Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2800

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 juli 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Politie - Zelfdoding - Evolutie - Dienstwapens - Beleid

politie
zelfmoord
vuurwapen
officiële statistiek

Chronologie

19/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4823

Vraag nr. 5-2800 d.d. 19 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Regelmatig berichten de media over gevallen van zelfdoding van politiepersoneel bij diverse politiekorpsen. Daarbij wordt niet zelden het dienstwapen gebruikt.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel zelfdodingen van politiepersoneel vonden er jaarlijks plaats in de periode 2006 - 2010? Hoe evalueert en duidt de geachte minister de omvang en de evolutie van deze cijfers? Geeft een analyse van deze cijfers voldoende grond voor significante vaststellingen, correlaties aan bepaalde factoren zoals anciënniteit, graad, leeftijd, soort opdrachten, territoriale of geografische kenmerken, enz.? Gaf de analyse van eventuele afscheidsbrieven indicaties van redenen, aanleidingen, enz.?

2) Zijn er significante verschillen tussen het aantal zelfdodingen bij de federale en de lokale politie?

3) In hoeveel gevallen werd deze zelfdoding gepleegd met het dienstwapen van de betrokken politiemensen?

4) Voert de politie een specifiek beleid met betrekking tot politiepersoneel dat getuigt van blijk geeft van psychische problemen, op momenten van tragische live events, enz.? Zo ja, welk beleid: doelstellingen, instrumenten, evaluatie, enz. Zo niet, waarom niet?

5) Ligt het aantal zelfdodingen bij politiepersoneel hoger dan in andere beroepsgroepen? Werd hieromtrent al onderzoek gevoerd? Zo ja met welke resultaten, zo niet waarom niet?