetelen de ministers van Binnenlandse Zaken, Werk, Mobiliteit, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en de minister met de bevoegdheid over de Regie der Gebouwen.

Dit comité heeft meer bepaald als taak de projecten contracten "duurzame stad" ter goedkeuring voor te leggen aan de Ministerraad, evenals toe te zien op de goede uitvoering ervan. Het onderzoekt eveneens de transversale maatregelen die door de federale regering kunnen genomen worden ten gunste van de steden, in het kader van hun bevoegdheden. Het totale budget van het grootstedenfonds bedraagt 67 miljoen euro.

Graag stelde ik u hierover de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister mij een overzicht geven van de toegekende bedragen per stad en per concreet project voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010?

2) Op welke manier worden deze projecten geëvalueerd? Geldt er een resultaatsverbintenis? Wat zijn de afspraken indien het budget onderbenut of overschreden wordt?

3) Zijn er momenteel reeds plannen om bijkomende steden te laten toetreden? Zo ja, welke steden en om welke reden? Zal dit leiden tot een budgetverhoging?

4) Op welke manier coördineert hij de werkzaamheden van het grootstedenfonds met deze van gewestelijke ministers bevoegd voor woon- en armoedebeleid?

5) Op welke wijze wordt er overleg gepleegd met de in de gemeente aanwezige sociale huisvestingsmaatschappijen en Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (ocmw's)?

Antwoord ontvangen op 26 september 2011 :

1. In 2005 werd gestart met een meerjarenprogramma voor de stadscontracten voor een periode van drie jaar. Het totaalbedrag van de toelagen voor deze drie jaar bedroeg 128 miljoen euro. Vanaf 2005 werden ook de huisvestingscontracten ingevoerd voor een periode van 3 jaar (totaalbedrag 69 miljoen euro) Deze meerjarencontracten werden in 2008 via een avenant verlengd voor één jaar. Aan de lijst van vijftien steden en gemeenten die voordien een stadscontract met de federale staat hadden afgesloten (met name Antwerpen, Gent, Oostende, Bergen, Charleroi, La Louvière, Luik, Seraing, Anderlecht, Brussel, Schaarbeek, Molenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost en Vorst) werden voor de huisvestingscontracten de steden Mechelen en Sint-Niklaas toegevoegd.

In 2009 werden de stads- en huisvestingscontracten geïntegreerd in de contracten Duurzame Stad met een looptijd van één jaar. Het totaalbedrag voor de Contracten Duurzame Stad 2009 bedroeg 67 miljoen euro. In 2010 werden deze contracten verlengd met één jaar. Het budget werd verminderd tot 59 mio euro gezien in een context van lopende zaken de projecten die als nieuw werden beschouwd niet langer worden gefinancierd.

Met de beslissingen van de ministerraden van 3 december 2010 en 1 juni 2011 werden de contracten Duurzame Stad 2010 telkens met zes maanden verlengd tot eind 2011. Ingevolge het aflopen van enkele projecten en het stopzetten van de financiering van projecten met een zuiver regionale bevoegdheid werd het budget 2011 teruggebracht tot 55 miljoen euro.

Bijlage 1 - overzicht projecten 2005-2010: de informatie is gegroepeerd per stad en per programmatype: stadscontracten 2005-2007, avenanten stadscontracten 2008, Contracten Duurzame stad 2009-2010, huisvestingscontracten 2005-2008.

2. De subsidie wordt uitbetaald aan de stad op basis van rechtmatige facturen, een inhoudelijke evaluatie op basis van de voortgang van het project en een financiële controle die wordt uitgevoerd door de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie, in samenspraak met de Dienst Grootstedenbeleid.

Naast de dagelijkse opvolging en het eindrapport en de –afrekening vinden per stad op geregelde tijdstippen onderstaande vormen van evaluatie plaats:

Daarnaast wordt het programma ook aan externe evaluaties onderworpen :

De budgettaire opvolging gebeurt op basis van financiële richtlijnen die werden goedgekeurd door de Inspectie van Financiën. Een zeer strikte budgettaire opvolging door de administratie moeten vermijden dat budgetten worden overschreden. Budgetten die door omstandigheden niet worden benut, zijn verloren.

3. Nee.

4. Er vinden op geregelde tijdstippen contacten plaats.

Voor de contracten Duurzame Stad 2011 werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen de ministers bevoegd voor stedenbeleid na voorafgaand overleg binnen de Interministeriële Conferentie voor Grootstedenbeleid en Huisvesting.

5. Dit overleg is zowel van toepassing op het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) als op de sociale huisvestingsmaatschappijen.

OCMW’s kunnen rechtstreeks betrokken partij zijn doordat ze zelf projecten indienen. Dit is voor het jaar 2011 het geval in zeven van de zeventien contracten. Formeel uit zich dit door het mee ondertekenen door de voorzitter en secretaris van het OCMW van de contracten. In andere projecten treedt het OCMW vaak op als partner (samenwerking, informatie, advies).

Dit laatste geldt evenzeer voor sociale huisvestingsmaatschappijen die in verschillende projecten als partner optreden.